humoOpen Venster
Delphine Lecompte: ‘Een vriendelijke oproep aan Hilde V., Maaike N., Wim O., Stany C. en de andere fantasieloze bespottelijke eerzuchtige vedetten: staak het schrijven’
Daar heb je weer een roman van een acteur, deze keer is het Maaike Neuville die zich heeft vermomd als schrijver. Haar debuut is ongetwijfeld fraai geschreven, maar niemand zat erop te wachten.
Is het problematisch dat acteurs massaal boeken schrijven? Ja. Ze vergallen het voor debuterende beloftevolle schrijvers zonder bevallig snoetje, charisma, connecties en een bekende naam.
Uitgeverijen zijn uiteraard in hun nopjes wanneer een bloedmooie frisse vinnige gladde magnetische acteur op de deur komt kloppen. Als ze moeten kiezen tussen een propere kneuterige mediocre roman van een bekoorlijke beroemde acteur en een briljante stekelige snedige roman van een sukkelachtige gedrochtelijke debutant, wees dan maar zeker dat ze voor de acteur zullen kiezen.
Bedenkelijk en immoreel, ja. Maar uitgeverijen zijn nu eenmaal cynische inhalige mercantiele harteloze sluwe calculerende opportunistische bedrijven. Ze willen geld verdienen, en dat gaat het snelst met een bekende naam en snoet op de cover.
Uitgeverijen zijn zelden dapper, roekeloos en grootmoedig. Dus worden we om de oren geslagen met de zinloze stroeve oeverloos vervelende boeken van acteurs, die glibberige vunzige slome verwende mensensoort waarvan men weinig diepgang en integriteit mag verwachten.
De beste acteurs waren en zijn hufters: John Wayne, Klaus Kinski, Tommy Lee Jones, Alain Delon, Mel Gibson, Kiefer Sutherland, Jack Nicholson, Reese Witherspoon, Bette Davis, Joan Crawford, Gene Kelly, Charlie Chaplin, Cher, Charlie Sheen, Johnny Depp, enzovoort.
Gelukkig haalden (halen) die het niet in hun hoofd om boeken te schrijven, de meesten bleven (blijven) braaf cocaïne snuiven, rum zuipen, basgitaren van overleden hairmetalcoryfeeën verzamelen, en argeloze antilopeachtige sproeterige rondborstige majorettemeisjes verschalken.
Tijdens de pandemie verveelden acteurs zich stierlijk. Acteurs zijn holle ijdele wispelturige lichtzinnige hitsige oliedomme types die voortdurend in de schijnwerpers willen staan en applaus willen ontvangen. De pandemie was voor hen dan ook de grootste kwelling. Plots moesten ze het doen zonder de schijnwerpers, en het applaus ging uitsluitend naar de zorg.
O, wat moeten ze hebben afgezien, die arme gladde verweesde ontredderde zieltogende kokette wufte verwaande sterren. Tot ze het in hun hoofd kregen om literaire knutselwerkjes uit hun holten te persen tijdens de quarantaine.
Ze hadden documentaires over Dirk Bogarde kunnen bekijken, ze hadden een neurotisch maltezerhondje kunnen adopteren in het asiel van Sint-Truiden, of ze hadden desnoods verslaafd kunnen raken aan opium en/of macramé.
Maar nee: ze zagen het grootser en ambitieuzer. Ze gingen zich inbeelden dat al die theaterteksten van Ibsen, Tsjechov en Tennessee Williams die ze tijdens hun toneelopleiding uit het hoofd hadden geleerd, toch wel een beetje op hen waren afgestraald. Ongetwijfeld waanden ze zich op den duur zelfs groter, relevanter en origineler dan Ibsen, Tsjechov en Tennessee Williams samen.
Nu op Humo:
Wat u niet mocht zien in VRT-serie over vermiste Elke Wevers: ‘De docuserie is gecensureerd door Justitie. Het wíl de dader niet pakken’
Hoe groot is het stikstofprobleem in Vlaanderen? ‘Stikstof is niet alleen slecht voor de natuur, maar heeft ook een invloed op onze gezondheid’
Dym Berteyn, de verloofde van Jitske Van de Veire: ‘We proberen elke dag seks te hebben, zelfs al is het erg druk’
Mijn grootste postpandemische kwelling is dan ook: acteurs die hun knullige kunstmatige amechtige overbodige pennenvruchten op de boekenmarkt werpen.
Ik ben geen gefrustreerde schrijver, dat ik geen literaire prijzen ontvang, kan me niets schelen. Ik hoef zelfs niet gelezen en gerecenseerd te worden. De innerlijke noodzaak, het vuur, de koorts, de obsessie, de branie, de gretigheid, de jeuk en de schrijfvreugde stuwen me voort.
Ik sta op om 3 uur ’s nachts en dan is het neerpennen van mijn wrange gewelddadige barokke overdadige blasfemische teksten het enige wat in me opkomt. Het gebeurt haast instinctief, kinderlijk, sjamanistisch, religieus.
Ik ben geen zuurpruim. Van mij mag elke bipolaire hondenkapper, lankmoedige boomchirurg, verloederde alpacafokker of misnoegde korfbalcoach uit Turnhout en omstreken zijn lusten botvieren op sonnetten, haiku’s en misdaadromans. Zolang die amechtige sonnetten, haiku’s en misdaadromans maar braaf op de kneuterige keukentafel blijven liggen.
Maar acteurs hebben natuurlijk een legendarische narcistische megalomane geldingsdrang: zij moeten en zullen gepubliceerd worden! Het probleem met al die toneelspelers die hun pseudorelevante romans opdringen aan uitgeverijen is… net dat: uitgeverijen weten ook wel dat het commercieel interessanter (lucratiever) is om de debuutroman van een aantrekkelijke populaire flamboyante gerenommeerde acteur uit te geven, dan een kans te geven aan een debuterende korzelige anemische houterige gedrochtelijke feeks uit Alveringem die misschien wel een meesterwerk heeft geschreven. Een weerbarstige originele duizelingwekkende parel.
Maar we zullen het nooit weten. De bekende smoel krijgt voorrang. Zelfs wanneer de debuutroman van een getalenteerde hilarische opstandige foeilelijke zielenpoot uit pakweg Tienen uiteindelijk toch wordt gepubliceerd, dan moet hij of zij het stellen zonder promotionele steun van de uitgeverij.
Cynisme, kapitalisme en opportunisme regeren. Ook (of vooral) in de uitgeefwereld. Acteurs pakken de kansen af van echte hartstochtelijke oorspronkelijke rauwe ruwe diamanten.
Ik ben een romantische ziel: ik vind dat schrijvers zich monomaan, manisch, monastiek, koortsig en obsessief moeten bezighouden met hun urgente teksten. En ik vind dat enkel de ‘echte’ schrijvers het verdienen om gelezen en geprezen te worden: de kluizenaars, de woestelingen, de profeten, de misfits, de paria’s, de rebellen, de pestkoppen, de monniken, de zotten, de bezetenen.
De echte schrijvers zijn degenen die opstaan en schrijven. En schrijven en schrijven en schrijven en ploeteren en razen en tieren en schrappen en toevoegen en vloeken en herschrijven en prutsen en de mist ingaan. Elke dag opnieuw.
De echte schrijvers gaan slapen, maar ze kunnen de slaap niet vatten, omdat ze zichzelf kwellen: in één van hun teksten hebben ze het adjectief ‘tomeloos’ gezet waar ‘geestdriftig’ beter was geweest.
Of ze hebben een honingdas opgevoerd, terwijl een miereneter grotesker en geestiger had geklonken, misschien… En die Moldavische stukadoor, moet die niet veranderd worden in een Montenegrijnse messenslijper? En klinkt een sibillijnse okapiverzorger niet veel eleganter dan een norse lamaverzorger?
Elegant? ELEGANT?? Een schrijver moet helemaal niet ‘elegant’ willen schrijven. Veel beter is het om een taaie stugge dwarse recalcitrante onbevallige stugge naargeestige schrijver te zijn. Maar toch met een zekere muzikaliteit, een ritme, een hartenklop, waanzin, bezieling, engagement en mededogen.
Die onnozele hoogmoedige wispelturige toneelspelers drijven de spot met mijn passie, mijn virtuositeit, mijn heilige zotternij, mijn psychotische toewijding en mijn geniale ambacht.
Het schrijverschap is geen hobby. Geen snoeverij, geen bewijsdrang. Geen af te vinken ‘uitdaging’ op een bucketlist. Geen prestigieus imponerend tijdverdrijf tijdens een vervelende quarantaine. Het kenmerk van de grote kunstenaar is, volgens mij, de verschroeiende obsessie.
Dus ja, ik erger mij buitensporig aan de romans van al die acteurs die zich tijdens de pandemie te goed voelden om abrikozenrastervlaaien te leren bakken, of geen talent bleken te hebben voor het in elkaar flansen van origamilammergieren.
Al zijn hun romans misschien niet rotslecht, wat me stoort is: de vrijblijvendheid, het gebrek aan innerlijke drang. Omgekeerd zie je het zelden: schrijvers die de pretentie hebben om op de bühne te staan. En als het dan toch moet, tijdens poëzievoordrachten bijvoorbeeld, dan vallen toch vooral de kwetsbaarheid, de houterigheid, de onbeholpenheid en de schroom op.
Acteurs daarentegen ervaren geen enkele terughoudendheid om de literatuur te bezoedelen met hun stuntelige gekunstelde protserige pretentieuze kromme pseudogeëngageerde bagger.
Daarom deze vriendelijke oproep aan Hilde, Maaike, Wim O., Stany C. en de andere fantasieloze bespottelijke eerzuchtige vedetten: willen jullie tijdens de volgende pandemie a.u.b. boeddhistische tempels of sabeltandtijgers in elkaar boksen met jullie neuskeutels? Of ‘Dode zielen’ van Gogol lezen? Of luisteren naar de eerste vier platen van Marillion? Leer desnoods jodelen, griezelige Beierse poppen herstellen of dwangmatig masturberen met roestige Armeense oogbeitels. Maar staak het schrijven, jullie hebben niets te bewijzen en jullie teksten zijn gespeend van pit en woestheid en furie.
Ik ben de furie! Jullie zijn slechts mooie ijdele wufte lamlendige oppervlakkige hijgerige kronkelende behaagzieke vertolkers van andermans schandalige morsige spitsvondige groteske teksten. Ik zit niet te wachten op jullie woorden, blijf stom. Blijf stralend, blijf vergankelijk, blijf tijdelijk, blijf tragisch.
Jullie zijn geen schrijvers, jullie zijn schermen waarop echte schrijvers hun demonen en trauma’s projecteren. Jullie zijn canvassen, muzen, robotten, beesten, monsters, machines, accessoires, lichamen, lichtgewichten, schimmen, schaduwen, silhouetten, lustobjecten, karkassen. Ik wil gerust over jullie schrijven, maar jullie kabbelende gezapige mediocre kutromans hoef ik echt niet te lezen.
Delphine Lecompte, Brugge.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: