‘Het pensioen van een ambtenaar is een soort uitgesteld loon’

Ik zou graag willen reageren op de lezersbrief van Fred Truyen in Humo 4259. Volgens mij probeert hij verwarring te zaaien en afgunst te voeden met betrekking tot de ambtenarenpensioenen.

Zijn de cijfers die hij citeert bruto- of nettobedragen? Als het netto is, dan behoorden zijn buren, die samen 6.000 euro pensioen ontvangen, tot de upper class in de ambtenarij.

Ikzelf ben gepensioneerd als inspecteur van de beweging bij de NMBS, een functie die hoger gekwalificeerd wordt dan een gewoon inspecteur, en ik heb géén 3.000 euro netto als pensioen. Bovendien hebben spoorwegbedienden een gunstiger pensioenregeling dan de modale ambtenaar.

Gaat het over brutobedragen, dan geniet de heer Truyen een klein pensioen, waar zo goed als geen voorheffing van wordt afgehouden, terwijl de pensioenen van zijn buren wel degelijk afgeroomd worden en het uiteindelijke eindresultaat niet zo groot zal zijn.

Voorts worden de pensioenen van zelfstandigen berekend à rato van de inkomsten in het verleden en de afdrachten. Telkens als ik daar met zelfstandigen over in discussie ga, wordt het oorverdovend stil. Veelal komt het erop neer dat zij hun hele leven lang net boven de armoedegrens hebben geleefd, maar uiteindelijk wel een paar appartementen kunnen verhuren. De ambtenaren die dat kunnen, zijn zeer dun gezaaid.

Wie constant kritiek levert op de ambtenarenpensioenen, mag de reden voor die hogere pensioenen niet verzwijgen. Ambtenarenpensioenen zijn namelijk een soort uitgesteld loon. Toen ik in 1971 als bediende bij de NMBS ging werken, werd ik hardop uitgelachen door mijn vrienden. Ik verdiende een schamele 12.000 frank netto per maand, en zij verdienden 3.000 frank netto per maand meer.

Jos Digneffe, Hasselt.

Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: