ColumnTom Lanoye
‘De tweetjes van Siegfried Bracke zijn lege gebaren van iemand die de indruk wil wekken van gewicht’
‘De Gelaarsde Poedel strikes again,’ schrijft Humo-columnist Tom Lanoye op Twitter naar aanleiding van de harde uithaal van Siegfried Bracke tegen viroloog Marc Van Ranst. Zopas nog schetste Lanoye onderstaand portret van Bracke in Humo.
(Verschenen in Humo op 11 mei 2021)
Siegfried Bracke heeft er weer eens een nieuw baantje bij, in de serie van twaalf overstappen en dertien ongelukken die zijn leven kenmerkt, naast markante poen- en opschepperij. Door de wondere werking der particratie, en dus dankzij de inzet van zijn eigen club – de Nieuw-Vlaamse Elite – is Bracke andermaal gebombardeerd op een post waarvoor hij geen bal aan vakkennis, laat staan ervaring bezit.
Hij wil de hele samenleving, niets meer, niets minder. Het beleid, de politiek, de machten, alle checks and balances, ze mogen allemaal in één hand: de Zijne, de Enige, de Eerste. > https://t.co/TqnZsQZJTg
— Siegfried Bracke (@sthbracke) 25 mei 2021
Zo ging het ook toen hij in 2014 parlementsvoorzitter werd. Na politiek gemarchandeer dat hijzelf – in een vorig leven als malafide journalist – vaak beweerde af te keuren. In echte democratieën als Nederland wordt een parlementsvoorzitter gekozen door zijn gelijken: de parlementariërs. In België laat men de keuze aan de stamhoofden die men partijvoorzitters noemt. Dat leidt geheid tot een koehandel waarbij desnoods het grootste rund de prijs krijgt. Zeker als men hem wil weghouden van een ministerpost waar hij nog meer brokken zou maken.
Dit keer is Bracke voorzitter geworden van de raad van bestuur van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Wat maakt hem daarvoor geschikt? Hij is al verduveld vaak te zien geweest op onze vaderlandse kijkdoos. Gezeten aan de kant van de camera die hem het best bevalt. Maar andere troeven bezit hij niet, zodra het gaat om het inschatten van scenario’s, dialogen, castingplannen, specifiek budgetbeheer, acteren, repeteren, regisseren, internationale samenwerkingsverbanden, cateringafspraken, nieuwe televisieformats, streamingdiensten of alternatieve promo-platforms. Peu importe! Siegfried is nu eenmaal lid van een partij die, ook bij verhitte discussies over quota of praktijktests, mordicus deze stelling verdedigt: ‘De juiste persoon op de juiste plaats! En verder geen voortrekkerij.’
Tijdens de eerste vergadering van het VAF etaleerde onze nieuwe voorzitter meteen zijn ware raison d’être: hij deed zich opmerken. En hij deed zulks met gebruikmaking van zijn andere vaste tic nerveux. Hij plaatste een tussenkomst die niet enkel zijn deskundigheid, maar meteen ook zijn neutraliteit als voorzitter aantastte. Zijn interventie deed uitschijnen dat hij de werking van het hele fonds liefst zou vervangen door nattevingerwerk van eigen makelij. En wel ten voordele van een notoire partijsympathisant, Jan Verheyen. Deze onstuitbaar enthousiaste en onvermoeibare regisseur van meesterwerken als ‘Alles moet weg’ was in de running met liefst twee filmprojecten. Eentje goedgekeurd door het VAF en historisch ruim betoelaagd. Het andere afgekeurd en voorlopig centenloos. Volgens de verse voorzitter zou het beter zijn als een artiest voortaan zelf zou mogen beschikken over de bestemming van ons gemeenschapsgeld. ‘Deze film of gene film, beslis zélf maar, whatever die klootzakken van mijn VAF reeds bedisseld mogen hebben, na dagenlange afweging en schuiven met schaarse middelen.’
Toen hij er later op werd aangesproken, verdedigde Siegfried zich met de repliek van iedere zatte nonkel die wél zijn juiste plaats bekleedt. Op een kruk aan de cafétoog: ‘Ik mag mijn gedacht toch weleens zeggen, zeker?’
LET’S GO TEFLON
Ikzelf was blij dat Bracke zijn gedacht onbesmuikt in de groep had gegooid. Zo legde hij eens te meer het dedain bloot van zijn slag politiekers jegens een sector die ze bij voorbaat verdenken van gebrek aan ernst, transparantie en professionaliteit. Het volgende moment gaan ze – blindelings en ondanks alle waarschuwingen – net zo lief in zee met een Sihame El Kaouakibi. Haar dansproject Let’s Go Urban werd ooit door een bevoegde kunstcommissie afgewezen, om redenen die later effectief desastreuze manco’s bleken. Onduidelijke financiering en warrige boekhouding. Je kunt je echter niet van de indruk ontdoen dat juist deze afwijzing een stimulans vormde voor allerlei showpolitici om, in een vlaag van would-berebellie, de adviezen van een eigen adviesorgaan in de wind te slaan en om vervolgens, inderdaad, het gemeenschapsgeld rechtstreeks toe te stoppen aan een artiest met de juiste praatjes en dito contacten. En wel op ieder echelon en zonder al te veel controle. Terwijl andere kunstprojecten verantwoording verschuldigd zijn, in drievoud en vijf jaar van op voorhand, voor iedere aangeschafte potloodslijper.
Toen Let’s Go Urban uitdraaide op een financieel debacle zonder weerga, verdedigde de parttimeburgemeester van Antwerpen zichzelf, zijn twee betrokken schepenen en de godganse politieke klasse door leentjebuur te spelen bij de premier van Nederland. Mark ‘Teflon’ Rutte. Die is uitvinder van ‘de schuld-uitsmering totdat er geen greintje schuld meer overblijft’. Ook na het ruïneren van duizenden arme gezinnen bij de zogenaamde toeslagenaffaire.
De Antwerpse burgervader nam het Haagse riedeltje klakkeloos over. Iederéén had zich laten verblinden door El Kaouakibi. Dus was eigenlijk iederéén verantwoordelijk. En dus was niemand nog aansprakelijk voor het flagrante gebrek aan controle op miljoenen euro’s aan stads- en gemeenschapsgeld.
Het slaapliedje lijkt nog te pakken ook. Iedereen zit nog altijd stevig op zijn pluchen stoeltje vastgeschroefd, tot en met El Kaouakibi zelf. De enigen die ontslagen werden – bruut, cynisch en zonder Teflon – waren de werknemers van Let’s Go Urban. Zij creëerden nochtans alles wat waardevol was aan het project. Meestal tegen een schandalig laag loon. Terwijl boven hun hoofden elke betrokken bobo de pluimen van hún werk in de eigen reet stak. Totdat er geen eer, alleen nog stank mee te behalen viel.
NIEUWE VERZUILING
De benoeming en de bemoeienis van Bracke vormen geen losstaande anekdotes. Ze zijn onderdeel van een strategie. Uitgaand van een partij – nee: een beweging – die alleen in cultuur is geïnteresseerd als ze er een cultuuroorlog van kan maken, in de hoop haar sociaal-economische doelstellingen via een omweg te realiseren. Het gevolg is een sluipende politisering van al onze grote kunstinstellingen en adviesorganen. Hun raden van bestuur worden steeds meer geleid door een nomenklatura van geriatrische bloempotten. Zonder al te veel praktijkervaring of vakkennis zeggen die allemaal ‘hun gedacht’, in dienst van steeds weer hetzelfde gedachtegoed.
In de Vlaamse Opera bestookt voorzitter André Gantman de artistieke leiding met zijn oudbakken esthetische oordelen alsof hij de persoonlijke eigenaar is van de tent, en niet slechts de politieke conciërge. Mia Doornaert – barones van Achterbakhoven-tot-Likmevestje en voorzitter van Literatuur Vlaanderen – vergelijkt zichzelf dezer dagen zonder ironie met Emile Zola. Diens open brief ‘J’accuse’ ziet ze als een voorwoord bij haar hysterisch-rommelige schrijfsels in De Standaard, en de zaak-Dreyfus waarvoor Zola zijn leven en carrière riskeerde, vergelijkt ze met haar eigen kruisvaart tegen all things woke. Dit keer gekristalliseerd in – hou u vast – de kwezelachtige kritiek op Sneeuwwitjes kus in Disneyland Californië… ‘J’accuse! Ik wijs al degenen met de vinger die meedoen aan de verloedering en het emotionele geschreeuw, of die er geen weerwerk tegen bieden!’ Volgens mij bedoelt Mia daarmee minstens de helft van alle schrijvers die ze denkt te representeren.
Voor de raad van bestuur van de VRT maakt Geert Bourgeois zich op voor de vervanging van Luc Van den Brande. Een wissel die wél goed kan uitpakken. Al zegt dat een hoop meer over Van den Brande en zijn ultramontaanse bestuursstijl dan over gentleman Geert Bourgeois.
Zelf ben ik het meest ontsteld over ons Toneelhuis. Grootste theater van het land, in de top 3 der Nederlanden, tientallen jaren van triomfen in binnen- en buitenland… De zoektocht naar een nieuwe artistiek leider loopt nu al twee volle jaren. Dankzij het bemoeizieke, maar weinig bezielende chaosparcours van voorzitter Johan Swinnen. Twee jaar: hoe professioneel is dát?
Wacht eens even! Johan Swinnen? Die was verdikke lid van de vórige raad van bestuur van het VAF! En het was voor de verfilming van zíjn roman – ‘Happening’, over de brand in de Innovation – dat Jan Verheyen 1 miljoen euro steun zou krijgen. Die nu dus door de verse voorzitter meteen op de helling werd gezet… Kan het zijn dat Bracke in één moeite ook een private afrekening arrangeerde? Met een partijgenoot en concurrerende bloempot? Omdat er daarbuiten nog weinig af te rekenen valt voor een intrigant onder wiens voet vroeger zelfs de kasseien begonnen ruzie te maken?
SIEGFRIED REVISITED
Jaren geleden typeerde ik Bracke in dit blad als een plattelandskoster met een Richelieucomplex. Het is tijd om die woorden terug te nemen. Ze zijn te veel eer. Kardinaal Richelieu, l’Éminence Rouge, was behalve grondlegger van Frankrijk als grootmacht ook de oprichter van de Académie Française. Bij hem vergeleken is Bracke nooit verder geraakt dan de rol van Gelaarsde Poedel.
Zijn buiginkjes en vals bescheiden toontje: afkomstig uit het amateurtoneel, afdeling Gentse patronage. Hetzelfde geldt voor zijn snel scheefhangende kopje, om aan te geven dat hij, zelfverklaarde rakker, ook de volkse guitigheid beheerst als was het zijn vaak uitpuilende broekzak… Tel daarbij zijn krolse pirouettes als hij weer eens de lof zingt van zijn eigen bochten en carrièrewissels… Het zwierige zwaaien met zijn maçonnieke kinderzwaard als het hem uitkomt en het beschimpen van logebroeders als het hem nog beter uitkomt… Zijn weetjes, tweetjes en een-twee-drietjes met de weinige vrienden die hem nog resten in de bevriende pers… Het zijn allemaal lege gebaren van iemand die alleen nog het gebaar overhoudt, om de indruk te wekken van gewicht.
Uitgespuwd door vroegere medestanders, gewantrouwd door nieuwe vrienden, geminacht door leden van de hoge vergadering die hij heette te leiden, misprezen door professionals van een sector waarvan hij alleen in schijn de alleenheerser is… Zo galoppeert de Gelaarsde Poedel ten eeuwigen dage van studio naar vergadertafel naar borreltafel naar twitteraccount en weer terug. Op zoek naar een verloren eer die hij nooit heeft bezeten in the first place.