columnMarc Didden
‘Ik vraag me af wat cultuur en de VRT nu eigenlijk met mekaar hebben’
Enkele zondagochtenden geleden bevond ik mij nog eens in het lelijkste gebouw ter wereld. Ik werd er ondervraagd door de even vriendelijke als verstandige vrouw die u allen kent als Friedl’. Ze had het over mijn leven en gelukkig ook over mijn werk. Het was goed toeven daar, en dat lelijke gebouw werd ook altijd maar mooier. Op een bepaald moment liep Hanne Decoutere voorbij. Een bonus.
‘Un ange passe’ wilde ik zeggen tegen Friedl’, tot ik mij bedacht, want die uitdrukking gebruik je alleen wanneer een loodzware stilte valt in een overigens boeiend gesprek. Loodzware stiltes vielen er geenszins tijdens ons interview, daarvoor kent de gastvrouw haar vak te goed.
Halverwege het vraaggesprek moest ik even plassen, en tijdens een nieuwsflash ging ik op zoek naar de toiletten. Ik bereikte ze na een lange wandeling door een op dat uur van de dag helemaal lege Sporza-redactie. Ik dacht toen: wat hebben wij toch veel sportjournalisten en wat hebben die toch veel computers!
Na afloop en enkele koffies later moest ik weer naar de wc. Ik vroeg of ik deze keer door de cultuurredactie mocht lopen, maar koos toch voor de uitgang, waar een vriend van me wachtte in een voorverwarmde Zweedse wagen. Toen ik omkeek, vroeg ik me af wat cultuur en de VRT nu eigenlijk met mekaar hadden.
Het zou oneerlijk zijn te beweren dat er geen relatie bestaat tussen die twee, maar het zou wat mij en vele anderen betreft best een beetje meer mogen zijn. Zeker op tv.
‘Culture Club 2.0’, iemand?