columnDelphine Lecompte
Delphine Lecompte: ‘Waarom zou ik mijn ouders eren? Twee harteloze egocentrische alcoholistische uilskuikens die me hebben afgeranseld met espadrilles’
Ik neem moederziel alleen de trein van Brugge naar Antwerpen, waar ik aan de tand zal worden gevoeld door een Hollandse gozer van Trouw die ongetwijfeld goed in zijn vel zal zitten en geen -fysieke misvormingen zal hebben. Maar zelfs al had hij een hazenlip of een prothese-arm, dan zou hij nog goed in zijn vel zitten, it comes with the territory. The territory of mogen werken voor een grote Hollandse krant.
In de trein lees ik de verhalen van Etgar Keret. Er zitten geen griezels in het treinstel. Het is wel griezelig dat ik de enige ben met een boek. Een jonge vrouw schreeuwt aan de telefoon: ‘Staat er een peer aan de deur!? Ah, een beer! Laat hem gewoon binnen.’
Keret beschrijft hoe hij telecomoperatoren nooit kan afwimpelen, omdat hij zich voorstelt hoe de operator op de rand van zijn/haar vensterbank op de 41ste verdieping staat en zijn/haar besluit al genomen heeft: ‘Nog één zo’n klootzak die nee tegen me zegt en ik spring!’ Dus zegt Keret tegen telecomoperator Devora dat hij in een kuil is gevallen. Devora zegt: ‘Een prettige dag verder!’ De volgende dag belt ze terug. Keret zegt: ‘Er heeft zich koudvuur ontwikkeld, mijn voet moet worden geamputeerd. Daar heb je de dokter al!’ Devora zegt: ‘Dan probeer ik het morgen wel.’ Een dag later zegt Keret: ‘Etgar is overleden, ik ben zijn jongere broer, Michael. Ik kan nu niet praten, ik ben op de begrafenis.’ Devora zegt: ‘Ik bel u later. Ik heb een troostpakket, perfect voor een geval als het uwe.’
Ik kom aan in Antwerpen-Centraal, Annelies van Borgerhoff & Lamberigts wacht de angsthaas die ik ben op in de inkomhal. We wandelen samen naar het smetteloze chique steriele hypermoderne mediagebouw dat onderdak biedt aan Humo, maar ook aan protserige schreeuwerige tijdschriften gespecialiseerd in parasols, klik-laminaat, luxeverf, theelichthouders en overspel van BV’s.
Op het gelijkvloers bevindt zich een cafetaria. De journalist uit Nederland zit er al, hij heet Arjan Visser. Hij lijkt op een bloedmooie pretentieloze coniferenscheerder, dat is alvast een beloftevol begin. De rubriek waarvoor ik geïnterviewd word, heet De Tien Geboden. Arjan vraagt: ‘Wil je de Nederlandse doen?’ ‘Nee, de Belgische!’ De Nederlanders zijn protestanten en mogen geen beelden vereren, ze geloven zelfs niet in de Heilige Maagd Maria. Behalve Gerard Reve.
Ik ben katholiek opgevoed, tussen wansmakelijke Sint-Blasiusbeelden, frauduleuze reliekarmen en spetterende sadistische staties waarin Jezus werd gejonast, getreiterd, gegeseld, gesard en vernederd. Gewoon omdat hij zich had ontfermd over hoeren, luiaards, zatlappen, kreupelen, necrofiele tegelleggers, incestueuze imkers en melaatsen.
Arjan vraagt wat ik zoal heb gestolen de voorbije week en of ik geen wroeging heb? ‘Een pluchen walrus, geen wroeging. Een Senegalese rugkrabber, geen wroeging. Een biografie van Alan Alda, geen wroeging. Een opgezette zebramangoeste, zeker geen wroeging.’ Arjan vraagt: ‘Waarom zeker geen wroeging over de zebramangoeste?’ ‘Het affreuze exemplaar zat vol larven, ik heb mijn huis moeten laten desinfecteren.’ ‘Karma!’ ‘Nee, larvae!’
Een ander gebod waarin ik sterk ben, en dan bedoel ik sterk in het aan mijn laars lappen van het gebod is: vader, moeder zult gij eren. Onzin! Waarom zou ik twee harteloze egocentrische alcoholistische opvliegende uilskuikens moeten eren die me ongewenst op deze ruwe aardbol hebben gedropt, die me hebben afgeranseld met lelijke zalmroze espadrilles, die weigerden om een brooddoos van de Poppels voor me te kopen, die me dwongen om beschimmelde yoghurt naar binnen te zwelgen, terwijl zij zichzelf volpropten met zilveruitjes, zeeduivels, boekweitpannenkoeken, struisvogeleieren en marsepeinen kaarsenmakers?!
Dan afgunst. Ik zeg: ‘Ik ben jaloers op iedereen met een mooie snoet. Maar hun jacuzzi’s, hun flipperkasten van Alice in Chains en hun collectie luchtziektezakjes van Armeense luchtvaartmaatschappijen zeggen me niets.’
Einde interview, ik beloof om de flirterige mysterieuze onweerstaanbare Arjan Visser in de bloemetjes te zetten in mijn Humo-column. Hij zegt: ‘Ik houd mijn hart vast.’
Annelies is al klaar met haar interview. Zij moest voor Libelle een homoseksuele Chinese gabber interviewen die samen met zijn moeder een boek heeft geschreven over haar beroemde loempiarestaurant waar Johny Voners zaliger een graag geziene gast was.
Dan keer ik terug naar Brugge, ik fantaseer over samenwonen met Arjan. Hij heeft vele hobby’s: bloemschikken, agility met onze harlekijnpoedel, navelpluisjes verzamelen, afgrijselijke toekans -figuurzagen, schabouwelijke Zeeuwse cabaretiers stalken, ballonalpaca’s maken, peinzen over een Montenegrijnse penisverkleining, telekinese, bobsleeën, origami, vuurspuwen en glas eten. Ik heb slechts twee hobby’s: luisteren naar The Stooges en mijn messen poetsen.
Nu op Humo:
Melissa Depraetere, fractieleider van Vooruit: ‘De regering kan grote multinationals perfect verplichten hun prijzen te verlagen’
Anderlecht op zoek naar 100 miljoen: ‘Het is niet vanzelfsprekend dat Marc Coucke nóg eens het verlies bijpast’
Humo Sprak Met Koen Wauters: ‘Bouchez zal zich vast ingeschreven hebben voor ‘Special Forces’ om Vlaamse zieltjes te winnen, maar hoe kun je dan met zo’n houding meedoen?’