ColumnHeleen Debruyne
Heleen Debruyne: ‘Activiteiten speciaal voor kinderen zijn voor een asociale, snobistische moeder als ik een cirkel van de hel’
Het ouderschap is zo zwaar, verwarrend, zijn we wel goede ouders? (Lees vooral: moeders. Tot in den treure, nog steeds, behoren de meeste kindgerelateerde toestanden automatisch tot het domein van de vrouw.) Die vertwijfeling lees en hoor ik steeds vaker. Alsof ouder-zijn moeilijker is dan ooit. En inderdaad: er zijn tegenwoordig erg veel kinderen met gedrags- en psychische problemen.
Tegelijk hebben ouders nooit eerder zoveel tijd aan hun gezin besteed. In de hele westerse wereld zijn ze sinds de jaren 70 meer en meer tijd gaan doorbrengen met hun kinderen. In diezelfde periode gingen ook steeds meer vrouwen werken. Hoe valt dat naast elkaar te leggen? Journaliste Kaat Schaubroeck schreef een boek over ouderlijk schuldgevoel – knagend, altijd aanwezig – en stelde vast dat ouders elders op hun tijd moeten beknibbelen, minder uren met hun partner doorbrengen, minder bij familie of vrienden zijn. De meeste zorguren gaan overigens nog steeds naar de moeders, actief op de arbeidsmarkt of niet.
Wat dóén ze dan in die uren, gewonnen op de dingen die ze zelf prettig vinden? Ouders organiseren te veel, zegt kinderpsychiater Binu Singh. De sociale druk is groot, terwijl een kind baat heeft bij rust en regelmaat. Ze trekken naar binnenspeeltuinen en crea-workshops en konijnenknuffelboerderijen. Activiteiten speciaal voor kinderen – een kleurrijk, blij-blij-blij insta-proof universum, voor een asociale, snobistische moeder als ik een cirkel van de hel. In de egoïstische hoop dat universum zo vaak mogelijk te vermijden laat ik mijn zoon wennen aan wat ik zelf fijn vind, of sowieso al van plan was: vanuit een caféraam naar mensen kijken, boodschappen doen, vergaderen, de was opvouwen, schoenen of te veel boeken kopen, true crime bespreken met m’n moeder. Benieuwd hoelang hij dat nog blijft pikken.
Ik hoop in elk geval dat het hem niet beschadigt, want volgens Binu Singh zijn de eerste 1.001 dagen van het leven cruciaal voor het welzijn. En daar ziet ze het vaak al misgaan: het kind moet te snel naar de crèche, wordt van leuke sociale bezigheid naar babywellness en terug gesleurd. Als die fase in de ontwikkeling niet goed gaat, zegt Singh, blijkt dat een voorspeller voor obesitas, depressies en ander onheil.
Geen wonder dat psychologe Nina Mouton, apostel van het evangelie van het milde ouderschap, ontzettend populair is. Wees niet zo vertwijfeld, volg je gevoel, sust ze, er is geen perfecte opvoeding. Ze verkoopt trajecten in mildheid voor jezelf en zelfzorg. Geruststellend, waarschijnlijk nuttig op individueel niveau. Maar tegelijk wiegt die zelfzorg ons in slaap. Want wat ouderschap zo vertwijfelend moeilijk maakt, ligt meer bij de samenleving dan bij het individu. Crèches en scholen, zegt Binu Singh, lijken er vooral te zijn om de economie draaiende te houden, met hun voor kinderen onmogelijk lange dagen. Werken en aandachtig zorgen vallen nauwelijks te combineren, het put uit en versnippert de aandacht. We zouden voorbij onze zelftwijfel moeten raken, de zelfzorg overslaan en de revolutie prediken: zorg is ook arbeid. Geef ons een loon, zodat we het beter kunnen doen.