Open Venster
‘Als politie en parket hadden gereageerd op mijn getuigenis, hadden An en Eefje nog geleefd’
Naar aanleiding van de herdenking van de Witte Mars zou ik graag mijn ervaringen met de rijkswacht, de politie en het parket na de ontvoering van An Marchal en Eefje Lambrecks delen. Als die diensten anders hadden gereageerd op mijn getuigenis, hadden de meisjes waarschijnlijk nog geleefd.
In de nacht van hun verdwijning, op 22 augustus 1995, reed ik in Oostende via het Vuurkruisenplein de Verenigde Natieslaan in. Daar stapten twee meisjes en toen het grootste, dat links liep, mijn auto hoorde naderen, draaide ze zich om, keek ze me aan en maakte ze het liftgebaar. Het andere meisje was kleiner en molliger en droeg een sweater met de mouwen om haar heupen geknoopt.
Gezien het late uur heb ik niet gestopt en ben ik doorgereden naar de A10. Zeven à acht minuten later werd ik op de A10 ter hoogte van de afrit Zandvoorde voorbijgestoken door een donkere Citroën CX, die met zeer hoge snelheid reed. Ik reed toen ongeveer 115 km per uur, die auto naar schatting 170 km per uur. Er waren op dat moment geen andere voertuigen op de autoweg.
Daarna vernam ik in de media de verdwijning van de meisjes, en ik herkende het grootste meisje meteen als Eefje. Ik nam telefonisch contact op met de rijkswacht in Oostende, en daar werd ik doorverwezen naar de gerechtelijke politie in Brugge. Omdat de zoekacties gericht waren op de kuststreek, zei ik dat de meisjes waarschijnlijk naar het binnenland waren gebracht. Mijn verklaring is nooit genoteerd.
Toen ik merkte dat er Sea King-helikopters en infraroodcamera’s werden ingezet in de kuststreek, nam ik contact op met een substituut van het parket van Brugge. Ook dat bleef zonder gevolg.
Bij de start van de parlementaire onderzoekscommissie heb ik een brief geschreven aan voorzitter Marc Verwilghen. Ondertussen wist ik dat Marc Dutroux een Citroën CX had gebruikt bij de ontvoering in Oostende.
Ik heb lang gedacht dat de gerechtelijke politie van Brugge mijn getuigenis niet had genoteerd, omdat misschien nog andere getuigen dat tijdvenster hadden ingevuld. Toen ik bij het begin van het proces-Dutroux advocaat Paul Quirynen hoorde verklaren dat er een zwart gat was voor wat er in Oostende was gebeurd, was mijn verontwaardiging zeer groot.
Ik nam opnieuw contact op met de substituut van wacht in Brugge. Ze zat duidelijk verveeld met mijn opmerkingen en zette me tweemaal in de wacht om overleg te plegen. Het gesprek werd vruchteloos beëindigd.
Wat zou het resultaat geweest zijn als men bij de DIV navraag had gedaan naar alle donkere Citroën CX-voertuigen in België waarvan de eigenaars een strafblad hadden? Marc Dutroux was in 1989 tot dertien jaar gevangenis veroordeeld voor de ontvoering en verkrachting van minderjarige meisjes, en hij was in 1992 vrijgekomen.
Ik ben niet uit op naamsbekendheid en ik ben ook geen fantast. Ter staving van dit getuigenis heb ik de briefwisseling met de parlementaire onderzoekscommissie liggen. In de loop der jaren heb ik ook contact gehad met Paul Marchal en Jean Lambrecks, die ook over die correspondentie beschikte omdat hij een proces voerde tegen de Belgische staat. En ik denk steeds weer: als ik had gestopt en de meisjes had meegenomen, hadden ze nu nog geleefd.
J.V., Zedelgem.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: