brusselmans column web Beeld Humo
brusselmans column webBeeld Humo

ColumnHerman Brusselmans

Herman Brusselmans: ‘Aan het eind van m’n eerste huwelijk durfde ik weleens in een slipje te zitten dat niet gedragen werd door m’n vrouw’

Herman Brusselmans

Herman Brusselmans gaat iedere week op zoek naar het verhaal achter een opvallende kop in de krant of op een nieuwssite. Deze week: ‘helft meer scheidingen bij 65-plussers’.

Mensen ouder dan 65 zijn vaak al veertig jaar of langer samen met dezelfde partner. Ze hadden al willen scheiden rond hun 30ste, maar in die tijd – de jaren 70, 80 – was scheiden nog een taboe, zeker onder vrouwen, van wie de meesten bang waren om de schande van de familie te worden, om het misprijzen van de buurt te ondergaan en om financieel niet rond te komen. Ik herinner me, al was het nog vroeger (in de jaren 60) dat er in de vijfde klas geen énkele jongen zat wiens ouders gescheiden waren. In de zesde klas gebeurde het dan toch: de ouders van Rudy Schellekens gingen uit elkaar. Rudy werd van toen af door nagenoeg iedereen scheef bekeken, alsof het zijn schuld was. Misschien was het wel zijn schuld, want z’n moeder vertelde op een keer aan mijn moeder: ‘Onze Rudy lacht z’n vader uit met diens kleine pietje. Als ik in bad zit, kijkt hij door het sleutelgat. En als we samen aan tafel zitten, gooit hij z’n eten naar ons. Z’n vader houdt het niet meer uit en gaat in een hutje aan zee wonen. Nu zit ik alleen met Rudy opgescheept. Ik weet niet of ik dat kan volhouden.’ Ze hield het niet vol, en pleegde zelfmoord door zich op te hangen op 38-jarige leeftijd.

Veel later werd scheiden dagelijkse kost. Twee op de drie koppels zien hun huwelijk stranden, leren er niet van bij, trouwen voor een tweede keer en scheiden opnieuw. Ik weet waarover ik praat, want ik ben zelf twee keer gescheiden. Een keer in 1991 en een keer in 2018. Het waren nochtans twee goede huwelijken, met liefde, verstandhouding, betrouwbare seks, geen overspel en verdraagzaamheid. Nou ja, geen overspel is veel gezegd. Aan het eind van m’n eerste huwelijk durfde ik weleens in een slipje te zitten dat niet gedragen werd door m’n vrouw. Maar voor de rest leek alles in orde, en twee keer vroeg ik me naderhand af: waarom zijn wij eigenlijk gescheiden? Allicht omdat we niet het doorzettingsvermogen hadden van vroegere generaties. Toen bleven partners zich aan elkaar vastklampen, en hadden ze veel respect voor de trouwgeloften die ze hadden afgelegd in het stadhuis en meestal ook in de kerk. In mijn geval was dat zo bij m’n eerste huwelijk: dat werd bezegeld in de kerk van Iddergem, de woonplaats van m’n vrouw. De onderpastoor had een stuk in z’n kloten, het was stervenskoud in die kerk, m’n schoonvader had ook een stuk in z’n kloten, en mijn ouders zaten erbij alsof er een begrafenis aan de gang was, zodanig waren ze tegen m’n huwelijk gekant, omdat ze vonden dat ik te jong was. Ik was 24 en m’n vrouw 23, wat niet eens zo jong was, want onze buurjongen, André Van Tuk, was getrouwd op z’n 18de met z’n 17-jarige vriendin Angelique omdat die zwanger was, overigens van een kind dat later op 6-jarige leeftijd zou overlijden door op haar eerste fietsje onder een auto te rijden, een Ford Cortina. M’n tweede huwelijk werd niet ingezegend in een kerk, tot vreugde van alle betrokkenen.

Maar goed, scheiden leek altijd iets voor jonge mensen, en niet voor oude knarren, van wie verondersteld werd dat ze het na veertig jaar nog wel meer jaren met elkaar zouden volhouden, tot niet het leven maar de dood hen zou scheiden. Daar is verandering in gekomen, en tegenwoordig is het niet uitzonderlijk dat gepensioneerden, bejaarden, hoogbejaarden en halve lijken de scheiding aanvragen, omdat men het strontbeu is om elke dag tegen dezelfde smoel aan te kijken. Ik heb een kennis, Jaak, die op z’n 67ste is gescheiden, en die zei: ‘Ik ben 43 jaar samen geweest met Hilde, en het waren 43 verloren jaren. Ik ben zelfs nooit verliefd geweest op haar. Seks was een corvee, intellectueel hadden we elkaar niks te bieden, en ik vond haar zo lelijk als de nacht.’ ‘Waarom ben je dan ooit getrouwd met haar?’ vroeg ik. ‘M’n ouders vonden dat ik moest trouwen, omdat de mensen anders zouden denken dat ik homofiel was.’ ‘Was je dat?’ vroeg ik. ‘Achteraf bekeken wel,’ zei Jaak, ‘vanaf m’n 30ste ben ik Hilde beginnen te bedriegen met jonge gasten, meestal in de bosjes rond de Rode Kapel, waarna ik hun 500 frank betaalde.’ Heden is Jaak, na z’n scheiding van Hilde, samen met Jean-Marc, een notarisklerk met een bochel. Volgens mij zijn ze erg ongelukkig. Ik, op mijn beurt, ben erg gelukkig met m’n vriendin, maar trouwen gaan we niet doen, omdat dat ons overbodig lijkt. We hebben binnenkort een kind, we hebben een testament, en we houden sowieso te veel van elkaar om ooit de ander te verlaten. 65 en verliefd, dat vind ik persoonlijk erg leuk.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234