‘Ik blijf met plezier nog enkele maanden thuiswerken’

Binnenkort mogen we met z’n allen (hopelijk) weer naar het werk gaan en dat is fantastisch nieuws. Maar is dat wel een goed idee? Uiteraard is fysieke aanwezigheid op de werkvloer voor heel wat mensen een absolute vereiste om te kunnen werken. Om de economie weer op de rails te krijgen is het aangewezen dat die mensen zo snel mogelijk onder veilige omstandigheden het werk kunnen hervatten. Voor heel wat mensen vormt thuiswerk evenwel een valabel alternatief dat heel wat voordelen biedt voor de samenleving én voor de werknemer, zeker in de huidige coronacontext.

Wat gebeurt er als er minder verplaatsingen gemaakt worden door thuiswerk? De baten voor de samenleving zijn legio: minder milieuverontreiniging (betere luchtkwaliteit, minder geluidshinder, verbetering van de biodiversiteit...); minder klimaatopwarming; hogere veiligheid (minder ongevallen); betere mobiliteit (minder files); verminderde circulatie van het coronavirus (minder zieken en doden, minder medische kosten, minder druk op het gezondheidssysteem, meer economische bedrijvigheid, minder armoede...).

Ook de werknemer vaart er wel bij: de kosten van de verplaatsing vallen weg (bv. aankoop van brandstof voor de wagen en slijtage aan de wagen, voor de bedrijfswagen worden de kosten gedragen door de werkgever); meer vrije tijd (de reistijd valt volledig weg); minder kans op ongevallen; minder kans om besmet te raken met het coronavirus; minder kans om gezinsleden te besmetten met het virus.

Uiteraard vinden er ook herverdelingseffecten plaats. Als ik thuis werk, betaal ik zelf voor elektriciteit, verwarming (momenteel niet van toepassing), dataverbruik, waterverbruik... Momenteel krijg ik een busabonnement van mijn werkgever. In principe zou dat busabonnement stopgezet kunnen worden voor een periode van enkele maanden, waardoor er geld vrijkomt om het thuiswerk financieel te belonen. Dat betekent dan weer dat De Lijn minder inkomsten heeft.

Sommige mensen (vooral vergadertijgers en extraverte personen) snakken naar de aanwezigheid op de werkvloer, die ook heel wat voordelen te bieden heeft: fysiek overleg is doorgaans beter dan digitaal overleg, veel ideeën ontstaan door spontane contacten op de werkvloer, de groepsdynamiek wordt bevorderd, sociale contacten worden spontaan gelegd, netwerken worden makkelijker opgebouwd en onderhouden...

Maar mijns inziens mag men enkel naar het werk gaan als dat echt nodig is, een regel die uiteraard voor interpretatie vatbaar is. Aangezien vrijheid rijmt op blijheid, kun je deze inschatting voor een groot deel bij de werknemer zelf leggen. Voor mezelf is de keuze snel gemaakt. Met plezier blijf ik nog enkele maanden thuiswerken, niet het minst omdat ik tot de risicogroep behoor, maar ook omdat ik het virus zo weinig mogelijk wil laten circuleren.

Jo Maes, Bertem.

Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: