ColumnJan Mulder
Jan Mulder: ‘Volgens Tedesco is de helft van alle Belgische spelers geschikt voor de Rode Duivels’
Domenico Tedesco streek neer in België, keek om zich heen en zag 130 spelers die in aanmerking komen voor de Rode Duivels. Honderddertig. De nieuwe bondscoach lijkt de kleinste vergissing of nalatigheid te willen uitsluiten. Duitse gründlichkeit in het kwadraat. Nu de realiteit. Na aftrek van zo’n twintig jongens die hun loon in het buitenland verdienen, blijven er voor de Belgische competitie 110 verkiesbare internationals over. In 1A hebben 216 Belgen en 217 buitenlanders een profcontract, hetgeen neerkomt op 216 spelers voor 110 plekken. Ongeveer de helft van alle voetballers die wekelijks op de Belgische velden valt te bewonderen, is volgens Tedesco dus in principe geschikt om het met de Rode Duivels tegen Brazilië, Duitsland of Engeland op te nemen. De Gouden Generatie van Hazard, Lukaku en De Bruyne was daartoe al nauwelijks in staat; Vermeeren, Engels en Duranville zijn leuke talenten die van de gebeurtenissen in een halve finale op een WK tegen Frankrijk geen flauw idee hebben. Gelukkig zijn de namen van de internationals in spe niet bekendgemaakt. Je zult maar bij de twee of drie van jouw team horen die niet op de lijst staan. Iedereen in de kleedkamer is op een haar na Rode Duivel, jij kunt er helemaal niks van. Als Kevin De Bruyne zich in de hoek zou omkleden, legde je je graag bij een vergelijking in jouw nadeel neer, maar Pieter Van der Breedvonk, Chris de Jagermeester en François Nothomb belonen met een invitatie en jou niet, is onverdraaglijk sneu. Het was toch een kleine moeite geweest om niet 130, maar 230 of 330 in de eerste selectie op te nemen? Dan was er een stuk minder psychische schade aangericht. Gelukkig hield Tedesco de lijst binnenskamers.
Zitten we nog met een overdosis van 130 kandidaten. Waar duidt dat op? Gebrek aan durf. Niemand voor het hoofd willen stoten. Eerste kritische geluiden in de pers omzeilen. (‘Coach, waarom Pieter wel en Raymond niet?’) Ik las het grote Tedesco-interview in de Belgische kranten op zaterdag 18 februari nog eens. Ons wordt een landschap voorgespiegeld waar alles nog intact is: de Gouden Generatie, het telefoonnummer van huismeubilair Witsel & Mertens, de geweldige jeugdopleidingen van de clubs, de nationale vijver waar je schepnetten vol nieuwe sterren uit vist. Dit positieve geluid schijnt een bondscoach eigen te zijn. Roberto Martínez was ook nooit pessimistisch, hij kon het gewoon niet, zijn motto was en is ‘iedereen blij’. Tedesco’s eerste antwoord in Het Laatste Nieuws luidde: ‘Onze scouting analyseert iedereen die voor het Belgische nationale elftal kan uitkomen. Dat moeten er een stuk of 500 zijn. Ik kan die natuurlijk niet allemaal volgen, maar de vijver waar we uit vissen is in elk geval groot.’ Het staat er echt: 500. Vijfhonderd geschikte gegadigden voor de Rode Duivels. Tedesco ziet dingen die er niet zijn. Het is een meevaller dat hij alle 500 spelers niet kan volgen en we aan zijn uitspraak dus geen aandacht hoeven te besteden. Jammer van al die buitensporige getallen, want de rest van zijn bescheiden en plausibele antwoorden tijdens de ontmoeting met de pers klonk uitstekend. Laten we dus geen honderd, maar voor de zekerheid duizend procent vertrouwen hebben in de Belgische carrière van Domenico Tedesco.