columnHeleen Debruyne
Heleen Debruyne: ‘De verwezenlijkingen van het feminisme nemen problemen weg uit je leven, maar voegen er geen geluk aan toe’
‘Denk vooral niet dat het feminisme je gelukkig zal maken!’ zei Phyllis Schlafly onderkoeld. In 1973 verscheen deze keurig gekapte huismoeder op het publieke toneel als tegenstander van de Women's Liberation Movement. Om de feministen te pesten, begon ze elke lezing of debat met een bedankje aan haar echtgenoot - omdat hij haar had toegestaan het huis te verlaten. Ze werd al snel erg populair. Er is nu zelfs een miniserie aan haar gewijd, het slim gemaakte en erg vermakelijke ‘Mrs. America’.
Het nijdige argument van Schlafly bleek een blijvertje. Ook ik word vaak gewaarschuwd: je zult nooit een man kunnen houden, waarschijnlijk eenzaam sterven, omringd door vibrators met lege batterijen.
Feministen zijn misleid door een ideologie die hen tegen hun natuur laat ingaan, terwijl ze eigenlijk het gelukkigst zijn onder de hoede van een man, aldus de veelgelezen antifeminist Jordan Peterson, en zo worden ze bitter en doodongelukkig. (Hij vergeet te vermelden hoe ellendig veel huisvrouwen zich voelden, opgesloten in hun huwelijken.)
De verwezenlijkingen van het feminisme - stemrecht, abortusrecht, gelijk loon, betaalbare kinderopvang - nemen problemen uit je leven weg, maar voegen er geen geluk aan toe. We zijn gelijk voor de wet, maar daarom nog niet vervuld in onze relaties of ons professionele leven.
Vrouwen van mijn generatie kregen een verwarrende opvoeding. Dankzij het feminisme geloofden we dat we alles konden worden wat we wilden, dat we konden studeren en reizen en nachtenlang op café hangen. Maar tegelijk leerden we dat mannen ons leuker vinden als we vriendelijk en bedeesd zijn, slank, goed verzorgd, mooi maar niet té uitbundig aangekleed. We leerden leven met de angst voor graaiers, kontgrijpers en nafluiters. We zagen vooral onze moeders voor de kinderen zorgen.
Nu zijn we groot en proberen we alles tegelijk te doen. We willen een gelijkwaardige relatie, maar weten niet hoe die beleefd op te eisen. Volgens alle onderzoeken hebben vrouwen nog nooit zo veel gewerkt als nu, maar tegelijk spenderen zij nog steeds veel meer tijd aan het huishouden dan hun partners. Natuurlijk mogen vrouwen ervoor kiezen om zich meer op het gezin te richten als ze dat graag willen. Feministen streven er net naar om zorgtaken ook als volwaardige arbeid te beschouwen - voor vrouwen én voor mannen. Maar de ongelijke verdeling van werk en zorg is zelden een bewuste keuze. Het heeft meer te maken met de economische realiteit dat je als gezin maar beter twee inkomens kunt hebben, en met de oude, moeilijk uit te roeien aanname dat werk buitenshuis voor een man toch net ietsje belangrijker is. In veel relaties zorgt dat voor subtiele wrok, en dus inderdaad voor ongeluk. Maar is dat de schuld van het feminisme? Of komt het net doordat het feminisme nog niet helemaal gelukt is?
Mijn lief en ik proberen die wrok voor te zijn, met een lage hypotheek en daardoor de vrijheid allebei minder te werken. Als er toch ooit ongeluk van komt, kunnen we het feminisme daar niet de schuld van geven.