ColumnHerman Brusselmans
‘Dat de belastingen godverdomme mijn kloten konden kussen en de sociale bijdragen in hun dikke reet steken!’
Herman Brusselmans gaat iedere week op zoek naar het verhaal achter een opvallende kop in de krant of op een nieuwssite. Deze week: ‘8 op 10 zelfstandigen hebben meer stress dan bij begin coronacrisis’ uit Het Laatste Nieuws.
Ik ben zelfstandig geworden op 1 januari 1987. Sindsdien heb ik stress gekend. Zal ik mijn huishuur wel kunnen betalen? En mijn rekeningen voor gas, elektriciteit en water? Mijn sociale bijdragen? Mijn belastingen? Mijn verzekeringen? Mijn pensioenbijdragen? En mijn 25 whisky-cola’s per dag, want in die tijd was ik nog behoorlijk aan de drank. Drinken helpt tegen de stress. Als ik kapot van de zenuwen was als ik een rekening voor om het even wat in de bus had gekregen, gooide ik die rekening op de hoop en mengde ik een ijskoude Coca-Cola met een enorme geut J&B. En hijsen maar! Dat de belastingen godverdomme mijn kloten konden kussen en de sociale bijdragen in hun dikke reet steken! Een brandverzekering, waar is die voor nodig, de prullenmand in!
Hoe dan ook was het leven als niet-zelfstandige, als simpele werknemer, veel eenvoudiger. Ik had zes jaar als bibliothecaris bij de RVA in Brussel gewerkt, ik verdiende 21.000 frank netto en hoefde me nergens zorgen over te maken. Oké, met 21.000 frank sprong je ook in die tijd niet ver, maar je wist tenminste waar je aan toe was. Toch smeulde het vuurtje van het professionele schrijverschap. Ik was van mening dat een volwaardige schrijver geen job moest hebben, behalve schrijven tot hij er dood bij neerviel. Hij moet vermijden om op te staan om halfzeven ’s ochtends, de bus en de trein naar Brussel te nemen, daar acht uur te zitten vegeteren, ’s avonds weer de bus en de trein, thuis arriveren om halfacht, snel een paar beulingen met appelspijs eten, naar ‘Tien om te zien’ kijken en weder je nest in, want de volgende ochtend rinkelt de wekker alwéér om halfzeven. Dat is toch geen leven voor iemand die de belangrijkste auteur van zowel de 20ste als de 21ste eeuw wil worden? Vandaar dat ik mijn stoute schoenen aantrok en het zelfstandigenstatuut aanvroeg. Vanaf dat moment kon ik 24 uur per dag de schrijver uithangen, me kapotzuipen, achter de wijven aan zitten, mijn huwelijk naar de vaantjes helpen en me afvragen: hoe komt het in godsnaam dat ik zoveel belastingen moet betalen en geen kindergeld ontvang? Dat laatste kwam allicht omdat ik geen kinderen had, en dat was maar goed ook, want wat schiet een baby op met een lallende, aan de cafétoog hangende of aan zijn bureau op de schrijfmachine rammende vader? Voor de rest had ik weinig te klagen. In mijn eerste jaar als zelfstandige verdiende ik al meer dan een miljoen frank dankzij mijn boeken, columns, toneelstukken, tv-optredens en letterkundige lezingen, zodat je kunt besluiten dat ik mijn vak ernstig nam, ondanks mijn drang om te zuipen, met één hand de beha’s van jonge mokkels te ontgrendelen en de wereld te vervloeken. Als professioneel schrijver hoor je immers een misantroop, een pessimist, een negatief denkende pipo en een van angst en stress kapotgaande mafkees te zijn. Altijd maar bibberen, beven, trillen, onrustig zijn, de nacht trotseren met een stuk in je kraag, er zeker van zijn dat je literatuur geen stuiver waard is en vrezen dat de fiscus je wel zal weten te vinden en je zo arm als een geplette worm zal maken.
In de loop der jaren zijn al die gevoelens en gedachten afgezwakt, en tegenwoordig ben ik redelijk op mijn gemak, ook als zelfstandige die eerst door corona een boel werk is kwijtgeraakt, maar zich daar weinig van aantrok. En nu corona stilaan zijn biezen bij elkaar aan het garen is, en veel zelfstandigen nog meer stress krijgen dan tevoren (Hoe zit het met mijn personeel? Komt iedereen terug? Heb ik tijd genoeg om mijn zaak opnieuw te lanceren? Zal het kapitaalverlies me alsnog nekken? Waarom ben ik slapeloos, bang, moe en somber?), denk ik bij mezelf: corona of niet, het zal mijn tijd wel duren. Wat helpt bij dat alles, is dat ik niet meer drink, dat ik weder een stabiele relatie heb, dat mijn hond van me houdt, dat ik meer schrijf dan ooit tevoren, en dat ik mijn gas, elektriciteit en water zonder veel problemen kan betalen. Derhalve wil ik alle zelfstandigen een hart onder de riem steken en verzekeren dat, zelfs als ze failliet gaan, het leven nog veel te bieden heeft. Nou ja, veel is misschien overdreven.