Open Venster
Delphine Lecompte: ‘Geweld in de kunst is essentieel en broodnodig. De roep om het eruit te verwijderen is verontrustend’
Vroeger werd de kunst van buitenaf aangevallen: door wereldvreemde fundamentalistische fatsoenrakkers, door weke gechoqueerde burgermannetjes en door nette bitsige WASP-dragonders zoals Tipper Gore (die verantwoordelijk is voor de betuttelende ‘Parental Advisory’-stickers op zogeheten opruiende vulgaire gevaarlijke satanische rockplaten). Nu bevinden de pezewevers en moraalridders zich ook aan de binnenkant.
De niet al te snuggere veel te mollige (o nee! Nu doe ik ook al aan ‘bodyshaming’) zwaar overroepen Amy Schumer, de vage flinke kille oninteressante roodharige Julianne Moore (die na ‘Short Cuts’ in geen enkele interessante film meer te zien was) en een heleboel andere verdwaasde verontwaardigde blatende Hollywoodsterren pleiten voor een ‘verantwoord gebruik van vuurwapens’ in films.
Wat dat betekent, wordt nergens duidelijk.
Het betekent wellicht dat Albanese pooiers, Somalische mensensmokkelaars, hopeloze junkies zonder tanden, verlepte Moldavische hoeren, karikaturale lispelende bordeelhouders, konkelfoezende Mexicaanse drugkoeriers en sukkelachtige drankzuchtige Ierse maffiosi die niet in staat zijn om William Blake te citeren nog steeds naar hartenlust afgeknald mogen worden... Maar dat schattige pure onberispelijke majorettemeisjes, fiere atletische blakende blonde paardenfluisteraars en glimmende blozende hartelijke grootmoedige makelaars met het hart op de juiste plaats gespaard moeten blijven.
Waardige serene rolmodellen en integere in het nauw gedreven sheriffs zullen nog mogen schieten, corrupte pelsjagers en gokverslaafde touwslagers mogen hooguit onmachtig tieren en zich laten afmaken.
De schurken moeten het onderspit delven. De ‘goede’ pure mensen moeten overwinnen, want dat is nu eenmaal de aangenaamste meest sprookjesachtige versie van de werkelijkheid.
Wat een onzin!
De werkelijkheid is kras en oneerlijk en ambigu, en ik wil die krasheid en oneerlijkheid en ambiguïteit terugvinden in de kunst.
Grote kunst moet geen morele richtlijnen uitdelen. Grote kunst moet zich niet bezighouden met rechte paden, nobelheid, zuiverheid en ethiek. Grote kunst moet niet beleefd en fatsoenlijk en verteerbaar zijn.
Grote kunst moet zonder scrupules en zonder pottenkijkers alle zonden, gebreken, zwakten, transgressies en verdorvenheden van de mensheid exposeren. Exposeren, maar niet aan de kaak stellen.
De kunstenaar is geen moeder, geen dekentje, geen doekje voor het bloeden, geen inspecteur en geen moreel verheven docent.
Gratuit geweld, sadisme en wreedheid maken kunst schurend en interessant. Geweld in de kunst is essentieel en broodnodig.
In ‘Funny Games’ van Michael Haneke worden alle conventies op hun kop gezet: het brave kleurloze welgestelde witte gezin wordt gefolterd en uitgemoord door twee jonge (keurig geklede) psychopaten. Er is geen bloed te zien, maar de beklemming is ondraaglijk.Het gezin ontkomt niet, er is geen catharsis.
Regisseurs moeten geen kompressen, soelaas, troost en kalmeermiddelen geven aan de toeschouwer. Ze moeten ons niet sussen en in slaap wiegen. Ze zijn niet verplicht om een parallelle artificiële zeemzoeterige utopische wereld te creëren waarin goede behulpzame altruïstische mensen zegevieren en boosaardige mercantiele onaangepaste ploerten worden gekastijd en bestraft.
Kunst is geen waarschuwingsfabel. Kunst moet de schoonheid dienen. De schoonheid van bloed, haat, geweld, twist en distorsie. Brute onaangename hatelijke genadeloze esthetiek die geen rekening houdt met frêle broze getraumatiseerde zieltjes die zijn opgegroeid met Disney en ‘Sleepless in Seattle’.
De kunstenaar moet geen rekening houden met uw benepenheid, uw grenzen, uw voorgeschiedenis, uw kleur, uw geslacht, uw pijn en uw lichtgeraaktheid. De kunstenaar moet vooral zijn goesting doen, zijn vieze vunzige erotische fecale degoutante blasfemische goesting!
Een kitten is mooi. Een kitten is geen kunst. Een afgehakt paardenhoofd werd kunst. Een gefolterd eendje (‘The House That Jack Built’) werd recenter ook kunst.
De roep om alles wat stoort en verontrust uit de kunst te verwijderen is… verontrustend.
Er zullen altijd kinderen worden vermoord, er zullen altijd mensen ten prooi vallen aan verslavingen, er zullen altijd vaders bestaan die zich vergrijpen aan hun dochters, er zullen altijd vereenzaamde taxidermisten rondlopen die hun aanbeden moeders willen mummificeren, er zullen altijd gefrustreerde truckchauffeurs opdoemen die hun misogyne agressieve lust botvieren op kwetsbare van huis weggelopen pubermeisjes, er zullen altijd gezinnen worden gegijzeld met buitenproportioneel geweld, er zullen altijd banken worden overvallen, en er zullen altijd racisten en zondaars worden geboren die nooit tot inkeer komen.
Haat en wrok en afgunst en inhaligheid en sadisme zijn eeuwenoud en het zijn alleszins rijkere ingewikkeldere diepere interessantere thema’s dan het fabeldier gelijkwaardigheid.
Gelijkwaardigheid bestaat niet. Er is altijd iemand die een ander wil fnuiken, geselen, vernederen en koeioneren. Dat is de aard van het beestje. Doen alsof we rechtschapen en mild en vergevingsgezind zijn is hypocriet en contraproductief.
In het openbare leven moeten we uiteraard ons best doen om hoffelijk, terughoudend en behulpzaam te zijn. In de kunst moeten we aan de slag gaan met onze demonen, angsten, grillen, neurosen, driften, listen en perversies.
Paradoxaal genoeg zijn het vaak de regisseurs die de meest sinistere en lugubere thema’s exploreren die het zachtaardigst zijn: Lynch, Cronenberg, Peter Weir, Pasolini, Hitchcock, Bertolucci enzovoort. De regisseurs van luchtige komedies blijken vaak sociopaten, narcisten en rotzakken.
Wreed en nietsontziend zijn in de kunst is een uitlaatklep, een bezwering van onwelvoeglijke driften en heerlijke smerigheden.
De reden waarom mensen een schoolgebouw binnenstappen en onschuldige scholieren neerknallen heeft bijna altijd te maken met een ontoereikende gezinssituatie, een psychische kwetsbaarheid en/of een duizelingwekkende barbaarse onmenselijke werkdruk. De kunst met de vinger wijzen is dom, puriteins en engdenkend.
Miljoenen mensen hebben ‘Pulp Fiction’ gezien. Slechts enkelingen hebben ‘Pulp Fiction’ nageaapt. Zij zaten reeds vol haat en frustraties. Het is niet de schuld van de kunst dat die enkelingen (zonderlingen?) amok hebben gemaakt.
Kunst is overigens geen opvoeder, kunst is een stoorzender. Kunst heeft geen enkele verantwoordelijkheid, geen enkele plicht om een moreel standpunt in te nemen.
L’art pour l’art.
Kunst moet schokken en sarren en tergen en kwellen en beklemmen en verontrusten. Kunst moet niet koddig, liefelijk, geruststellend, beleefd, kabbelend en vriendelijk zijn. Kunst mag venijnig, nijdig, walgelijk, woedend, snerend, fulminerend en nihilistisch zijn. Graag! Met vuurwapens? Ja! Maar ook met: stokken, stenen, netten, zwepen, vochten, stroomstoten, kadavers, gif en stront.
Van Hollywood moeten we uiteraard allang geen grote kunst meer verwachten. Daar worden nog enkel zielloze steriele opzichtige blockbusters over superhelden en holle ronkende flemerige biopics over legendarische boksers en trotse presidentsvrouwen op de markt geworpen.
In Europa hebben we het beter getroffen: Lars von Trier, Gaspar Noé, Leos Carax, Ulrich Seidl, Haneke, Polanski, Rebecca Zlotowski en vele anderen. Hun films bevatten overigens weinig vuurwapens, maar des te meer dreiging en onderhuidse walg en haat. En heel veel seks en naaktheid.
Hollywood zou zich beter de vraag kunnen stellen waarom orgastische schietpartijen in films zo lang als volstrekt normaal werden beschouwd terwijl de schamele ongeloofwaardige seksscènes volstrekt bloedeloos werden neergezet: wazige copulaties met perfecte schmink, onbewogen linnen en ondergoed als harnas.
Ik heb niets tegen vuurwapens in de kunst. Zelfs niet wanneer het om extatisch sensueel verheerlijkend bloedvergieten gaat. ‘I shot a man in Reno just to watch him die’. Die regel is zo verdomd krachtig omdat Johnny Cash het achteloos, blijmoedig en onnadrukkelijk zingt. Punk. Johnny Cash was geen moordenaar. Het was zijn volste recht om liedjes te zingen over schurken, drifters, gokkers en onverlaten. Het is het volste recht van elke kunstenaar om ploerten en boeven op te voeren: treinrovers, premiejagers, racisten, serieverkrachters, dierenbeulen, broedermoordenaars, kannibalen… En moeten ze op het eind van de film/het liedje/het boek tot inkeer komen? Natuurlijk niet. De kunstenaar heeft niet de taak om ons wijs te maken dat alles goedkomt
Niets komt goed. De wereld is verwerpelijk en uw medemens wil u een hak zetten of u zelfs martelen en vermorzelen. Uw gezinsgenoten zijn nog het ergst. De enige taak van de kunstenaar is om woeste eindeloze radicale authentieke kunst te scheppen zonder rekening te houden met de kleinburgerlijke kudde die hij onvermijdelijk zal beschimpen en schofferen.
De kunstenaar is pas een echte kunstenaar als hij zich afkeert van de maatschappij en erop spuwt.
De kunst aanvallen is abominabel en totalitair. Richt liever de wapens op de fundamentalistische white picket fence-demagogen. Op het extreemrechtse gespuis en hun ‘christelijke’ geldschieters.
Delphine Lecompte, via e-mail
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: