Uit de platenkast van Mauro
Mauro over ‘de kluchtige volkszanger’ Juul Kabas: ‘Ik vind hem nog steeds onderschat’
Juul Kabas is niet meer. ‘’t Zijn zotten die werken’, zou de Kempense volkzanger zeggen, maar Mauro diepte toch Kabas’ plaat ‘Zeever’ (1971) uit zijn uitgebreide verzameling op.
(Deze column verscheen oorspronkelijk in februari 2021 op Humo.)
Ik droomde dat ik de legendarische folklorist en musicoloog Alan Lomax tegenkwam. Een man die halfweg de 20ste eeuw meer dan tienduizend opnames van blues- en folkartiesten in hun eigen, meestal armzalige, habitat heeft gemaakt, van Mississippi tot Sicilië. Zijn bijdrage aan de muziekgeschiedenis is onontbeerlijk, onder meer als leverancier van inspiratiebronnen voor de eerste lichting rockmuzikanten. Daar stond ik dus in mijn droom. ‘Hi there,’ zei Lomax, ‘I am searching for a certain Jools Keybass.’ Die kende ik niet en ik vroeg om wat meer info. ‘He’s from... (raadpleegt zijn notitieboekje) Ray-tee.’ Maar natuurlijk! Hij bedoelde Juul Kabas uit Retie.
Ik begreep meteen het belang van zijn bezoek. Juul Kabas, de kluchtige volkszanger van klassiekers als ‘Jeuksel’, ‘Wakadie wakadoe’, ‘Ta-ta-tarzan’ en natuurlijk ‘’t Zijn zotten die werken’. De man heeft uiteraard zeer goed geboerd en mag trots zijn op een lange, succesvolle carrière, maar dan nog vind ik hem best onderschat. Kabas heeft voor iedere gelegenheid wel een als feestkraker vermomd commentaar op het sociale leven, zoals ‘’k Hem genen tijd’ (werken versus vrijheid) of ‘Doe de voordeur maar op slot’ (pintelieren versus het huwelijk). Omdat ik zelf weleens als een amateuristische Lomax op zoek ga naar verborgen lokale klanken, ontdekte ik onlangs nog een aanstekelijk singeltje van de heer Kabas: ‘Zeever!’ (sic) Onder uptempobegeleiding van een showorkest gaat het van ‘Zever, grote dikke zever/ Amai, wat een groot lawaai’. Best wel een accurate beschrijving van driehonderdduizend jaar mensheid, vrees ik. Schol!