Pano
‘De kip is het meest mishandelde dier op deze planeet’
In de eerste aflevering van het nieuwe seizoen onderzoekt ‘Pano’ vanavond de bikkelharde concurrentie in de kippenkwekerij en de gevolgen daarvan voor kip en producent. Kippenvlees is populairder dan ooit. Het is een gezond alternatief voor rood vlees en (bijna) altijd te vinden aan bodemprijzen in de supermarkt. Maar om aan die vraag te voldoen zijn ‘klassieke’ kippenboeren verwikkeld in een ‘race to the bottom’. Want op vlak van dierenleed is kip een afschuwelijk alternatief voor rood vlees, zo vertelde Tobias Leenaert vorig jaar al in onderstaand interview over het verdwijnen van de plofkip.
‘Pano’, om 21.35 op Eén.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk augustus 2021
Colruyt, Okay en Delhaize doen de plofkip in de ban. Plofkippen zijn vleeskuikens die in amper zes weken worden vetgemest tot twee kilo. De dieren zien tijdens hun korte leventje geen daglicht en leven erg dicht op elkaar, met vaak gezondheidsproblemen tot gevolg. De grote retailers kondigden vorige week aan dat ze de normen van het Better Chicken Commitment (BCC) onderschrijven. BCC is een initiatief van Open Wing Alliance, een Europees samenwerkingsverband van een dertigtal dierenorganisaties. Door dat engagement verbinden de retailers er zich toe om tegen 2026 enkel nog vlees te verkopen van kippen die vetgemest worden in kwekerijen die de dieren een langer leven in betere omstandigheden gunnen.
Tobias Leenaert, auteur van How to Create a Vegan World en medeoprichter van EVA vzw (Ethisch Vegetarisch Alternatief) is gematigd tevreden over deze stap.
De retailers staan in voor zowat driekwart van de totale kippenverkoop in ons land. Een belangrijk signaal dus?
Tobias Leenaert: «Het is inderdaad een signaal dat ook anderen nu kunnen volgen, zoals leveranciers, producenten of distributeurs. Het is ook een signaal naar de consument. Ik denk dat het lovenswaardig is dat de retailers een beetje vooroplopen op de consument. Dat kan dus zeker wel tellen. Al is mijn standpunt iets genuanceerder. Het voordeel lijkt me dat er op termijn hogere prijzen komen voor kippenvlees. Een prijsverhoging is goed om de alternatieven - de plantaardige of vegetarische producten - competitief te maken. Hoe duurder vlees wordt, hoe aantrekkelijker die alternatieven. Het is ook goed dat het thema zelf bespreekbaar wordt en aandacht krijgt. Consumenten denken nog te vaak in termen van concrete dierenmishandeling, maar het feit dat die dieren fysiologisch lijden omdat ze enkel gekweekt worden voor consumptie, daar staan ze vaak niet bij stil. Die bewustwording kan dus ook helpen. De kip is wellicht het meest mishandelde dier. Een verbetering van een slechte toestand maakt het dus nog geen goede toestand» ”
In Nederland hebben alle supermarktketens besloten om tegen eind 2023 geen verse plofkippen meer te verkopen. Bij ons pas in 2026. Je kan zeggen, er beweegt iets, al gaat het toch maar traag?
LEENAERT «2026 is inderdaad nog ver weg en het geldt ook nog niet voor de hele keten. Andere producten, denk aan vol-au-vent, die gemaakt worden van andere resten, zijn nog niet inbegrepen. Ik verwacht wel dat die zullen volgen. Ik heb geen inzicht in wat er allemaal moet gebeuren om de productieketen aan te passen. Traag is nog altijd beter dan nooit. Ik denk dat we moeten aanvaarden dat grote veranderingen altijd stapsgewijs gaan.»
Kip wordt vaak aangeraden als alternatief voor rood vlees, dat ongezonder zou zijn?
LEENAERT «Het is een verschrikkelijk alternatief. De verschuiving van rood naar wit vlees maakt dat mensen overschakelen van koe en varken naar kip, en heel soms vis. Het probleem met een kip is dat ze zo klein is. Je hebt 250 kippen nodig ter vervanging van één vleeskoe. Je doet dus meer dieren lijden en je moet veel meer wezens doden. Dat is dus geen goede zaak. Hoe je het draait of keert, je wilt echt niet zo’n kip zijn. Je kunt het vergelijken met een jongetje van acht dat niet alleen een volgroeid, volwassen lichaam heeft, maar er ook nog eens uitziet als een bodybuilder. Het leven van zo'n plofkip duurt slechts zes weken. Eigenlijk moet je bijna zeggen: goed dat het maar zes weken duurt, want hun leven is miserabel. Ze zakken door hun poten, zitten dicht opeengepakt in een ruimte met kunstmatig licht, krijgen preventief antibiotica, worden ontsnaveld en krijgen te maken met kannibalisme» ”
Is de plofkip een symbool van hoe we als consument kijken naar voeding? Het moet vooral goedkoop zijn?
LEENAERT «Ik denk dat je dat kan zeggen, ja. We spreken hier wel over levende wezens. Het is geen blikje cola of een tafel van Ikea. Als je dieren zo snel mogelijk zo groot mogelijk wil maken, omdat ze anders meer kosten, dan zit je met een heel perverse situatie. Elke dag dat zo’n dier langer leeft, is dan een kost. Ik sprak daarover met een verantwoordelijke van een supermarkt. Die zei dat ze ook aan minder gefortuneerde mensen betaalbare voeding willen aanbieden. Ik heb daar een andere visie op. Voor mij moet vlees zo duur mogelijk worden, net omdat er dan minder van verkocht wordt.»
Zal dat BCC-label de consument niet een vals gevoel van gemoedsrust geven? Er is een label, dus het is oké. Terwijl, die BCC-kippen leven pakweg tien dagen ietsje beter en langer vooraleer ze ook voor consumptie gedood worden?
LEENAERT «Ja, dat is een terechte en heel moeilijke vraag. Binnen de dierenrechtenbeweging leeft die vrees. Tegelijk kan je je dan afvragen wanneer je dan wel veranderingen moet aanmoedigen. Veganisten zoals ik zeggen: ‘Eet geen kip’. Dat is simpel. Maar je kan intussen wel vorderingen maken in het dierenwelzijn. Het is echt wel belangrijk voor die kip hoe ze wordt vastgehouden. Ze zouden daar liever niet zitten, maar zolang ze er zitten kunnen ze dat maar beter in betere omstandigheden doen. Maar uw vraag is terecht. Ik heb er ook geen sluitend antwoord op.»
Hoe evolueert het besef rond dierenwelzijn volgens u?
LEENAERT «We evolueren zeker. Meer dierenwelzijn moet eigenlijk leiden tot minder dieren. Dat betekent dat we met z’n allen niet zoveel dieren kunnen blijven eten, want massaproductie staat daar haaks op. Ik put dus hoop uit het feit dat er steeds meer mensen minder vlees eten. Daardoor lijden er minder dieren, klaar. De vleesconsumptie stagneert, gaat zelfs in België licht achteruit, dat is positief. Het bewustzijn groeit ook. Maar tegelijk zijn we eigenlijk nog altijd een beetje aan het rommelen in de marge. Je zit daar nog steeds met een systeem dat compleet pervers en verkeerd is. Die kleine veranderingen hebben bijgevolg ook maar kleine effecten.»
Nieuwe trends zoals plantaardige voeding of kweekvlees krijgen langzaamaan voet aan de grond. Een grote charcuterieproducent als Imperial Meat Products is zijn gamma vegetarisch volop aan het uitbreiden. Zijn dat hoopvolle tekenen voor de toekomst?
LEENAERT «Voor mij is het aanbieden van kwalitatieve alternatieven een van de cruciale punten in het hele verhaal. De meeste mensen zeggen niet ‘Ik wil een dood dier op mijn bord’. Neen, ze willen iets lekkers eten. En zolang er geen alternatief is dat even lekker is, en een beetje dezelfde textuur en bereidingswijze heeft, kan ik hen niet verwijten dat ze teruggrijpen naar dierlijk vlees. Zodra er wél een volwaardig en betaalbaar alternatief is, en mensen alsnog blijven vasthouden aan dode dieren, dan durf ik te zeggen dat het psychopaten zijn. We evolueren langzaam naar een dergelijk kwalitatief aanbod. Hopelijk ook met een competitieve prijs» ”
Kweekvlees heeft voor sommigen nog altijd een hoog sciencefictiongehalte. Zal dat de mensen toch niet afschrikken?
LEENAERT «Ja, zeker de vleesindustrie framet kweekvlees graag als een frankensteinverhaal. Het komt tot stand via een fermentatieproces, net zoals bier wordt gebrouwen. Een heel normaal proces voor voedingsproducten dus. Trouwens, als ze dat ‘monsterachtig’ vinden, wat dan met dieren die door hun poten zakken, puur omdat ze vetgemest worden voor de slacht? Moeten we dat dan wél normaal vinden?»
U ijvert al heel lang op een pragmatische manier voor een veganistische wereld. Gaat het allemaal wel snel genoeg voor u?
LEENAERT «Voorlopig wel. Ik zie de dingen nog altijd in de goede richting evolueren, aan een tempo zoals ik had verwacht. Daarom dat ik ook niet in een fundamentalistische aanpak geloof. Er moet een draagvlak zijn. Maar ik geloof wel dat een strengere aanpak efficiënter werkt, omdat er steeds meer alternatieven beschikbaar worden. Vandaag staan we daar als maatschappij al een pak verder in. De stijl kan dus langzaamaan minder pragmatisch, omdat het nu kan.»
(DM)