marc didden
‘Mensen die geen Algemeen Nederlands kennen, lijken een streepje voor te hebben bij de VRT’
Op zoek naar documentaires over ijsberen kom ik via mijn afstandsbediening weleens terecht bij programma’s die normaal mijn aandacht niet zouden krijgen. Het gaat dan meestal over halfgebakken bekende Vlamingen die in één of ander ver land dingen doen die men televisiewaardig acht. Als je die reis- en spelprogramma’s in Lokeren, Aalst, Aarschot of op de Kalmthoutse Heide zou opnemen, zou je even grote onzin krijgen. Maar goed, ieder zijn meug. Ik moet maar niet kijken. En ik heb bovendien in mijn boekenkast nog een mooi werk over ijsberen staan. Dus waar maal ik om?
En toch. Als ik zigzappend wat tijd zit te verschijten, kom ik altijd maar die vrolijke Marie Verhulst tegen, of die nog vrolijkere James Cooke, of de sit-downcomedian William Boeva, die laatst op zeven zenders tegelijk beweerde dat mensen met een beperking te weinig aan de bak komen. Misschien is dat wel waar? Eén van de vervelende professoren uit Gent of Leuven die altijd weer in ‘De afspraak’ zitten, zal daar wel het antwoord op weten.
Eén beperking wordt alvast door de zenders zelf gecultiveerd. Mensen die geen Algemeen Nederlands kennen, lijken een streepje voor te hebben bij onze nationale omroep, die onder meer volksverheffing in zijn statuten heeft staan. In ongeveer elke fictiereeks op de VRT drukken de protagonisten zich in het West-Vlaams uit, waardoor vier vijfde van de kijkers op ondertitels aangewezen is. Men schijnt er ook van uit te gaan dat een onnozele repliek grappig wordt zodra ze naar streektaal is omgezet.
Quod non.
Als ze aan de Reyers ooit nog eens aan een naamsverandering denken, stel ik voor: WVRT!
Het controversiële ‘transformatieplan’ van de VRT: ‘Er zit bij nog veel vet, hoor. Je zou het makkelijk kunnen rooien met de helft van het volk’