null Beeld Humo
Beeld Humo

humoOpen Venster

Delphine Lecompte: ‘Mensen in elkaar meppen onder invloed van kerstmarktjenever vinden we aanvaardbaar, maar speedverslaafden zijn monsterlijke schepselen’

Lezersbrief

In 2019 kroop ik elke ochtend klam, panisch, amechtig, rochelend, rillend en klappertandend naar de Carrefour Market in de Scheepsdalelaan (Brugge) om mijn dagelijkse dosis vermouth, roséwijn en trappistenbier in te slaan. Ik had het ‘geluk’ dat mijn drug alcohol was. Ik kon in veilige omstandigheden en tegen een relatief goedkope prijs aan mijn roes (verdoving, pijnstilling) geraken, en op het eind van mijn verslaving: simpelweg in leven blijven.

De verslaafde die de pech heeft vast te zitten aan een illegale drug is overgeleverd aan afgrijselijke huiveringwekkende onvoorspelbare mercantiele grijnzende gewetenloze karikaturale boemannen die hem kunnen en zullen bedreigen, chanteren, uitkafferen, schoppen, bijten en afranselen met potsierlijke Noord-Macedonische tuinreigers en vermolmde opgezette honingdassen.

Bovendien kan de deerniswekkende machteloze wanhopige lijdzame onderdanige ellendige erbarmelijke junkie nooit de zekerheid hebben dat zijn exorbitant geprijsde roesmiddel ‘zuiver’ is, dat er geen rattenvergif of erger (wat is erger dan rattenvergif? Gemalen Bulgaarse schandknapen met apenpokken?) doorheen vermengd zit.

Je kan neerkijken op een junkie. Waarom een wanstaltige sterfelijke protserige inhalige hitsige corrupte middelmatige verkrampte sterveling zou moeten neerkijken op een andere wanstaltige protserige inhalige hitsige corrupte middelmatige verkrampte sterveling, heb ik nooit begrepen. Maar ik weet dat het gebeurt. En ik weet hoe wreed, honend, smalend, misprijzend en neerbuigend sommige mensen spreken over drugverslaafden.

Schaam jullie!

Kijk dan misschien liever neer op de gemiddelde Vlaamse misogyne racistische zwaarlijvige zelfgenoegzame ploert die ’s avonds in zijn harteloze zetel ploft met zes zakken pickleschips en drie kortademige broodfokbuldoggen met bespottelijke knellende allesbehalve koddige piratenkostuumpjes aan (waar ze niet om gevraagd hebben). Ik vind de gewoontes en rituelen van de archetypische Vlaamse snoeverige ploert minstens even immoreel als de demonen en huidziekten van de vastomlijnde Vlaamse junkie.

De echte schurken, de glimmende ongenaakbare drugmogols, blijven bijna altijd buiten schot. Dus ja: ik pleit ervoor om drugs te legaliseren. Alle drugs, de slechte drugs en de goede drugs. Er bestaan natuurlijk geen goede drugs. Maar bijna iedereen vindt suiker, nicotine en mensen in elkaar meppen onder invloed van kerstmarktjenever aanvaardbaar. En bijna iedereen denkt dat speedverslaafden monsterlijke abominabele wetteloze haast buitenaardse inferieure schepselen zijn. Dat zijn ze niet.

Elke verslaafde is gelijk, elke verslaafde lijdt en verdient soelaas. In 2020 liet ik mezelf opnemen in de psychiatrie om komaf te maken met mijn drankverslaving. De psychiater schreef kwistig allerhande benzodiazepines voor. Xanax nam ik al, Rivotril (clonazepam) was nieuw voor mij. Ik googelde het goedje en kwam terecht bij de fabelachtige Stevie Nicks die na haar cocaïneverslaving Klonopin (in Amerika is dat de merknaam van clonazepam) kreeg voorgeschreven en acht jaar later wakker werd en besefte: ik heb acht jaar lang als een doffe logge lethargische zwaarmoedige onbevallige antipathieke zombieachtige Nijlvaraan rondgewaggeld. Van de regen in de drop.

Ik heb geen ervaring met cocaïne, een drug die ik associeer met narcistische makelaars, vadsige limonadetycoons en glunderende gluiperige minigolfterreinuitbaters. Ik heb wel ervaring met clonazepam, en ik moet Stevie Nicks bijtreden: clonazepam stompt een mens af. Het verpulvert alle geestdrift, begeestering, creativiteit en medemenselijkheid. Men wordt er hol, log, nijdig, gefrustreerd, gierig en gemeen van. Het zou verboden moeten worden, maar pocherige paternalistische pretentieuze oubollige psychiaters zijn er verzot op.

De enige illegale harddrug waar ik ervaring mee heb is: opium. In 1999 rookte ik opium in Beernem met Kenny en Vera (de namen zijn gewijzigd, ook al is dat in feite niet nodig want Kenny en Vera waren onschuldige zondige morsige leeftijdsgenoten die ook opium rookten maar er minder fel op reageerden dan ik), ik kreeg bijna meteen een buitenproportionele gestoorde paniekaanval. Daarna begonnen de visioenen en hallucinaties: ik dacht dat ik een Aboriginal was, een hele angstige Aboriginal.

Een beetje later was ik een ongeliefde Russische koetsier in de negentiende eeuw, daarna een boerse winderige paardendief, en tot slot een kribbige transseksuele coniferenscheerder met een uitpuilend stomazakje en een onafscheidelijke profetische teckel. De kriebelende jeukerige groteske duizelingwekkende claustrofobische angst was niet te harden. Kenny en Vera waren verdwenen, ik dwaalde door de straten van Beernem en klopte lukraak op een voordeur. Een stokoude anemische bietenboer in een lang Stijn Streuvelsachtig nachthemd deed de deur open. Hij was niet kannibalistisch, niet handtastelijk en niet pervers. Godzijdank. Hij ving me op, kalmeerde me, wiegde me, kamde mijn slierterige haren en warmde aspergesoep voor me op. Christelijk.

De volgende dag keerde ik terug naar het huis van mijn moeder en mijn sombere mompelende hypochondrische stiefvader in Sint-Kruis (ik was twintig en woonde nog thuis). Maar ik zou nog drie maanden verward, ontredderd, hulpeloos, incontinent en incoherent blijven. Pas jaren later besefte ik dat ik toen een psychose heb meegemaakt. Wat heeft men aan zo’n besef?

Met opium heb ik nooit meer geëxperimenteerd, maar met de legale drugs trappistenbier, witte wijn, wodka van de Lidl, keukensherry, kersenbonbons en Xanax des te meer. Mijn joviale huisarts schreef me jarenlang lustig, gulzig, tomeloos en zonder gewetensbezwaren Xanax voor, soms gaf hij me na een korte consultatie vijf (!) voorschriften en grapte hij: ‘Je kan er een voetbad mee nemen.’ Hij wist dat ik bipolair, anorectisch, getraumatiseerd, verslavingsgevoelig en behoorlijk suïcidaal was. Maar ik was ook 26 en verantwoordelijk voor mijn eigen dwaze drieste destructieve onverbeterlijke keuzes.

Ik kan alleen maar mezelf vervloeken. Ik was de schuldige en de regisseur van mijn zielige koppige verbeten boetedoening. Als dat het juiste woord is: boetedoening. Zelfkastijding? Zwakte? Decadentie? Impulsiviteit? Escapisme? Liederlijkheid? Lafhartigheid? Zwakte? Ik heb geen spijt. Maar toch een beetje. Vooral van het krankzinnige slopende uitputtende drankmisbruik.

Was alcohol illegaal geweest in de jaren dat ik eraan verslaafd was (2000 tot 2019, met nu en dan een stroeve nuchtere doffe vreugdeloze nagelbijtende alcoholvrije episode), dan had ik zonder scrupules mijn schaamlippen en linkernier verkocht aan de hoogste tandeloze grimmige Moldavische bieder en/ of ingebroken in de villa’s van geprivilegieerde bulderende meubelmagnaten met grappa en whisky in hun kelder, of een steen geworpen door de ruit van de okerkleurige jeep van een necrofiele tegellegger had er een fles citroenjenever op de achterbank gelegen. Alles zou ik gedaan hebben om aan mijn roes te geraken.

En om de ontwenningsverschijnselen voor te zijn, om de kater en doodsangst uit te stellen: hair of the dog. Want een verslaving is prettig en bedwelmend, tot het kreupelend en zieltogend wordt. Levensbedreigend zelfs. Tot men badend in het angstzweet wakker wordt, ten einde raad naar de kerk gaat en pist en braakt in het wijwatervat. Tot men traag zelfmoord pleegt met andere schurftige onzinnige gebrekkige beklagenswaardige verslaafden. Tot men te bang is om een douchecel te trotseren, of te bibberend om een tandenborstelbeker vast te klemmen. Tot men ambulances opbelt en op de vlucht slaat met een infuusstaander. Tot men tikt op de ruit van een voormalige vrachtwagenchauffeur die men van haar noch pluim kent, maar de drank is op en de nachtwinkel is gesloten en het is algemeen gekend dat de voormalige vrachtwagenchauffeur altijd Cara’s in huis heeft. En dat hij altijd wanhopig kameraadschappelijk, ontwapenend en gastvrij is. Ja: ik heb het nog steeds over mezelf…

Ik tikte ten einde raad op de ruit van een versleten truckchauffeur. We copuleerden troosteloos, maar ik telde mijn zegeningen: ik kreeg bier en de voormalige vrachtwagenchauffeur was allesbehalve een sadist of een nare kibbelende gewelddadige rotzak. Hij bleek een sympathieke verslagen norse droefgeestige getraumatiseerde gemarginaliseerde paria die van Lynyrd Skynyrd en The Allman Brothers Band hield.

En van spieringkoteletten en van wraakactiethrillers die zich afspeelden in armetierige poëtische Cambodjaanse getto’s. Het had veel slechter kunnen aflopen. Ik hoor mijn criticasters al in de verte: nu schrijft die trut een pleidooi voor de legalisering van drugs (wat op zich al erg genoeg is) en ze heeft het OPNIEUW vooral (vrijwel uitsluitend) over zichzelf… Dat is nu eenmaal mijn methode. En ik weet wat het is. Verslaafd zijn, verstrikt zitten in het kluwen van gewoonte en gewenning. Het rillen, de obsessie, de koortsigheid, de waanzin, de razernij, de zelfverloochening, de helse apathie en de vreselijke snerende schuimbekkende aversie tegen de maatschappij en het bestaan.

Mijn empathie en mededogen voor elke verslaafde is echt, gemeend, diep en doorvoeld. Ik ken de kwellingen, de knopen en de beknottingen van de verslaving. Ik heb dan ook enorm veel medelijden met elke junkie, ook met degene die het zelf heeft gezocht. Ik weet zelfs niet wat dat betekent: het zelf hebben gezocht. Elke verslaafde die ik ken heeft een afschuwelijke resem jeugdtrauma’s, ongeneeslijke wonden en intergenerationele littekens. Bijna elke verslaafde komt uit een familie waar affectie zeldzaam was, waar incestueuze beulen rondwaarden en waar allerhande pijnstillers, brandewijnen en genotsmiddelen werden misbruikt.

Het grote verschil tussen alcoholisten en junkies is dat alcoholisten in een knusse kneuterige steriele zielloze supermarkt vol aardige robotachtige rekkenvullers kunnen rondstruinen om aan hun drug, hun waar, hun heilige graal te geraken. En tegelijkertijd kunnen ze maandverbanden, zoetzure augurken, vanillepudding, kattenbakvulling en afwasmiddel kopen. Junkies zijn overgeleverd aan lelijke demonische amorele opvliegende dealers met geen greintje zorgzaamheid, respect en bekommernis voor hun cliënten. Het enige waar de dealers om geven is geld en winstbejag.

Druggebruik is niet immoreel. Misschien is het zwak. Maar naar F.C. De Kampioenen of naar Love Island kijken is evengoed zwak, dwaas en onnozel. Het bestaan is een verschrikking, binnenkort gaan we dood, onze vaders waren kil, onze moeders zijn te overheersend en we worden geplaagd door eetstoornissen, eczeem, minderwaardigheidscomplexen, dwangneurosen, ijdelheid en afgunst. We zoeken troost. In mergpijpjes, in SM, in Wings, in antipsychotica, in heroïne, in paardentranquilizers, in Roemeense lijm, in flamboyante marsepeinen rattenvangers, en in analfabete jongenshoeren. Niet altijd in grote kunst en literatuur. We zoeken helaas zelden troost: in William Blake, in The Fall, in Haneke, in Lars von Trier, in Kira Wuck, in Willem Elsschot, in Derrida, in Bergman, in Degas, in Max Beckmann, in Perec of in Mahler. We zoeken en vinden de grootste troost in de vlucht, de verdoving, de verdwazing, de roes, de waas, de damp, de droom, de slaap.

De meest efficiënte vlucht zal altijd toxicologisch, farmacologisch, narcotisch en/ of alcoholisch van aard zijn: krachtige kruidige benevelende giftige formidabele transformerende planten, drugs. Zelfs dieren sabbelen op hallucinogene kalmerende pijnstillende stengels wanneer ze gewond zijn. Geld verdienen op de kap van een miserabele verslaafde, dat is de enige misdaad in het hele drugverhaal. Daar zit de ware kwaadaardigheid.

Legaliseer drugs, bescherm de junkie en geef geen moer om de dealer. Die moet zich maar omscholen tot baggeraar, mijnwerker, leeuwentemmer of touwslager.

Delphine Lecompte, Brugge

Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in:

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234