columnmarc didden
‘Met groene Brusselaars die aan politiek doen heb ik het moeilijk. Kermit de Kikker wist het al: it’s not easy being green’
Ik hou van zo goed als al mijn stadsgenoten. Of ze nu blank zijn of bruin, geel of rood, rond of vierkant, het maakt me niet uit. Ik kom ze graag tegen op de stoep, bij de bakker, op de tram of in de wachtzaal bij de dokter. En ik geef ze allemaal emotioneel krediet. Gewoon omdat ze er zijn.
In zijn mooiste song, ‘At the Crossroads’, zingt de door mij fel gewaardeerde maar verder weinig bekende countryzanger Doug Sahm over zijn thuisstaat Texas: ‘You just can’t live in Texas / If you don’t have a lot of soul’, en die woorden zijn ook toepassing op elke Brusselaar. Vervang ‘Texas’ door ‘Brussel’ en you know what I mean.
Brusselaars zijn een taai volkje. Ik zag ze laatst weer in groepjes van honderd over de boulevards dansen tijdens de Zinneke Parade, een loepzuiver en verfrissend massaschouwspel dat mij telkens weer verliefd maakt op mijn fellow citizens.
Zinnema Vérité van de hoogste orde. De landelijke media zijn er eerder discreet over, maar dat kan mij en de andere Zinnekes niets schelen. Wij feesten wel met en voor onszelf. En ik mag die Zinnekes allemaal: of ze nu blank zijn of bruin of geel of rood. I don’t care.
Alleen met de groene exemplaren heb ik wat last. Zeker zij die aan hier aan gemeentepolitiek doen. Als ik ze bezig hoor, heb ik de indruk dat ze graag op de buiten zouden wonen. Of in Gent. Of in Leuven.
Kermit de Kikker wist het al: it’s not easy being green.