Open Venster
‘Het was nooit tot een proces gekomen als Bart De Pauw de feiten niet eerst openlijk had geminimaliseerd of ontkend’
In een lezersbrief in Humo 4264 reageert advocaat Michaël Verhaeghe op een interview met advocaat Christine Mussche in Humo 4263. Hij schrijft tot twee keer toe dat Bart De Pauw niet schuldig is bevonden aan acht van de tenlasteleggingen, en hij gebruikt drie keer het voltooid deelwoord ‘vrijgesproken’.
Rechtspraak is bij mijn weten geen voetbalmatch. De perceptie dat het 8-4 is, leeft blijkbaar bij de advocaat (hij gaf al een soortgelijke reactie in een televisie-interview direct na de voorlezing van het vonnis), maar zal weinig wegen bij om het even wie. Bart De Pauw is schuldig bevonden aan stalking en aan overlast met elektronische communicatiemiddelen, niet vrijgesproken. Daar valt niets op af te dingen. Of het nu vier, zes, twaalf of drieëntwintig slachtoffers betreft, het weegt even zwaar voor de slachtoffers, maar is voor de schuld van de dader eigenlijk minder aan de orde.
Toegegeven, een beklaagde die niet schuldig is aan specifieke aanklachten, is niet schuldig wat betreft die tenlasteleggingen. Maar zonder afbreuk te doen aan dat juridische principe, kan het in elk van die concrete tenlasteleggingen gaan om verjaring, onvoldoende geachte bewijslast, twijfel en andere omstandigheden. Tegenover die 'acht niet', wegen de 'vier wel’ voor het vonnis.
Meester Verhaeghe benadrukt de schade voor zijn cliënt, en eindigt ermee dat medelijden op zijn plaats zou zijn. Zou hij, in plaats van te klagen over het 'blijven inbeuken’ op de dader, niet beter samen met de dader erkennen dat het net hun juridische stappen zijn, waarmee ze blijven inbeuken op de slachtoffers en die het hun onmogelijk maken de zaak te kunnen verwerken en af te sluiten? Is het niet evident dat de slachtoffers eerst medeleven behoeven?
In een moeite suggereert meester Verhaeghe dat het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en advocaat Mussche het koste wat kost tot een proces wilden laten komen, zonder dat te argumenteren. Het enige wat op een argument lijkt, is: ‘Een proces dat niemand wil, komt er niet. Punt.’ Dat kan toch beter. Wat vindt hij van: ‘Het was nooit tot een proces gekomen als de feiten niet waren gepleegd’? Of: ‘Het was vermoedelijk nooit tot een proces gekomen als er niet direct – als eerste publiek zichtbare feit – communicatie van de dader was geweest waarin feiten werden ontkend of geminimaliseerd’, een communicatie die nadien meermaals werd herhaald. Het was vermoedelijk nooit tot een proces gekomen als schuldinzicht en oprechte excuses gepaard waren gegaan met bemiddeling, en pogingen tot remediëring.
Meester Verhaeghe schreef zijn lezersbrief als advocaat, maar eerst ‘als mens’. Dat is pas goedkoop (iets wat hij zijn collega Mussche verwijt). Wie heeft de zaak een amplitude, ruchtbaarheid en polarisatie gegeven door zelf uiterst suggestief te reageren en een publiek proces te starten, waar niemand gelukkiger of beter van werd?
Het is een mooie eigenschap van mensen eerst te zorgen voor slachtoffers, vooraleer aandacht te hebben voor de dader. Ik geloof meester Mussche dat dit pijnlijke drama veel sneller, veel correcter en met veel meer aandacht voor slachtoffers en leed afgerond had kunnen worden.
Karel Van der Haegen, Kortenberg.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: