ColumnHeleen Debruyne
Heleen Debruyne: ‘Competitiesport is nóóit eerlijk. Maar als het om transvrouwen gaat, is eerlijkheid plots wél prioritair’
Transvrouwen zijn voortaan uitgesloten van atletiek-wedstrijden. ‘Onze prioriteit ligt bij eerlijkheid, niet bij inclusie,’ verdedigt -World Athletics zijn besluit. Eerlijkheid? In de sport?
Nu zijn er inderdaad lichamelijke verschillen tussen transvrouwen die met een mannenlichaam door de puberteit zijn gegaan en ‘gewone’ vrouwen. Maar het is nog maar net de vraag of die ook voor elke sport daadwerkelijk voordelen opleveren. Onderzoekers zijn het er niet over eens. En er is bijna geen onderzoek naar de prestaties van transvrouwen in de hoogste competitie – omdat die vrouwen er nauwelijks zijn.
Wel aanwezig in de competitie: hyper-androgene vrouwen, zoals sprintster Castor Semenya. Haar lichaam maakt door een aangeboren conditie meer testosteron aan dan gemiddeld, wat volgens onderzoekers een voordeel zou kunnen opleveren op bepaalde afstanden. Zij werd uitgesloten van de Olympische Spelen omdat ze weigerde haar hormoonspiegel te veranderen met medicatie die ze zelf als ziekmakend beschrijft. De meeste media hebben het over haar ‘aangeboren afwijking’ – gek, want van een afwijking is geen sprake. Semenya is een zeldzaam voorbeeld van hoe variabel geslacht zich kan presenteren. Alleen de hormonale hokjes die de sport creëert maken haar tot een afwijking. Van World Athletics moeten vrouwen zoals zij nu zware hormoonremmers slikken om nog aan wedstrijden te mogen deelnemen.
Semenya zelf hamert erop dat ze niet alleen door haar hormonen zo snel is, maar vooral door training, techniek en doorzettingsvermogen. Wat is het verschil met Michael Phelps, die door genetisch toeval een lichaam heeft dat ideaal is om te zwemmen, beter geschikt dan de lichamen van zijn collega-zwemmers? Of met oud-wielrenner Miguel Indurain, die door zijn zeldzaam grote hart, extra liters bloed en grotere longinhoud de perfecte fysiek had voor duursport? En dat zijn dan nog toevallige genetische meevallers. Mensenlichamen zijn nu eenmaal heel verschillend.
Nog een ‘oneerlijkheid’ die we wel tolereren: atletes beginnen eindelijk toe te geven dat ze hopen op een competitiedag die op een gunstig moment in hun menstruele cyclus valt. Is het eerlijk dat een atlete met PMS aan de startlijn verschijnt naast een atlete die net haar eisprong heeft?
En wat te denken van ongelijkheden die te maken hebben met klasse, opvoeding en of er al dan niet voldoende sportinfrastructuur is in je land van herkomst? Sigmund Loland, sportethicus, stelt vast dat er enorme ongelijkheden zijn op het vlak van technologie, knowhow – geld dus. Skiërs met een budget voor de beste materiaalbeheerders hebben een enorm voordeel. En in het voetbal winnen de rijkste clubs de meeste titels, simpelweg omdat zij de beste spelers kunnen kopen en hen op alle vlakken beter kunnen begeleiden.
Desondanks blijven sportbobo’s, commentatoren en tooghangers hameren op eerlijkheid en fair play. Waarom is het zo belangrijk om die illusie hoog te houden? En zo moeilijk om toe te geven wat competitiesport echt is: opgehitst toekijken naar een geënsceneerd drama. Luid joelen terwijl mensen het uiterste van zichzelf geven, zonder veel gedachten te besteden aan hoe eerlijk de weg naar de overwinning is? Tenzij het om transvrouwen gaat, dan is eerlijkheid plots wél prioritair.