Open Venster
Delphine Lecompte: ‘Wat heeft zo’n dichter in gevangenschap aan goedbedoelende holle sloganeske berichten uit de vrije wereld?’
PEN is een lovenswaardige organisatie die zich inzet voor onderdrukte Koerdische, Albanese, Kirgizische, Bengaalse, Peruviaanse, Guatemalteekse, Afghaanse, Wit-Russische, Senegalese, Moldavische, Ecuadoriaanse, IJslandse en Catalaanse dichters, haikuprutsers, columnisten, erotische romanschrijvers, dwarse journalisten en ander gespuis. Schrijvers die niet zomaar ongeremd, vunzig en ongebreideld smerige heidense teksten over hitsige Turkse schoorsteenvegers, decadente Mongoolse tapijtenwevers, liederlijke Maltese bouwvakkers, ranzige Armeense ex-kooivechters, gewetenloze Bosnische berentemmers, sadistische Kroatische pantomimespelers en verdorven Montenegrijnse messenslijpers kunnen neerpennen.
Als ze dat toch doen, dan dreigen ze in een barre totalitaire uitzichtloze cel te belanden, een vergeetput. Soms worden ze getreiterd, gefolterd en een kopje kleiner gemaakt. Dan heb ik het niet zo slecht, als woeste wansmakelijke baldadige Belgische schrijver.
Nee, ik mag niet klagen: ik kan elk onderwerp aanboren. Niets is zogezegd taboe in het brave pastorale katholieke kolonialistische kleinburgerlijke Vlaanderen. Ik kan roekeloos, schaamteloos, compromisloos en zonder gêne de magnifieke teelballen en mystieke penisschacht van mijn geliefde (de voormalige vrachtwagenchauffeur) in geuren en kleuren beschrijven.
Enkel toen ik het vorig jaar in enkele opiniestukken opnam voor onze pedofiele medemens, kwam ik even in nauwe schoentjes terecht, ik werd verguisd en bespuwd. Maar de agressie kwam niet van de overheid (alhoewel… Sammy Mahdi en Matthias Diependaele maken onderdeel uit van de overheid, en zij hebben me geestdriftig en populistisch op de vingers getikt). De agressie kwam voor het overgrote deel van de twitterende schuimbekkende stompzinnige morrende fulminerende ploerterige (extreem)rechtse meute.
Het ging voorbij, niemand brak mijn sleutelbeen met een Beierse notenkraker, en slechts één onbeduidende loensende kaarsenmaker dreigde mijn oog uit te steken met een sierschaartje uit Montélimar. Maar toen ik onbevreesd begon te zwaaien met een gesigneerde, verzoenende dichtbundel (‘Vrolijke verwoesting’), droop hij af hij met de spreekwoordelijke staart tussen zijn benen.
Ik kreeg zelfs geen steen door mijn raam in de Jan Miraelstraat 56, waarvoor dank. Wat ik evenmin kreeg, was een doos chocoladen zeepaardjes en een tros bananen van PEN. Het is oké, ik heb een doos chocoladen zeepaardjes gekregen van mijn geestige overheersende verrukkelijke wulpse onvergelijkbare moeder. En die tros bananen heb ik zelf gekocht, in de Lidl. Het was in het jaar 2021, bananen waren toen nog betaalbaar. Nog steeds, Delphine, nog steeds!
Wat verwezenlijkt PEN? PEN komt op voor auteurs of journalisten die bedreigd, vervolgd, opgesloten of berecht worden omwille van wat ze schreven. PEN pleit voor internationale samenwerking tussen auteurs en journalisten en gelooft in literatuur als intercultureel bindmiddel.
Concreet? In Antwerpen is er een flat waar dichters op de vlucht voor booswichten zoals Poetin en Erdogan zich kunnen nestelen in luxe. Ze kunnen op een flatscreen naar ‘Pitch Perfect’ of naar ‘Amarcord’ kijken, ze kunnen champagne en citroentaart uit de ijskast halen, ze kunnen telefonisch analfabetische jongenshoeren en bloedmooie alchemistische trompettisten bestellen, en ze kunnen zo vaak als ze willen naar ‘Electric Warrior’ van T. Rex luisteren.
Is schrijven in luxe en veiligheid gemakkelijker dan schrijven in constante panische doodsangst en met de hete adem van een abominabele nietsontziende tiran in je nek? Ongetwijfeld! Dus: leve PEN, leve PEN, leve PEN!!
Dat allemaal gezegd zijnde: onlangs kwam ik in aanraking met een jonge stugge humorloze vertegenwoordigster van PEN. Er heerst een kwalijke universele misvatting dat ernst en humorloosheid horen bij activisme. Zodra men geëngageerde en idealistische trekken vertoont, moeten de schaterlach, de sensualiteit, de winderigheid, de branie en de speelsheid blijkbaar verdwijnen. Waarom in hemelsnaam??
Ernst en humorloosheid horen bij boekhouding: bij de boekhouding van een boomchirurgbedrijf, bij de boekhouding een hertenragoutfabriek, bij de boekhouding van een nautische truienwinkel, bij de boekhouding van een doopsuikertempel, bij de boekhouding van een reptielenhangar, bij de boekhouding van een tegelmagazijn, bij de boekhouding van een brandweerkazerne, bij de boekhouding van een zottenkot, bij de boekhouding van een korfbalvereniging, enzovoort… Bij alle soorten boekhouding.
Activisme zou net meer baat hebben bij een begeesterende luchthartigheid, anarchistische grollen, frivole woordspelingen en respectvolle kwinkslagen. Humor werkt helend, verbindend en ontmijnend. Humor spreekt meer aan dan loden ernst.
Maar toen ik dus nog niet zo lang geleden in KANTL optrad met Wim Helsen, was het weer van dat: de gewichtige kille dorre ontmoedigende ernst van een jonge strijdvaardige fronsende moraliserende PEN- vertegenwoordigster.
Net voor Wim en ik het podium mochten delen, kreeg ze vijf minuten tijd om een Koerdische dichter (en journalist) in gevangenschap in de bloemetjes te zetten. Dat deed ze op zo’n saaie, taaie, verbeten, bitsige, kille, stroeve, bloedeloze, humorloze manier, dat ik begon te knikkebollen.
Het was de bedoeling dat we daar tussen de protserige wandtapijten en marmeren busten van Karel van de Woestijne (held) en Guido Gezelle (onorthodoxe muzikale dwarse zinnelijke priester-dichter) een minuut stilte zouden houden en een potje zouden huilen voor een Koerdische dichter in gevangenschap. Dat deden we schaapachtig, ongeduldig en jeukerig.
Het heeft vast en zeker een wereld van verschil uitgemaakt voor de onderdrukte Koerdische dichter in zijn barre Turkse cel zonder Berlijnse bollen, marsepeinen rattenvangers en joviale gekscherende cipiers. De dichter heet Nedim Türfent. De prachtige doch pinnige PEN-vrouw maande ons aan om Nedim brieven te schrijven, een hart onder de riem.
Ik opperde dat de veelgeplaagde dichter wellicht wordt overspoeld door amechtige schabouwelijke langdradige lamenterende hypocriete epistels vol kleffe schouderklopjes en banale veralgemeningen. Goedbedoeld, maar een kwelling voor die Turkse duts, die het al moeilijk genoeg heeft.
Ik stelde voor dat ik hem een extreem egocentrische, grillige, hitsige, ranzige, perverse, uitbundige, gulpende, geestige, volstrekt ongepaste brief zou schrijven. Een brief waarin ik, net zoals in mijn Humo-column, mijn demonen, mijn dwangrituelen, mijn schaamteloze seksexploten met de voormalige vrachtwagenchauffeur, mijn koortsige masturbatiesessies met tombolavliegenmeppers en gemummificeerde kogelvissen, en mijn obsessies met poppenkastwolven, met victoriaanse tandprothesen en met Ozzy Osbourne uit de doeken zou doen.
Daar zit Nedim op te wachten: op een originele woeste tegendraadse brief waarin de briefschrijver eindelijk eens NIET zegt dat het schandalig en hemeltergend is dat hij opgesloten zit, ocharm, snif… Nedim is dergelijke hypocriete welgemanierde goedbedoelende lamlendige vervelende wereldvreemde brieven kotsbeu. Hij wil een levenslustig absurd buitenissig incoherent woest speels epistel vol seks, drek, extase, waanzin, luierfetisjisme, halsbandlemmingen en kannibalistische luchtballonvaarders.
Daar zou hij vast vrolijker van worden dan van de zoveelste jammerende zedelijke steriele brief van een of andere preutse hondenkapster uit Loppem die beweert met hem mee te leven en zijn plaats in te willen nemen.
Dat zei ik allemaal tegen de PEN-vrouw. Ze keek sceptisch en keerde me de rug toe. Ik overdreef misschien, maar ik meen het eigenlijk wel: idealisme is prachtig en PEN verricht uitstekend werk. Maar wat heeft zo’n dichter in gevangenschap aan goedbedoelende zinloze holle sloganeske berichten uit de vrije wereld?!
Hij heeft nood aan hoop, en aan luchthartigheid. Aan bewijzen dat de vrije wereld de moeite waard is om van te dromen, over te fantaseren, en naar te hunkeren. Want in de vrije wereld lopen schrijvers rond die zonder gêne de lof kunnen zingen van wurgseks, van carnaval, van strandpicknicks, van necrofiele tegelleggers, van lugubere kiwisorteerders, van diabolische monniken en van Gilles de Rais.
Dat is bemoedigend en hoopgevend. Dat is soelaas. Dat is wat een schrijver in gevangenschap te horen wil krijgen. Activisme op automatische piloot, zonder hartstocht, uit morele superioriteit is koud en hol. Het beste wat we als vrije schrijvers kunnen doen, is vreugdevol en dankbaar zijn voor onze vrijheid, en ons niet laten fnuiken en saboteren door politici (maar ook niet door andere kleinzielige bekrompen pezewevers) die onze stijl aan banden willen leggen.
Censuur is overal. Ook hier. Ik ben al voordrachten kwijtgespeeld door mijn zogeheten controversiële opiniestukken. Paradoxaal genoeg zijn het vaak de verenigingen die zich inzetten voor vrije meningsuiting die het meest knellend, dogmatisch, fanatiek, bloedeloos en verstikkend overkomen. Nog te vaak denken mensen dat humor de goede zaak ondermijnt, of goedkoop maakt. Een domme denkfout. Humor is de hoogste vorm van intelligentie. Humor is zuurstof.
Als de Koerdische dichter Nedim Türfent ooit mijn brief ontvangt, dan zal hij schaterlachen. Ik zal niet jammeren en weeklagen over zijn verschrikkelijke lot. Ik zal niet roepen dat ik het wraakroepend vind dat hij opgesloten zit vanwege een gedicht. Want dat spreekt voor zich. Ik zal hem vermaken met mijn groteske uitzinnige burleske overdadige barokke literaire stijl.
Ik zal hem vertellen over mijn moederverering, over mijn eczeem, over mijn hervonden liefde voor ‘Ram’ van Paul McCartney, over mijn afgrijselijke gedichten, over mijn demonen, over mijn neurosen en over mijn zalige seksexploten met de tedere versleten truckchauffeur.
We zullen vrienden worden, en als Nedim ooit zijn grimmige cel mag verlaten… dan zal PEN hem opvangen in een luxeappartement. Op mij moet hij niet rekenen. Ik ben wispelturig, labiel en onbetrouwbaar. Ik woon bovendien in een piepklein beschimmeld huurhuisje dat ik moet delen met twee imbeciele bijtgrage bastaardhonden, veertien blasfemische zebraspinnen, 467 Bijbelse kakkerlakken en 3.899 profetische pissebedden.
Bovendien is het een komen en gaan van ontslagen kraanmachinisten, Litouwse voddenrapers, melancholische baggeraars, morbide leeuwentemmers, Bulgaarse laminaatverkopers en gewiekste hoefsmeden die beurtelings mijn uitgemergelde lijfje vertroetelen met hun verweerde handen en met hun walmende genitaliën.
Dus ja: dit was mijn pleidooi voor meer baldadigheid, hartstocht, karakter en humor in activisme. Het zal wel weer op dovemansoren vallen. Dat is jammer, maar niet tragisch. Tragisch zijn de mensen die airco en spieringkoteletten kopen tijdens de Apocalyps. Omdat ze zich inbeelden dat het hun verworven recht is. Kunnen we die verwerpelijke sujetten niet opsluiten in een totalitaire Turkse cel? Misschien ontpoppen ze zich tot authentieke getalenteerde sonnettenschrijvers!
En zo is de cirkel rond, mooi rond.
Delphine Lecompte, Brugge.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: