Open Venster
Een nieuwe wereld na corona?
Het coronavirus heeft de hele wereld in de tang, zo gaat dat met pandemieën. Ze moeten dan ook op wereldschaal aangepakt. Een en ander moet leiden tot een drastische ommekeer in onze levens en in onze samenlevingen. Wat mag/moet er veranderen? Hierna enkele suggesties:
- Onze democratische maatschappijen bieden ook in ‘normale’ tijden steun, van de wieg tot het graf: kindergeld, studiebeurzen, werkloosheidsvergoedingen, gezondheidszorg, pensioenen, steun voor startende bedrijven, voor bedrijven in moeilijkheden, ontwikkelingssamenwerking, enz. enz. Laten we die hele bureaucratische mikmak wereldwijd vervangen door één enkel systeem: een basisinkomen voor iedereen, van de geboorte tot de dood. Amen.
- Dat wereldwijde basisinkomen moet net voldoende zijn om te kunnen overleven. Iedereen kan à volonté bijverdienen, maar de belastingen op die ‘meerwaarde’ moeten hoog en rechtvaardig zijn, om het basisinkomen te financieren.
- Obsceen hoge lonen en winsten kunnen niet meer, da’s een kwestie van goed fatsoen. De verhouding tussen het basisinkomen en de hoogste lonen mag niet meer zijn dan pakweg 1 op 5.
- Het basisinkomen zal de ontregelende migratiestromen droogleggen.
- Het basisinkomen kan ook een hefboom zijn voor een verantwoordelijke gezinsplanning.
- Een wereldwijd basisinkomen veronderstelt een wereldwijde munt. Laten we 1 wereldmunt gelijkstellen met de prijs van 1 brood.
- Het wereldwijde basisinkomen veronderstelt ook een echte wereldregering: de UNO krijgt eindelijk een essentiële, relevante invulling.
- Die wereldregering zal beter geschikt zijn om ecologische rampen af te wenden. De grote oerwouden worden wereldeigendom. De landen waar die wouden gelegen zijn, krijgen een vergoeding om ze te bewaren, te onderhouden en uit te breiden.
- De wereldregering moet ook ingrijpen waar de democratie in gevaar is door narcistische sociopaten genre Trump, Poetin, Erdogan, Orban, Bolsonaro, Assad, Kim Jong-un, et les autres. Een vrije democratie is vooralsnog de meest humane regeringsvorm.
De wereldeconomie moet op een mens- en milieuvriendelijke wijze geconcipieerd worden. Inspiratie daarvoor kunnen we vinden bij o.a. de 19de-eeuwse Brusselse vroegsocialist en theatermaker Jacob Kats – de man en zijn werk zijn geheel ten onrechte verdwenen in de nevelen des tijds.
In 1872 publiceerde Kats een zestien pagina’s tellend pamflet: ‘Werk en kapitaal’. Werk en kapitaal zijn de twee ‘hoofdbronnen van het menselijk bestaan’, stelt hij. Zonder een van deze twee valt de samenleving ‘in duigen’. Zij zijn onafscheidelijk, ‘want het kapitaal kan, zonder bewerkt te worden, niets voortbrengen, en zonder kapitaal kan er weinig of niet gewerkt worden.’
Kunnen we werk en kapitaal op elkaar afstemmen? Kan er een ‘harmonisch verbond’ tussen meesters en werklieden gevonden worden? Kats: ‘Als we nu eens de winst die wordt verkregen door kapitaal en werk gelijk zouden verdelen tussen beide partijen? Dat zou makkelijk kunnen en wel op deze manier:
1. Van elk bedrijf, groot of klein, maken we een associatie, waarin meesters en werklieden zich vrijwillig verenigen. De eersten geven het nodige geld en gereedschap, de tweeden verrichten het nodige werk.
2. De winst van elke associatie verdelen we op gelijke wijze tussen alle leden, dat wil zeggen: aan eenieder volgens wat hij heeft bijgedragen.
3. De winstverdeling geschiedt als volgt: minstens één keer per jaar maakt men een algemene rekening of inventaris op; daarbij telt men lonen en kapitaal op. Bijvoorbeeld: een bedrijf waarin 35.000 frank kapitaal steekt, heeft 15.000 frank aan lonen uitbetaald. Dat maakt samen 50.000 frank. Kapitaal en werk hebben in dat jaar 6000 frank winst gerealiseerd, zijnde 12%. De werkman die 1000 frank loon ontving, krijgt nog eens 120 frank winst, evenals degene die 1000 frank aan kapitaal heeft ingebracht. Het spreekt vanzelf dat alleen het wezenlijke kapitaal, dat nodig is voor de associatie, in aanmerking komt.’
Dit stelsel, besluit Kats, is niet helemaal nieuw: ‘In Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitsland en zelfs hier te lande bestaan er bedrijven waar de werklieden geassocieerd zijn met de bazen en ook een zeker deel van de winst hebben. Die associaties doen het goed en de werklieden functioneren er veel beter dan waar zij niet geassocieerd zijn. (…) De associatie tussen werk en kapitaal moet, zoals we al zegden, geheel en al harmonieus zijn, en de harmonie verdraagt geen dwang. Zij is het zinnebeeld van de vrije en ongedwongen vereniging, zonder dewelke er geen ware overeenstemming en dus ook geen vrede kan tot stand komen.’
Leve Kats! Leve de vrije associaties!
Een nieuwe, vrije wereld nà corona is niet onmogelijk. We moeten het alleen maar willen.
Johan Wambacq, Wolvertem.