brusselmans column web Beeld Humo
brusselmans column webBeeld Humo

ColumnHerman Brusselmans

‘In mijn nieuwe bundel schrijf ik over de huidige staat van de wereld: de klimaatcrisis, het neofeminisme en de tetten van Olga Leyers’

Herman Brusselmans

De experten zijn het erover eens dat de omikronvariant de minst gevaarlijke en schadelijke is tot nu toe, en als die uitgebloeid is, kunnen we spreken van het einde van de pandemie. Van maart 2020 tot ongeveer over drie, vier maanden, dus laten we zeggen juli 2022, zullen we te maken hebben gehad met het covidvirus. Aldus zijn we bijna tweeënhalf jaar ten prooi geweest aan besmetting, ziekte, dood, wanhoop, angst, voorzichtigheid, uitzichtloosheid, neuroses, psychische aandoeningen, gebrek aan vertrouwen in de medische en politieke sector, argwaan, onstandvastigheid, verlies van seksuele lust, twijfels, woede, en totale onzekerheid op alle gebieden. We hebben mondmaskers gedragen, afstand gehouden, handen gewassen, thuis gezeten, massa’s vermeden, geen handen geschud, niet omhelsd en gekust, ons eigen haar geknipt, het vertikt om oma te bezoeken, om inspuitingen geweest, veel in ons bed gelegen, de natuur en de rest van de buitenlucht opgezocht, en niet het theater bezocht, ook al mochten daar in bepaalde perioden tot vijftig mensen binnen en ook al stond er een eenakter van Stany Crets op het programma, het soort show dat in niet-coronatijden volle zalen trekt, want geef toe, op het gebied van theater en podiumkunsten is Stany Crets op een haar na een genie, net als Bart Peeters, Eva Deroovere, Kommil Foo, Bazart, en Jacques Vermeire.

Aan de horizon gloort echter het licht, en we kunnen onze favorieten binnenkort weer vergasten op onze talrijke aanwezigheid bij hun voorstellingen. We zullen onze handen niet moeten ontsmetten, we mogen onze mondkapjes thuislaten, we kunnen gerust in de buurt van om het even wie gaan zitten, en we hoeven niet bang te zijn dat een onbekende naast wie je hebt plaatsgenomen het virus in je neusgaten jaagt. Kortom, we zullen weer kunnen leven zoals we dat deden vóór de pandemie. M’n tienduizenden fans zullen zich afvragen: ‘Hoe gaat u de postpandemie aanpakken, meneer Brusselmans?’ Nou, eerst en vooral zal ik naar de nieuwe show van Stany Crets gaan. Daarbij zal ik toch een mondkapje dragen, want ik val graag op, en als je tussen vijfhonderd mensen de enige met een mondkapje bent, dan val je inderdaad op, zeker als je ook nog ’ns een soldatenmuts draagt, het peaceteken op je beide wangen hebt geschilderd en je leuter uit je broek laat hangen. Vroeger zou ik dat allemaal niet gedurfd hebben, zeker die leuter niet, maar dankzij de covidperiode ben ik ertoe gekomen om me van niks nog een reet aan te trekken, onder het motto: ik heb de dood in de ogen gekeken, en sindsdien krijgt niks me klein.

Maar goed, ik zal ondertussen natuurlijk ook nog wel blijven schrijven en publiceren. Reeds in de derde week van de volgende maand verschijnt m’n bundel ‘Problemen die er geen zijn’, waarin zestien verhalen staan die een evocatie zijn van onder meer de toestand in de wereld, de klimaatcrisis, de tetten van Olga Leyers, de nedergang van het neofeminisme, de onderschatting van de islamitische normen en waarden, de tetten van Heleen Debruyne, de landbouw in het Pajottenland in de jaren 50, het spijsverteringsstelsel van het nijlpaard, de tetten van Amy Sonck, maar toch vooral de tetten van Olga Leyers. Over covid heb ik het niet in m’n nieuwe boek, dat onderwerp is veel te afgezaagd en er is al genoeg over geschreven, vooral door pipo’s die helemaal niet kunnen schrijven, niet over covid, niet over om het even wat, niet over de tetten van Olga Leyers.

Als het virus integraal zal zijn verdwenen, in oktober van dit jaar, zal op de negende van die maand, als ik m’n vijfenzestigste verjaardag vier, m’n grote roman ‘Theet 77’ verschijnen, een pagina- en paginalange terugblik op m’n jeugd, op m’n ouders, m’n broer, m’n zus, onze buren, onze straat (Theet in Hamme), onze huisdieren, onze dromen, onze verwachtingen, en onze kijk op de toekomst in de jaren 60, 70, 80, 90 enzovoort. Deze roman zal m’n pièce d’oeuvre moeten worden, en hij zal zowel m’n bewonderaars als m’n tegenstanders veel munitie geven om mij ofwel naar de Olympus te verheffen, ofwel het moeras in te trappen. M’n tegenstanders zullen bij wijze van spreken over ‘Theet 77’ zeggen: ‘Wat een prul. Er komen niet eens tetten van Olga Leyers in voor’, maar weet je wat? M’n tegenstanders kunnen m’n kloten kussen, en dat ze maar uitkijken, of ik kom naar een feestje bij hen thuis, met een soldatenmuts op m’n kanis en m’n leuter uit m’n broek. En dit alles zal zich afspelen zonder dat er enige vorm van corona in de buurt is, en zal dat niet fantastisch, geweldig en heel héél fijn zijn?

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234