ColumnDelphine Lecompte
‘Ik zeg tegen mijn hondje: ‘Blijven liggen tot het baasje is klaargekomen’’
Dichteres Delphine Lecompte bericht enthousiast over drankmisbruik, baldadigheden en amoureuze perikelen.
Ik heb de gewoonte om 's nachts, wanneer ik wakker word, naar 'The Jack' van AC/DC te luisteren. Het beste lied ooit geschreven over gonorroe, of gelijk welke geslachtsziekte. Voor mij is het grote kunst en staat het op gelijke hoogte met 'The Love Song of J. Alfred Prufrock' van T.S. Eliot, de weergaloze 'Rabbit'-tetralogie van het niet volstrekt goddeloze Amerikaanse orakel John Updike, 'De doop van Christus' geschilderd door Piero della Francesca, 'Beowulf', de film 'Rosemary's Baby', de Sixtijnse Kapel, 'De toverfluit', de heidense vlekkenfestijnen van Jackson Pollock, de sensuele doch tevens droevige dagboeknotities van Tennessee Williams en het onweerstaanbare meesterwerk 'Catch Me If You Can'. Wanneer ik naar 'The Jack' van AC/DC luister, ervaar ik een religieuze extase en een immense geilheid. Die geilheid moet ik nu nog even opsparen, want het is half drie, en dus te vroeg om te verlangen dat het lichaam van de voormalige vrachtwagenchauffeur zijn alcoholrantsoen reeds heeft uitgezweet.
Ik sta op en dweil mijn kleine keuken, zonder het licht aan te steken (boetedoening). Daarna drink ik koffie en eet ik gezouten koekjes met cheddararoma. Ik voel me ontzettend decadent, omdat het koekjes zijn bestemd voor de eindejaarsfeesten, en het is nog maar september.
Om zeven uur maak ik een wandeling met mijn niet goed op elkaar afgestemde bastaardhondjes. Bernard wil traag wandelen en om de 20 centimeter pissen tegen gesluikstorte wafelijzers. Zohra trekt me naar de bankjes aan de Augustijnenrei waaronder arme Bretoense toeristen restjes stokbrood met rabarberconfituur en gestolen stroopwafels van de Hema hebben achtergelaten.
Ik zie de pafferige zelfgenoegzame psychiater die mij 22 jaar geleden behandelde, wat erop neerkwam dat ik luisterde naar zijn klagerige verhalen over een zogenaamd kille ascetische vader - een turnleraar die terecht neerkeek op zijn hooghartige belerende pseudo-intellectuele zoon - en een overspelige wereldvreemde moeder die op een dag zogezegd naar Minsk vertrok met een veel te jonge buikspreker die haar uiteindelijk heeft vermoord met een bronzen barzoi. 'Dat is dan 75 euro, en hier heb je twintig voorschriften voor Xanax. Tot volgende week!'
De vadsige narcistische psychiater jogt. En om die amechtige activiteit nog extra belachelijk te maken, draagt hij een haarband, een lila haarband. Er lopen slechts vijf mannen op deze aardbol rond die goed staan met een haarband: John McEnroe, Mark Knopfler, Mauro Pawlowski, The Karate Kid en een voetballer wiens naam me ontglipt.
Ik keer mijn rug naar de bespottelijke psychiater - dat is bijna altijd een pleonasme - en hol naar de beschimmelde huurwoning van de voormalige vrachtwagenchauffeur. Ik geef zijn half opgegeten spieringkotelet aan Zohra, en zeg streng tegen Bernard: 'In de zetel blijven liggen tot het baasje is klaargekomen. Het zal klinken alsof ik een moerashert ben dat wordt getroffen door een kruisboogpijl, maar je mag niet panikeren; ik zal herstellen en algauw weer de oude zijn.' Dan trek ik mijn kleren uit en kruip ik op de voormalige vrachtwagenchauffeur, die mij slaapdronken 'vieze otter' noemt, maar zijn vingers zijn klaarwakker en vinden moeiteloos mijn vagina. Wat nu ook weer niet zo'n geweldige prestatie is.
Helaas schieten ook zijn stembanden in gang. De voormalige vrachtwagenchauffeur is een fenomenale babbelaar die tijdens de seks graag de stadia en texturen van mijn vrouwelijke opwinding in geuren en kleuren beschrijft. Het klinkt vaak als het verslag van een scheepsramp. Of van een uitbraak van de vogelgriep. Niettemin is mijn orgasme tarzanachtig uitbundig en lammergierachtig onbezorgd.
Meteen na het orgasme vertrek ik naar mijn eigen schamele woning. De voormalige vrachtwagenchauffeur zegt half ernstig: 'Het is onbeleefd om iemand die je een orgasme heeft geschonken koudweg achter te laten, zonder boe of ba. Ik zeg: 'Wham bam, thank you fabulous man!' En ik meen het: ik ben dankbaar en de voormalige vrachtwagenchauffeur is absoluut fabuleus.
Terug thuis lees ik schaterlachend een genadeloos stuk van Gerrit Komrij, waarin hij de erotische gedichten van 'de hommelende honingslurper' Bertus Aafjes met de grond gelijkmaakt. Ik laaf me aan zijn superieure venijn.
's Middags keer ik terug naar de voormalige vrachtwagenchauffeur. We kijken naar een programma over makelaars in Los Angeles. Griezelig perfecte creaturen die uitblinken in neerbuigende kruiperigheid en amorele inhaligheid. Eén van hen moet coyote-urine gieten over de buxushagen van een anorectische oranje dragonder die vroeger een bijrolletje had in een populaire ziekenhuisserie. De gêne van de makelaar is haast tastbaar, we smullen ervan en even later bedrijven we de liefde zoals het hoort: plakkerig en woordeloos.