ColumnJan Mulder
Jan Mulder: ‘U, lezer, kunt de schitterende Henri Delaunay-beker voor de EK-winnaars al eerder in uw bezit hebben’
Het Europees kampioenschap voetbal is begonnen. Waar zijn de spelers en coaches, behalve roem en de winstpremie van 500.000 euro per lid van de selectie, op uit? De Henri Delaunaybeker. Henri Delaunay was voetballer en scheidsrechter, en als secretaris van de Franse voetbalbond bedacht hij in 1926 het EK. Pas in 1960 werd het toernooi voor de eerste keer gehouden. Waarom die vertraging? Op het internet is het antwoord niet te vinden. Het lot van de heer Delaunay las ik wel: hij is drie jaar vóór de aftrap van zijn geesteskind overleden.
Veel gerenommeerde voetballanden waren op dat eerste toernooi afwezig, onder andere West-Duitsland, Engeland en Italië. Het was de tijd van de Koude Oorlog. Nederland en België hadden zich nog niet aangesloten bij de UEFA en mochten sowieso niet meedoen.
De eindronde werd gehouden in Marseille en Parijs en de Final Four was samengesteld uit drie communistische landen plus Frankrijk. Winnaar werd de Sovjet-Unie. Het rijk had de halve finale bereikt na een grimmige kwalificatie tegen de Hongaren (het Sovjetleger was vlak daarvoor Hongarije binnengevallen), en de kwartfinale tegen het fascistische Spanje van dictator Franco ging niet door omdat El Caudillo weigerde in Moskou te voetballen: de Sovjets hadden in de Spaanse Burgeroorlog aan de zijde van de tegenstanders gevochten. Omdat de Spanjaarden niet kwamen opdagen, wonnen de Russen met 5-0.
De Sovjet-Unie en Joegoslavië haalden de finale en mijn vader kocht een televisie. Hij voelde zich Hongaar en wilde de Russen dik zien verliezen. Ik verheugde me op keeper Jasjin en vooral op de Joegoslavische balvirtuozen van wie ik had gehoord: Sekularac, Jusufi, Galic. Ik ben nooit meer zo gelukkig geweest in mijn leven. Eindelijk een televisie, nooit meer soebatten bij de buren, die misschien zelf niet keken en geen zin in mij hadden.
Onbeschrijfelijke gevoelens gingen door me heen toen de antenne, gestrikt in een netwerk van strakke koorden, op de nok van ons huis stond. Geen signaal. Vader in de dakgoot. Hielp niet. Moeder in de dakgoot. Raak. Annie had de antenne precies in de gewenste stand gedraaid. De toegestroomde buurtgenoten riepen dat een vrouw meer gevoel in de vingers heeft. Maar één straffe bries uit het noordoosten en je kon weer van voren af aan beginnen met richten.
Het liep al tegen de rust toen we schemerige zwart-witbeelden uit het Parc des Princes op onze Blaupunkt kregen. Het ‘heen en weer golvende’ spel was volstrekt niet te volgen, laat staan dat iemand het 5-3-2- of 4-3-3-systeem met inverted wingbacks kon uitleggen, hetgeen zeer aangenaam was. De verslaggever verklaarde de slechte ontvangst door te wijzen op een laag dikke mist boven Luxemburg, hij schakelde over op radiocommentaar. Mijn eerste EK-finale werd zo een geheimzinnige, onvergetelijke belevenis.
De strijd ging gelijk op. Eindstand: 1-1. In de 113de minuut van de verlengingen kopte Viktor Ponedelnik, speler van SKA Rostov, de winnende treffer in het doel van de Joegoslaven. Op dat moment was het net na middernacht, dus maandag. Ponedelnik betekent in het Russisch maandag. Mede daardoor werd hij onsterfelijk.
Wie wordt de onsterfelijke van het EK in 2021? Welke aanvoerder steekt op zondag 11 juli de Henri Delaunaybeker in de lucht? Eden? U, lezer, kunt deze schitterende beker al eerder in uw bezit hebben. Maak 15.000 euro over aan Amazon.com en u hebt ’m morgen in huis.