Open Venster
Delphine Lecompte: ‘Menstruatieverlof geeft enkel munitie aan botte mannen om weer ‘Zie je wel’ te schreeuwen’
Ik herinner me de eerste keer dat ik menstrueerde: feest! Eindelijk was ik een volwaardige krachtige mysterieuze seksuele vrouw met wie de wereld rekening zou moeten houden.
Het verliep anders: de wereld probeerde me constant klein te houden, te fnuiken, te saboteren, te pesten, te betuttelen, de mond te snoeren, te bezoedelen, te versmachten, te bekladden, te vernederen en te verpulveren. Zowel mannen als vrouwen.
Ik was raar, gedrochtelijk, labiel, gestoord, destructief, gemeen, anders. Ik was de paria, de misfit, de dorpsgekkin, de slet, de heks, de pyromaan en de winkeldief.
Ondanks mijn zielige imago en deerniswekkende status slaagde ik erin om robuuste blasfemische teksten te schrijven, vriendschapsbanden te smeden met andere baldadige anarchistische verschoppelingen, en een rijk erotisch leven op te bouwen. Menstruatie? Geen bezwaar.
Mijn eerste ‘geliefde’ die een aversie had tegen menstruatiebloed, was de sadistische nachtverpleger, maar hij viel dan ook op engelachtige smetteloze 12-jarige jongetjes. Ik had anorexia toen we een relatie hadden, dus kwam er nooit bloed uit mijn lijf. Het was de nachtverpleger die me op de hoogte bracht van het bestaan van menstruatiehutten. Hij vond het een uitstekend idee, en erg jammer dat het nooit in zwang was geraakt in Europa.
Er is niets feministisch aan het menstruatieverlof. Het is de moderne westerse variant van het Nepalese hindoeïstische gebruik van de menstruatiehut, waarbij bloedende vrouwen wegens hun onreinheid tijdens het menstrueren verplicht worden om zich af te zonderen in een lege hete bestraffende barak.
Menstruatieverlof is het toppunt van seksisme en misogynie. Mannen moeten op een hoffelijke fijngevoelige manier leren omgaan met bloedende vrouwen. Vrouwen moeten zich niet afzonderen en wegkruipen als ze menstrueren, dat vergroot alleen maar de schaamte en het taboe dat nog steeds op menstruatie rust.
Menstruatie is niet besmettelijk en niet vies. Het is evenmin levensbedreigend of slopend. Het is minder vervelend dan een kater.
Dat zotte voorstel geeft bovendien onnodige munitie aan de vele botte paternalistische mannen die vrouwen misprijzen en als frêle wispelturige onbetrouwbare etherische wezens beschouwen. Zij kunnen nu weer schreeuwen: ‘Zie je wel! Elke maand vallen de tere delicate wichten ten prooi aan hun grillige hormonen! Ze zijn niet in staat om op ons niveau te functioneren!’
Er zijn gesprekken nodig over menstruatie. En vooral over de ambiguïteit rond menstruatie. De vruchtbare maagdelijke vrouw wordt vereerd, maar de seksueel actieve menstruerende vrouw wordt beschouwd als een walgelijk walmend diabolisch verderfelijk corrupt en te mijden serpent.
Oog voor de vrouw in de menopauze zou mooi zijn. Maar niemand wil acht slaan op een vrouw met kwabben, melanomen, harige wratten en rimpels.
Een man die ouder wordt, noemt men knap, verweerd, handsome. Een man wordt zogezegd alleen maar charmanter met het verstrijken der jaren. Een vrouw wordt dor, bitter, droog, nukkig, raakt vereenzaamd en verslaafd aan sherry, en verzamelt zwerfkatten. De waarheid is natuurlijk dat een man ook lelijk(er) wordt: korter, stugger, slapper, langdradiger, vlekkeriger, koppiger, grimmiger en egoïstischer. En we zijn, in het beste geval, meer dan ons vergankelijke omhulsel en onze kleinzielige trekjes.
Niet elke jonge mens is een goddelijke dartele ontwapenende hinde, en niet elke oudere persoon is een log cynisch inhalig reptiel. Zoals Georges Brassens terecht zong: ‘Qu’on ait 20 ans, qu’on soit grand-père / Quand on est con, on est con!’
Menstruatieverlof is te belachelijk voor woorden. Soms komt er vocht uit een vrouw. Snot en etter en pis. Maar ook bloed met klonters, stolsels. We mogen bloeden. Mogen we bloeden? Vrouwen mogen bloeden, en huilen, en klaarkomen, en tieren, en vloeken, en zuipen, en kotsen, en winkeldiefstallen plegen, en onvriendelijk zijn tegen louche televisiepriesters.
Vrouwen mogen geile hitsige brutale provocatieve expliciete Humo-columns schrijven waarin ze hun fecale gewelddadige seksuele uitspattingen met versleten truckchauffeurs, incestueuze imkers en sadistische zadelmakers vieren en in de verf zetten.
Vrouwen mogen masturberen met groteske speelgoedtelefoons, Mongoolse paraplubakken en sierlijke diepvrieskreeften. Vrouwen mogen hun morsige excessieve dwangmatige masturbatiessesies van de daken schreeuwen. Vrouwen mogen minigolf spelen, tijgerpythons liefkozen, mediteren, vasten, bidden, stuiptrekken, alle religies verguizen en vuurspuwen. Vrouwen mogen zichzelf straffen en geselen.
Vrouwen mogen fiere meesteressen, schaamteloze diva’s, verlepte bordeelhoudsters, wrokkige misdaadschrijfsters en onscrupuleuze limonadetycoons zijn. Vrouwen moeten geen edelmoedige broze breekbare vage wazige waardige zachtaardige elegante porseleinen nimfjes zijn die in stilte het goede nastreven en zichzelf wegcijferen. Lijden zullen we sowieso.
Ik ben een vrouw en ik lijd. Maar ik wil dat mijn lijden briesende, bruisende, brullende, gutsende, gulpende, schuimende, spetterende, koortsige, explosieve, vulkanische vormen aanneemt.
Veronica had een doek. Een doek met Jezus erop. Ik heb ook een doek. Een doek met een afdruk van mijn kut erop, een schamele vod tussen mijn benen. Ik heb ook nog wel ergens een doek liggen met paaskuikens en profetische teckels.
Maar de gesprekken moeten eigenlijk gaan over de grote rauwe pijnlijke onappetijtelijke onverteerbare wrede thema’s, zoals armoede, verkrachting, abortus, tirannie, seksisme, ongelijkheid en onvruchtbaarheid (of kinderloosheid).
Er bestaan vele soorten pijn. Vele soorten pijn horen bij het leven. Niet iedereen ervaart lijden op dezelfde manier. Niet elke vrouw wil een kind, en niet elke vrouw heeft evenveel last van menstruatiekrampen.
Zorgzaam omgaan met de pijn en het ongemak van onze medemensen is een essentiële taak van elke mens, een morele plicht. Ik probeer zorgzaam om te gaan met mijn kortstondig bloedende zus Zoë. Maar ik heb minstens evenveel genade voor de voormalige vrachtwagenchauffeur, die elke ochtend zijn pilsjes uitzweet, knarsetandt, krabt, ijlt, hallucineert, braakt en zweet.
Hij bezwangerde mij in 2019. Ik kreeg een miskraam. Elke maand haat ik mijn menstruatie, want ik wilde zo graag een kind. Ik wilde een zoon. Omdat de wereld een afschuwelijke plek is voor meisjes, vrouwen, degensliksters, hoeren en toveressen. Nog steeds.