ColumnHeleen Debruyne
Heleen Debruyne: ‘Oplichters vinden de gaten in het systeem en zorgen er zo toch voor dat ook zij een groot deel van de koek krijgen – willen we dat niet allemaal?’
Toen we studeerden en niet genoeg geld hadden om élke avond op café te gaan, schuimden mijn vrienden en ik recepties af. Doctoraatsverdedigingen, openingen van tentoonstellingen, het liefst gelegenheden met veel drank en chique hapjes. Uitgenodigd waren we nooit, ‘Je moet je uitgenodigd gedragen’ was ons motto. Niemand heeft ons ooit weggestuurd. De roes van het ongenodigd aanwezig zijn was lekkerder dan de schuimwijn.
Aangevuurd door het succes van onze bluf fantaseerde ik in die tijd weleens over een bestaan als oplichter. Ik kocht een dvd van ‘Catch Me If You Can’, waarin Leonardo DiCaprio in de rol van Frank Abagnale valse cheques casht en zich met zelfgemaakte diploma’s voordoet als arts, piloot en advocaat. Dat zou mij niet meer lukken, met de alomtegenwoordige camera’s, kruisende databanken en digitale sporen. Daar strandden mijn plannen om zelf oplichter te worden. De fascinatie voor zwendelaars en charlatans is gebleven.
De laatste tijd kan ik me laven aan een onophoudelijke stroom van oplichtersverhalen. Films, documentaires, series, zelfs de laatste roman van Maarten Inghels: de oplichter is helemaal in. Ik geniet van verhalen over Nigeriaanse jongens die zich online voordoen als knappe Amerikanen en zo eenzame Westerse vrouwen geld aftroggelen. Netflix scoorde met ‘The Tinder Swindler’, nog zo’n gewiekste verspreider van romantische leugens. Het leven van de valse erfgename Anna Delvey – née Anna Sorokin – is een serie geworden, net als de strapatsen van de leugenachtige Silicon Valley-CEO Elizabeth Holmes. Holmes droeg net als Steve Jobs alleen maar zwarte rolkraagtruien en verlaagde haar stem om serieus genomen te worden door rijke investeerders. Ook amusant: ‘Bad Vegan’, een documentaire over de eigenares van een duur veganistisch restaurant die in de ban raakt van een louche figuur.
Waarom vinden we die oplichters zo vermakelijk, stiekem zelfs sympathiek? Het zijn dan wel criminelen, maar bruut geweld gebruiken ze niet. Dat hebben ze niet nodig, daar zijn ze te slim voor. Bovendien voelt iedereen aan dat rijkdom niet eerlijk verdeeld is. Flink studeren en hard werken zijn geen garantie op succes. Oplichters vinden de gaten in het systeem en zorgen er zo toch voor dat ook zij een groot deel van de koek krijgen – willen we dat niet allemaal?
Toch is die oplichtersobsessie ook een beetje onkies. De charlatans stelen lang niet altijd van decadent rijke mensen of grote instellingen. Neem nu ‘The Tinder Swindler’: zijn slachtoffers zijn jonge vrouwen wier beeld van de liefde misvormd is door Disneyfilms, romantische komedies en Instagram. Zij moeten nog decennialang schulden afbetalen, terwijl de oplichter zelf op vrije voeten is – moeilijk te bewijzen, zo’n internetzwendel. Na het kijken van weer zo’n film of documentaire denk ik onwillekeurig altijd: zo dom als dat slachtoffer ben ik niet. Maar is dat wel zo?
Nu ze overal zijn, vind ik de oplichters plots niet meer interessant: ze lijken allemaal op elkaar. Boeiender is wat mensen kwetsbaar maakt voor hun leugens. Eenzaamheid? Wanhoop? Eerzucht? Leven in een wereld vol façades? En wat zou mijn zwakke plek zijn?
Nu op Humo
Meer phishing in verlengd weekend: ‘Het is zó makkelijk geworden: snel even 100.000 euro verdienen, denken jongeren’