ColumnJan Mulder
Jan Mulder: ‘Wout is een sliert drop van 1 meter 97, maar is hij ook een topvoetballer?’
Wout van Aert. Sterke naam. Nooit bij gedacht dat zijn vader en moeder hun zoon beter Rik of Louison hadden kunnen noemen. Wout van Aert, dat staat als een huis. Voor een voetballer is Wout minder voordelig. Ik ken er twee: Wout Brama van FC Twente en Wout Weghorst van Burnley. Brama is nooit verder gekomen dan de omstreken van Enschede en Zwolle, Weghorst kickt zich, na een geweldige passage bij Vfl Wolfsburg, tegenwoordig in de kijker op het niveau van de Premier League.
De Engelsen hebben alleen moeite met zijn voornaam: Wout. De ongelukkigste ‘Wout’ komt uit de mond van voormalig Liverpool-speler Mark Lawrenson, voetbalanalist bij de BBC. Lawrenson bedoelt de Nederlandse spits, maar heeft duidelijk een Portugese bromfiets bouwjaar 1951 voor ogen. Mark heeft moeite met de uitspraak, ja een bijna fysieke afkeer komt in hem op wanneer hij ‘Wout’ moet zeggen. Gary Lineker noemde Wout Weghorst complimenteus ‘Big Wout’. Lineker is niet de enige liefhebber. In de wedstrijden die Weghorst ondertussen voor FC Burnley heeft gespeeld, verdiende hij de bewondering van de hele Engelse pers. Woutje groeide zonder talent op in het Twentse dorp Borne, bewoog zich voort op ooievaarsbenen, maar liet zich door alle negativiteit niet van de wijs brengen. Hij geloofde en God wees hem de weg naar boven. Wout droeg al meerdere keren het Oranje-shirt, weliswaar als invaller wanneer niks lukt en er iemand op het veld moet komen die op de defensie van de tegenstander beukt.
Marco van Basten, analist van Ziggo Sport, vindt dat een centrumspits meer kwaliteiten dient te hebben dan louter beuken. Is dat zo? Wout Weghorst beschikt over een uitstekende techniek. Hij maakt sublieme deviaties op het middenveld, draait tegen Manchester United op de vierkante meter twee wereldsterren tureluurs en geeft na dat hoogstandje een fraaie tegendraadse steekpass op een medespeler: doelpunt. Doet Zirkzee hetzelfde, dan knikt Marco tevreden omdat hij de sierlijkheid ziet die van een spits mag worden verwacht. Big Wout, een sliert drop van 1 meter 97, kampt met de vooringenomenheid van zijn critici. Lange slungels zijn lange slungels, geen topvoetballers, luidt de redenering. Maar wie herinnert zich niet Jan Koller van Anderlecht en Borussia Dortmund? 2 meter en 2 centimeter doeltreffendheid. Jan werd twee keer Belgisch kampioen met RSCA, één keer van Duitsland met Dortmund en is met 55 goals topscorer aller tijden van Tsjechië. Paul Onuachu, de dubbele meter van Racing Genk, door twee man gedekt wanneer hij wordt aangespeeld, controleert de bal immer onberispelijk. Telkens weer zien we een kunstwerk van balbehandeling en lichaamsbeheersing, gesigneerd Onuachu. Toen Ajax Sébastien Haller van West Ham United overnam, was de mening van bijna alle professionele analisten en kenners thuis in de fauteuil over deze 1 meter 90 lange flop van West Ham: ‘Haller is geen Ajax-speler. Rare aankoop.’ Haller is topscorer van de Champions League en niet meer weg te denken uit de Johan Cruijff Arena.
Van Basten heeft in zoverre gelijk dat we allemaal liever beelden van Marco van Basten zien dan van Wout Weghorst. Maar Marco danste zijn pirouettes dertig jaar geleden, Weghorst voert moderne oorlogen op de slagvelden van stadion Turf Moor, waar dertig maal sneller getackeld en geschoten wordt dan in Marco’s glorietijd. Big Wout in de Premier League? Topaffiche. Jammer van die lullige naam? Het etymologisch woordenboek: ‘Wout is een jongensnaam. Hij betekent: heerser over het leger.’