Open Venster
‘Een samenleving zou haar kunstenaars moeten omarmen in plaats van te verbannen als dreumesen’
‘Kunstenaars zijn de kanaries in onze samenleving’, schreef Kamagurka een paar kunstencrisissen terug, ze detecteren als eersten waar het mogelijke gevaar in onze maatschappij zit. Er is nogal wat gevaar dezer dagen, en dus fluit de kunstengemeenschap uit volle borst dat er wel het één en ander fout loopt, niet het minst met het statuut en de waardering voor de kunstenaar.
Neem nu het Antwerpse kunstenaarsduo Daems-Van Remoortere, dat door de cultuurcel van de stad Antwerpen uitgenodigd werd om op het Theaterplein de interactieve installatie ‘Track Tracy’ met toevallige passanten te laten spelen. ‘Track Tracy’ is een publieke kunstinstallatie waarbij artificiële intelligentie (AI) twee zoeklichten aanstuurt en bepaalt welke voorbijgangers uitgelicht worden. Tracy kiest iemand uit en beschijnt en volgt hem of haar, tot ze iemand anders uitkiest of tot de uitverkorene uit het speelveld van Tracy stapt. Tijdens dat samenspel tussen artificiële en biologische intelligentie ontstaat er een choreografie tussen beiden, waarbij het niet altijd duidelijk is wie de leiding neemt. Het werk laat ons niet enkel in interactie gaan met artificiële intelligentie, maar stelt luidop de vraag hoe wij omgaan met het vrijgeven van onze eigen data, de motor van Tracy.
Deze vragen, vertaald door een kunstwerk, bleken voor de veiligheidscel van de Stad Antwerpen een potentieel risico in te houden: de omwonenden van het Theaterplein zouden negatief kunnen reageren. Bewoners die al op ramkoers liggen met de jongeren die er komen skaten, en die dus beschermd moeten worden tegen nog meer overlast. Van bijvoorbeeld twee kunstenaars die uitgenodigd worden door diezelfde stad om een relevant kunstwerk te tonen. En dus keurde de veiligheidscel de aanvraag voor het Theaterplein af omdat het werk ‘provocatie’ en ‘angst’ zou kunnen uitlokken. Op het Mechelseplein en het Astridplein mocht het ook niet. Te onveilig op het ene plein, te politiek gevoelig op het andere.
Zijn we daar als maatschappij beland? Dat een kunstwerk getoond in het kader van een festival, met duiding, flyers en uitleg, a priori beoordeeld wordt als potentieel provocatief? Meisjes op rolschaatsen speelden een spelletje met Tracy in Zwitserland, een ouder koppel begon spontaan innig te dansen in de spots in Tongeren en jongeren in Nederland trapten lol door Tracy te snel af proberen te zijn. Natuurlijk waren er ook mensen die niet begrepen waar het werk over ging, natuurlijk kregen we ook weleens een welgemikte middelvinger in ons gezicht. Et alors?
Ik herhaal nog even, het gaat hier om twee schijnwerpers aangestuurd door een robot. Geen choquerend naakt, geen expliciet geweld, geen geschreeuw of kabaal. Geen gemiddelde avond voor de buis, zeg maar. Nee, twee stille schijnwerpers op zoek naar een danspartner. Je zou denken dat de troosteloze beton onder het luifel van Het Paleis wel een streep poëzie zou kunnen verdragen. Helaas, het artificiële geluksgevoel van de burger staat voorop en de kunstenaar wordt vriendelijk verzocht een plek uit te kiezen, ergens in de marge, aan de rand van de stad. De oude haven, bijvoorbeeld, waar hij niet gehoord wordt en waar hij met zijn spel niemand stoort. Het is de vertaling die de samenleving in haar communicatie naar de kunstenaar maakt: ‘Ga eens even opzij, jongeman of jongedame. U stoort.’
Als we ervan overtuigd zijn dat we als maatschappij vooruitgang zullen boeken door onszelf als een prinses te slapen te leggen op twintig matrassen tot we de erwt van het ongemak niet meer voelen, zijn we dwaas geworden. Evolutie komt niet voort uit organismen die gevrijwaard zijn van ongemak, van angsten, van kritische vragen. Het zijn net die triggers die we nodig hebben om verder te komen als soort.
Alleen al daarom zou het onze samenleving goed doen haar kunstenaars te omarmen in plaats van ze telkens als een stel dreumesen te verbannen naar de achterkamer waar niemand hen hoort. Als we hopen dat een kunstenaar zijn drammerige mond zal houden om niet nog meer ongemak te veroorzaken, de geldkraan dicht te draaien, hem voor patstellingen te zetten en hem telkens naar de rand van het debat of de stad te schuiven, dan hebben we het nut van de kunsten voor onze samenleving helemaal verkeerd begrepen en waarderen we zijn noodzakelijke stem in het maatschappelijke debat niet. Dan zijn er binnenkort niet genoeg namen meer om die gewilde canon te vullen, tenzij we genoegen nemen met kunst die ons zachtjes in slaap wiegt en ons toefluistert dat het allemaal wel goed komt.
Anouk Focquier,Berserk Art Agency, Antwerpen.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: