ColumnHeleen Debruyne
Heleen Debruyne: ‘In tijden van crisis zie je hoe het écht zit met gelijkheid tussen mannen en vrouwen’
‘Als jullie echt gelijke rechten willen, zouden ze jullie ook naar het leger moeten sturen!’ zei mijn grootvader tegen mijn puberende moeder, ergens in de jaren 70. Niet ’s werelds grootste kenner van feministische theorie, wel een man met een sterk ontwikkeld gevoel voor evenwicht. Met het afschaffen van de dienstplicht was die zaak voor hem afgehandeld.
Bij de verslaggeving over het conflict in Oekraïne moet ik vaak aan de boutade van mijn grootvader denken. Ik lees overal berichten over de heroïek van de gewone Oekraïners die hun vaderland zo fel verdedigen dat zelfs Poetin er niet van terug heeft. Foto’s van mannen met hipsterbaarden en geweren aan inderhaast opgetrokken grensposten, dat genre. Mannen tussen zestien en zestig mogen Oekraïne immers al een paar weken niet meer verlaten, ze moeten paraat blijven om te vechten voor het vaderland. Blijven is heroïsch, is de boodschap in de wazige filmpjes die de in strijdvaardig kaki geklede president Zelenski deelt, vaak omringd door mannen die op hem lijken en soortgelijke kleren dragen.
Af en toe bedankt Zelenski ook de strijdende Oekraïense vrouwen. Zij vechten uit vrije wil – extra heroïsch – kleden zich in kaki en als ze er in slagen om hun haar en make-up te verzorgen, krijgen ze gegarandeerd veel media-aandacht. Want, kijk eens: een rariteit, een vechtende vrouw, een mooie, jonge vrouw nog wel, ongelofelijk!
Ik weet het, er zijn ergere dingen om me druk over te maken. De vele burgerslachtoffers, bijvoorbeeld, de invloed van dit conflict op het wereldtoneel, de mensen in schuilkelders, de Russen die last hebben van Poetin maar dat om begrijpelijke redenen niet durven uit te spreken, de hypocrisie van Europa dat de poorten wagenwijd openzet voor de Oekraïense vluchtelingen – ik gun het die mensen van harte, maar ik gun het andere, minder witte vluchtelingen ook.
Aan de andere kant: in tijden van crisis zie je hoe het echt zit met gelijkheid tussen mannen en vrouwen. We hebben eeuwen van emancipatiestrijd achter de rug, maar we vinden het nog steeds normaal dat mannen kanonnenvoer worden terwijl we vrouwen veilig naar de uitgang proberen te begeleiden. Mannen trekken hier voor een keer duidelijk aan het kortste eind: dood is dood. Maar vrouwen blijven ook steken in de rol van frêle, te beschermen wezens, hoedsters van de kindertjes. Dat doet hun geen recht. De geschiedenis zit vol vechtende vrouwen. Want ze kunnen evengoed schieten, bommen droppen, tanks besturen, hinderlagen bedenken. Strijden voor de goede zaak, of voor de slechte zaak. Rechtvaardig of wreed wezen – alleen willen we dat misschien liever niet zien.
Mocht het hier ooit zover komen, zou ik naast doodsbang ook boos zijn als ze alleen mijn lief zouden verplichten te vechten. Laat ons onderling bepalen wie bij onze zoon blijft en wie kanonnenvoer wordt. ‘Als ze jou een kalasjnikov geven, schiet je per ongeluk onze kat dood,’ zegt mijn lief na mijn geraas. (Hij heeft gelijk.) ‘Je moet je dringend emanciperen,’ gaat hij voort. ‘Handiger worden. Volgende keer mag je zelf de afvoer ontstoppen.’
POPULAIR OP HUMO
Suzanne en Sara, de dochters van Tania Van der Sanden: ‘Ik ging op zoek naar de flessen die mama had verstopt en kieperde ze weg’
‘Topdokters’ op de afdeling eetstoornissen: ‘Pas als de pijn van de honger sterk genoeg was, mocht ik van mezelf iets eten. Vaak niet meer dan een halve meloen per dag’