null Beeld

ColumnBataclan

‘Een tekst wordt nooit, nóóit zoals ik 'm gedroomd had. Nu ook weer niet’

Rudy Vandendaele, Humo-sterkhouder voor het leven, zorgt wekelijks voor geletterd variété.

Rudy Vandendaele

Een bemondkapte kennis die naar schatting liever niet met naam en toenaam in de weekbladpers verschijnt, wenkte me op straat aan, alsof ze een babbeltje met me wilde maken. Ach, waarom ook niet, op twee orang-oetanarmlengtes afstand? Zij begon dat praatje met 'Zullen we het maar niet over het c-woord hebben?', een op luchtige, zelfs kokette toon gesteld vraagje dat de laatste tijd opgeld doet in de bijdetijdse smalltalk. 'Neen, laten we het liever over het d-woord hebben (depressie, zowel in economische als in diepmenselijke zin), en daarna in één adem over het f-woord (faillissement) en het m-woord (massawerkeloosheid). Daarna, als we er nog de fut voor hebben, zouden we ons nog aan het h-woord (herfstpiek) kunnen wagen. We kunnen het, nu het zo droog blijft, en om eens een andere problematiek aan te roeren, ook over het w-woord hebben (waterschaarste)': deze repliek diende zich voor onmiddellijk gebruik aan, maar ik hield 'm voor mezelf, want juist in nare tijden blijk ik aardig in de omgang. Mededogen, c'est moi, mogelijk uit overlevingsdrang - je moet in een noodsituatie niet nog meer kwaad bloed zetten dan gewoonlijk. Evengoed bracht het vraagje 'Zullen we het maar niet over het c-woord hebben?' een lichte irritatie bij mij teweeg, ook wel omdat ik, zoals meer gevoelige zieltjes in quarantaine, extra vatbaar voor ergernis ben. Deze week werd ik bepaald kregel toen ik vernam dat ondernemende lui in Roeselare en Turnhout mondmaskers, door de gemeente gratis verstrekt, met lange vingers en te eigen bate uit de brievenbussen van de inwoners gingen vissen. Deze schaduwfiguren zouden zich in de Tweede Wereldoorlog ongetwijfeld met zwarthandel verdienstelijk hebben gemaakt. Op hún gemeenschapsgevoel zou ik alvast niet rekenen tijdens de magere jaren waarin we voorspoed niet langer voor lief zullen nemen. Meer drieste voorspellingen zitten er niet in voor vandaag, want ik ben goddank geen opinieleider.

Iemand die mij beter kan verdragen dan ikzelf - we delen gemakshalve een bubbel - beweert dat te veel ergernis op den duur het immuunsysteem onklaar maakt. Oké, maar hoeveel is 'te veel'? Ik houd me al jaren verre van internetfora en sociale media, want ik weet allang dat de latrine van de publieke opinie, de wwwc dus, zowel schadelijk voor mijn welbevinden is als bevorderlijk voor mijn misantropie, en zeker in deze tijd schiet een mens daar weinig mee op. Dat neemt niet weg dat enige wrijving tussen mij en de werkelijkheid mij altijd al op ideetjes heeft gebracht waar een stukjesschrijver dan ijskoud zijn voordeel mee doet - er zit, voor wie ze kan horen, veel muziek in disharmonie. Wat mij dan weer geenszins belet om op gezette tijden juist naar harmonie te reikhalzen, en naar verzoening met het al, alles wat bestaat, zij het na aftrek van allerlei geboefte.

Eén van mijn hulpmiddelen om zonder drank of drugs een diep en doezelig gevoel van vredigheid te ervaren, is 'The Repair Shop', een tv-programma van de BBC waarin een keur van ambachtslui allerlei kapotte of anderszins door de sleetse tijd toegetakelde oude voorwerpen tot in de kleinste details in hun oorspronkelijke staat herstelt. Aan elk object, of het nu een meubel is of een stuk oud speelgoed of een prototypische transistorradio uit 1950, kleeft voor de bezitter ervan een herinnering die van onschatbare immateriële waarde is. De merkwaardig montere en bescheiden vaklui van 'The Repair Shop' geven aan die oude dingen, met respect voor het patina, een nieuwe toekomst - een soort hiernamaals op aarde. Ik, een compositie voor twee linkerhanden, kijk die uiterst handvaardige dames en heren met welbehagen op de vingers. Het komt me voor dat ze tijdens hun werkzaamheden in de zogeheten flow verkeren: een benijdenswaardige concentratie waarbij je geen besef van tijd meer hebt. Je gaat naadloos in je werk op - zijn en niet zijn lijken elkaar volkomen te overlappen. Het is: jezelf verliezen en niets missen, alsof er een last van je is afgevallen. Je zou die toestand geluk kunnen noemen als je niet zo schroomvallig met dat woord omsprong.

Eén ding is zeker: in de schrijverij, toch ook een ambacht, is me die gebenedijde staat nog nooit te beurt gevallen. Schrijven vergt in mijn geval een veeleer onprettige spitsing van aandacht waarvoor ik telkens weer mijn tegenzin moet overwinnen. In tegenstelling tot amateurs schrijf ik dan ook niet voor mijn plezier. Daar komt nog bij dat een tekst nooit, nóóit wordt zoals ik 'm gedroomd had. Nu ook weer niet. Dat ik er billijk voor vergoed word, is dan weer mooi meegenomen. Ik spaar voor de solidariteitsbelasting.

Rudy Vandendaele

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234