ColumnJan Mulder
Jan Mulder: ‘Boven de wolken ontslagen worden, zoals Ronald Koeman, lijkt me draaglijker dan de dag erna’
De eerste berichten en commentaren op het ontslag van trainer Ronald Koeman van FC Barcelona waren dramatisch aangezet. ‘Het gebeurde hoog in de lucht.’ ‘Tien kilometer boven Madrid viel het zwaard.’ ‘In een vliegtuig was het geduld van de voorzitter opeens op.’
Ja, voorzitter Laporta was zo boos dat hij de volgende dag niet kon afwachten en op de terugvlucht van Madrid, waar het team met 1-0 had verloren van het nietige Rayo Vallecano, woedend naar Koeman was gestapt om hem op staande voet te ontslaan. Dat ontslag, schreven de kranten gevat, hing al langer in de lucht.
Boven de wolken lijkt me zo’n mededeling van de hoogste baas draaglijker dan het telefoontje van de teamleider de dag erna: ‘De president wil u even spreken. Elf uur in het stadion.’ De coach rijdt ernaartoe, stapt uit en ziet op de parkeerplaats dertig knippende ontslagfotografen en -persmuskieten die vragen of hij bang is om te worden ontslagen. Ook voor een voorzitter is het geen aangenaam karweitje. De trainer is een man met wie hij vanaf de benoeming normaal gesproken goed kan opschieten – de voorzitter wilde hem graag hebben – en soms, zoals in het geval van technisch directeur Herman Van Holsbeeck en trainer John van den Brom bij Anderlecht, worden de twee zelfs dikke vrienden. En toch, eens, komt het moment voor Herman: de laan uit met die John.
Het leven van een topcoach is hard, zijn ontslag heeft altijd een nare kant en de signalen dat het echt niet langer zo kan doorgaan, zijn vaak vreselijk vulgair. Ik herinner me met grote schaamte een zich al enige weken aandienend ontslag van een trainer. Eén van de belangrijkste spelers tilde in de rust van een vriendschappelijke wedstrijd het deksel van de theepot en plaste erin. Trainer kwam binnen, dronk zijn kopje thee in een teug leeg en zei: ‘Thee met citroen: mmm, lekker!’ Lachen geblazen. ‘De kleedkamer stond niet meer achter de trainer’, dat was duidelijk, en een paar dagen later hoorde niet de plasser maar de trainer de aloude woorden: ‘De voorzitter wil je even spreken.’
De trainer treft meestal geen blaam, en in de volgende wedstrijd, onder leiding van ene Sergi van het tweede team, speelde FC Barcelona thuis in Camp Nou tegen het onderaan staande Alaves weer net zo slecht als onder Ronald Koeman: 1-1.
De meelijwekkende (financiële) situatie waarin deze wereldberoemde vereniging zich bevindt, kwam via het immer juist geïnformeerde Catalunya Ràdio haarscherp tot uiting in de week die volgde op het ontslag: de koud weggebonjourde trainer had via één van de clubadvocaten van zijn nu ex-voorzitter het verzoek gekregen of hij alsjeblieft akkoord wilde gaan met een halvering van zijn afkoopsom van 12 miljoen euro. ‘Als dat niet mogelijk is, zou Barcelona een korting van 4 miljoen ook erg fijn vinden,’ had de tussenpersoon gesmeekt.
Het Barça-icoon Ronald en zijn echtgenote Bartina verslikten zich in hun gekookt eitje toen ze dat hoorden. Nadat hij was bijgekomen, stelde Ronald haar met zijn mooiste uitgestreken gezicht voor of hij de hele contractueel vastgestelde vertrekpremie niet zou schenken aan hun voorzitter annex kwelgeest, want ‘onze geliefde club heeft het al zo moeilijk’. Ze lachten nog wat, legden de stokken achter in de Rolls en reden luid zingend naar de golf.