ColumnHeleen Debruyne
Heleen Debruyne: ‘Een foetus wordt pas mens wanneer die los van de moeder kan leven. Voor die tijd primeert haar recht op zelfbeschikking’
Het moederschap maakt milder, wil het cliché. Ik ben inderdaad – soms, een tikje – milder voor mijn eigen en andermans geploeter. Maar waar ik sinds de geboorte van mijn zoon geen enkele mildheid meer voor kan opbrengen, is het aanhoudende politieke gekonkel rond abortus. Sinds ik zelf een kind heb gedragen en gebaard, ben ik nog meer doordrongen van het belang van het recht op zelfbeschikking: een zwangerschap doorstaan zonder kinderwens, het moet een marteling zijn. En in ons land is het risico dat je een ongewenste zwangerschap toch moet voldragen, verre van onbestaande. De termijn van twaalf weken is kort, zeker voor wie een onregelmatige cyclus heeft en pas laat ontdekt dat ze zwanger is. Abortuscentra sturen die vrouwen door naar Nederland, maar voor sommigen is de reis te duur, of te moeilijk te organiseren.
Tijdens de -regeringsonderhandelingen waren alle partijen behalve CD&V dus vragende partij om de termijn voor abortus op te trekken en de vernederende, zenuwslopende wachttijd van zes dagen af te schaffen. CD&V weigerde. De regering werd toch gevormd, het debat op de lange baan geschoven. Het zelfbeschikkingsrecht voor de vrouw bleek toch niet zo belangrijk, ook niet voor Groen, dat nochtans geen kans onbenut laat om over vrouwenrechten te preken.
Lees ook:
Humo sprak met abortusdokters: ‘Als een vrouw mij na 24 weken vraagt om haar zwangerschap te beëindigen, zie ik niet in waarom ik nee zou moeten zeggen’
Ze zouden experts aanstellen, zeiden ze. De experts deden er jaren over om feiten te verzamelen die iedereen die zich een beetje in het thema heeft verdiept, al lang kent. Ze raden een termijn van 18 weken aan – ook al een compromis, de meeste leden van het expertencomité raadden 20 of 22 weken aan – en de afschaffing van de wachttijd.
‘CD&V maakt bocht in abortusdebat’, kopten de kranten. Even had ik goede hoop. Tot ik las dat die bocht betekent dat Sammy Mahdi de termijn naar een belachelijke veertien weken wil optrekken, en de bedenktijd naar twee dagen verlagen. Geen verdere onderhandeling mogelijk. De voor de gelegenheid opgetrommelde, bezorgd kijkende vrouwelijke CD&V’ers hebben het over pijn en bewustzijn bij de foetus, over een andere methode van afdrijving, over de grens van levensvatbaarheid, over een ethisch kompas. Zonder enige mildheid: gezeik!
De feiten zijn de feiten: de foetus wordt bij elke methode kapotgemaakt. De zenuwbanen om pijn te voelen ontwikkelen zich tussen de 22 en 26 weken. En zelfs in het bijzonder onwaarschijnlijke geval dat er wél een vorm van bewustzijn zou zijn, die we niet kunnen meten omdat we simpelweg nog niet begrijpen hoe het werkt: wat zegt een ethisch kompas dan? Mijn ethisch kompas zegt dat zulke filosofische bedenkingen CD&V-politici niet tegenhouden om elke dag geslachte dieren te eten, dieren die al geboren waren, en waar de moeder een aantoonbare band mee had.
Voor mij is het helder: een foetus wordt pas mens wanneer die los van de moeder kan leven. Voor die tijd primeert haar recht op zelfbeschikking. Elke politicus die iets anders beweert, voedt een groeiende conservatieve onderstroom die jaloers naar de Verenigde Staten kijkt, waar abortus voor miljoenen vrouwen sinds kort geen optie meer is.