open venster
Onze lezers over het lerarentekort: ‘De voorstellen van de zogenaamde experts staan ver van de realiteit’
‘Er is een schrijnend tekort aan leerkrachten’ klinkt het uit alle hoeken van het onderwijs. Amper enkele dagen voor het nieuwe schooljaar is er nog steeds geen oplossing in zicht. Een week geleden strooide Koen Pelleriaux, topman van het GO!-onderwijs, ook nog eens zout in de wonde met zijn uitspraak over het gebrek aan ambitieuze leerkrachten. Het onderwerp beroert u, bleek uit de vele inzendingen voor ons Open Venster.
‘Ondanks alle mooie slogans werd ik in alle scholen buitengepest’
Ik heb zelf vijftien jaar lesgegeven, of dat toch geprobeerd, in twee scholengroepen en ontelbare scholen. Hoe verder mijn ‘carrière’ vorderde, hoe vuiler en ondankbaarder werk ik kreeg. Ik heb ASS, en ondanks alle mooie slogans over diversiteit en gelijkheid van kansen werd ik overal buitengepest omdat ik te anders was.
Ik deed mijn job goed, heel goed zelfs. Ik kom nu nog kinderen en ouders tegen die me bedanken, en ik ben er al zeven jaar weg. Maar dat was blijkbaar niet belangrijk. Wat telde was hoe ik eruitzag, hoe ik in het plaatje paste, en dat deed ik niet.
Het dieptepunt was toen ik erachter kwam dat alle directeurs van de scholengroep plus de algemeen directeur tot een stille boycot tegen mij hadden besloten. Niemand mocht me nog werk geven, of ze zouden er zelf van lusten. Toen ik dat ontdekte, ben ik ingestort en twee weken later lag ik op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Daarna ben ik definitief gestopt.
Zeven jaar, twee opnames, ontelbare therapiesessies en een fortuin aan medische kosten later zijn mijn nachtmerries eindelijk gestopt. Nachten waarin ik steeds opnieuw voor de klas stond en vernederd, uitgesloten en uitgescholden werd, door collega’s en directies.
Ik kan nog steeds niet werken. Als ik een school passeer, krimpt mijn maag samen. Gelukkig heb ik geen kinderen, zodat ik geen school meer binnen hoef te gaan. Maar als ik lees over een nijpend lerarentekort, en hoe ze smeken om goede leerkrachten, lach ik groen. En ik kan het niet helpen te denken: stik erin. Jullie hebben het zelf gezocht. Maaike, Oostende
***
‘Het establishment ziet het onderwijs nog altijd als een plaats waar werkkrachten worden opgeleid’
Het lerarentekort is slechts een symptoom en geen oorzaak van de problemen in het onderwijs. Doe iets aan de oorzaken en de symptomen zullen verdwijnen. Met het opkrikken van de waardering en een salarisverhoging zul je er heus niet komen. Ik heb een paar suggesties.
Vertrouw meer op de autodidactische capaciteiten van leerlingen. Breid het curriculum op alle niveaus grondig uit en laat de leerlingen hun curriculum personaliseren, dus deels zelf samenstellen. Gooi de traditionele testcultuur overboord, net als het blinde geloof in cijfers en diploma’s. Creëer weer vaklokalen en geef de vakleerkrachten jaarlijks een budget, zodat ze zelf kunnen beslissen hoe ze die ruimtes willen inrichten op korte en lange termijn.
Stap af van de controle- en zitcultuur in het onderwijs en behandel leerlingen op alle niveaus als artiesten, ondernemers, wetenschappers, mensen met eigen interesses en een eigen wil tout court. Breek de curricula van de lerarenopleidingen open. Enzovoort, enzovoort.
Natuurlijk zijn er nog goede leerkrachten, maar daar gaat het hier niet over, het gaat over het systeem en het establishment, dat het onderwijs nog altijd ziet als een plaats waar werkkrachten voor de arbeidsmarkt worden klaargestoomd.
Dat leerkrachten en passant leer- en gedragsproblemen moeten oplossen, wordt als ‘part of the job’ gezien, terwijl ook dat meestal symptomen zijn dat het grondig fout loopt met het systeem en je daarom beter de oorzaken zou aanpakken. Maak van het onderwijs een leuke plek waar het goed leren, werken en leven is.
En als geld een probleem blijkt te zijn, schaf dan, in samenspraak met de andere EU-landen, de belastingvoordelen van voetballers, grootbanken, de grootindustrie en luchthavens af. Dan is er geld genoeg voor onderwijs, cultuur, armoedebestrijding en al die andere zaken die er wezenlijk toe doen. Frank Peeters, Clabecq
Lees ook
Sire, er zijn geen leerkrachten meer: ‘Sommige ouders doen alsof leerkrachten opgeleid zijn om hun kroost te folteren. We onderwijzen niet om je kind te pesten, hoor’
***
‘Gewoon goed lesgeven lijkt een bijzaak geworden in de lerarenopleiding’
Eind september ben ik zelf via VDAB met een lerarenopleiding gestart aan een Vlaamse universiteit. En, omdat ik er op termijn een knelpuntberoep mee zou invullen, een heel jaar lang op kosten van de belastingbetaler! Zou. Want na acht maanden opleiding, gekenmerkt door een mentaliteit die het midden houdt tussen middelmatig en bekrompen, berg ik mijn ambities om als gemotiveerde zij-instromer voor de klas te staan op in het koelvak.
Als leraar in spe krijg je vooral bijgebracht hoe je op papier kunt voldoen aan allerhande administratieve verwachtingen. Gewoon goed lesgeven lijkt wel een bijzaak te zijn geworden. Als het dan toch over het lesgeven gaat, moet alles zo interactief en activerend mogelijk georganiseerd worden. Geen idee is te dwaas, geen uitvoering te gek. Leerlingen zullen geëntertaind worden! Of ze het nu willen of niet.
Toen ik die theorie tijdens mijn stages aan de praktijk wilde toetsen, luidde het antwoord van drie verschillende stagebegeleiders unisono: ‘Onhaalbaar in de realiteit.’ Mogelijk speelde een beperking in tijd een cruciale rol in hun oordeel.
Begrijpelijkerwijze zien de docenten van de lerarenopleiding dat enigszins anders. Zij zijn immers, binnen een specifiek onderdeel van de opleiding weliswaar, met vijf verantwoordelijk voor een groep van twintig studenten. Nu kun je één of twee lessen lang doen alsof dat nuttig is door vooraan wat te staan coteachen met z’n tweeën. Maar het merendeel van de tijd was het toch vooral gênant om te zien.
Tot slot is de passage over de hoeveelheid aan taakjes, opdrachten en verslagen jammer genoeg maar al te herkenbaar. Als klap op de vuurpijl moet er over dit alles ook nog eens oeverloos gereflecteerd worden. Door de studiebelasting op die manier kunstmatig op te drijven, wordt er een zweem van legitimiteit voor de opleiding gecreëerd. Maar welke juist de toegevoegde waarde is voor de student, blijft telkens een raadsel.
Hopelijk krijgen andere initiatieven van de politiek een mandaat en de nodige middelen om efficiënte, kwalitatieve vormingen aan te bieden die eveneens tot een pedagogisch bekwaamheidsbewijs leiden. Wat gezonde concurrentie op dat vlak zou, gezien de penibele situatie waarin ons onderwijssysteem zich bevindt, absoluut geen kwaad kunnen. H.D., Antwerpen
***
‘De leerkracht moet weer respect krijgen’
Er wordt gezegd dat men volop zoekt naar oplossingen voor het lerarentekort en dat men zo snel mogelijk met tegemoetkomingen zal komen. Waarom duurt alles dan zo lang en komen er geen doeltreffende oplossingen uit de bus? Studiezalen zitten vol met leerlingen omdat er geen vervangers op de arbeidsmarkt te vinden zijn. Leraars behoren stilaan tot een uitstervend ras. De nood is bijzonder hoog, maar de al ondernomen actie blijft bedroevend beperkt.
Als zoon van een leerkracht Duits-Engels in de derde graad secundair onderwijs en als laatstejaarsstudent economie-moderne talen in het secundair onderwijs op diezelfde school ben ik steeds meer geneigd om het beroep van een leerkracht niet als één van de zwaarste jobs, maar wel tot dé zwaarste job in onze maatschappij te bestempelen.
Veel mensen vinden: ‘Och, een leerkracht, wat moeten zij doen?’ en ‘Zijn vier maanden vakantie dan nog niet genoeg?’ Mensen zijn zich nog altijd niet bewust van de planlast bij leerkrachten. De talloze vergaderingen, stapels verbeterwerk, uren voorbereidend werk, terugkerende onderwijshervormingen en verplichte extra taken worden vergeten. De voortdurende afkeurende blikken als je het woord leerkracht maar durft uit te spreken: dit alles en veel meer zorgt ervoor dat mensen niet meer voor deze job kiezen.
Verder is er de motivatie en houding van de leerlingen. Wanneer ze rond 8 uur de schoolpoort binnenwandelen, doen ze dat blijgezind. Maar als ze een halfuur later de klas binnenkomen, duurt het niet lang voor de eerste hoofden op de schoolbanken belanden. Ze zijn uitgeput na een vermoeiend weekend. Ze moeten uitrusten op school. Het aantal aandachtige en meewerkende leerlingen is beperkt. Leerkrachten worden niet zelden genegeerd door leerlingen. Vanmorgen kreeg mijn leerkracht geschiedenis weer geen antwoord op zijn boeiende vraag. Naar goede gewoonte beantwoordde ik die dan.
Jammer dat de inzet alsmaar van slechts enkele leerlingen moet komen. Het beroep van een leerkracht is voor veel jongeren totaal niet sexy en een respectvolle houding tegenover het onderwijzend personeel moet steeds vaker afgedwongen worden. Arrogante opmerkingen als ‘Dat studeer ik niet hoor!’ en ‘Waarom leren we dit eigenlijk?’ worden alledaags. Werkt er iets demotiverender?
Niet dat er geen motiverende momenten meer zijn voor de leerkrachten. En ja, er zijn nog leerlingen en ouders die sympathie opbrengen voor het beroep. Helaas is het de minderheid. Petje af voor de gedreven diehards die er dagelijks voor blijven gaan en het beste uit zichzelf naar boven halen omdat ze er in blijven geloven dat ze goed zijn in hun job en hun doel kunnen bereiken bij de jongeren.
We moeten ervoor zorgen dat het lerarenberoep weer aantrekkelijk wordt. Een stijging van het loon volstaat niet. Er is nood aan respect voor het lerarenambt. Een opwaardering van dit knelpuntberoep dringt zich op. Niet met woorden maar daden zal het beroep in ere hersteld worden, en zal de instroom van beginnende leerkrachten hopelijk groter worden dan de uitstroom. Thibo Temmerman
***
‘Men heeft het onderwijs zo laten verrotten dat drastische maatregelen zich opdringen’
Bij het zoveelste bericht over de dramatische toestand in het onderwijs blijft men hardnekkig de olifanten in de kamer negeren. Het probleem is niet de verloning of de planlast, nee, het gaat over de attitude en motivatie van de leerlingen. Of liever: het gebrek eraan. Er is een totaal gebrek aan respect voor de leerkracht, dikwijls ook van de ouders, die niet zelden een eindresultaat betwisten. Ouders die je tijdens het jaar nooit ziet op een oudercontact. Wie wil nog voor een klas staan als je eerst een kwartier of langer moet proberen tucht te houden? Wie wil zich nog laten uitschelden en in het ergste geval bedreigingen naar het hoofd geslingerd krijgen?
Door het lerarentekort neemt men het ook niet nauw met de kwaliteit van de leerkrachten. Met stijgende verbazing en ergernis kijk ik naar ‘Meneer Vanneste’ op Eén, waarin Tijs Vanneste weer wil lesgeven. Een behoorlijke uitspraak van het Nederlands is blijkbaar niet meer nodig. ‘De mol’- winnares Uma geeft ook les en braakt een zwaar West-Vlaams accent uit. Zoiets was destijds gewoonweg onmogelijk in onze lerarenopleiding.
Onze leraar Nederlands in de lerarenopleiding zond je naar de logopedie om dialectklanken weg te krijgen. Wie een fout maakte tegen de vermaledijde dt-regel in een verhandeling op 100 punten: min 50 punten! Vele jonge leerkrachten lezen ook niet meer en dat is een regelrechte schande.
En dan is er de derde olifant die alleen door onderwijsspecialisten Wouter Duyck en Dirk Van Damme wordt benoemd: de thuistaal. Hoe kan een leerkracht Nederlands in godsnaam in vijf of zes uur een behoorlijk taalgebruik aanleren als men thuis alleen maar Arabisch, Turks of Bulgaars spreekt? Dat gaat simpelweg niet. De gevolgen zijn nu al te merken: teksten vol fouten, sollicitatiebrieven die pijn aan de ogen doen, universiteitsprofessoren die jaarlijks het niveau zien zakken.
De oplossingen? Men heeft de toestand zo laten verrotten dat drastische maatregelen zich opdringen. In scholen waar het nodig is: tucht! Neem studietoelages af als men thuis geen Nederlands wil praten. Gooi jonge leerkrachten niet voor de leeuwen in moeilijke scholen en laat hen bijstaan door ervaren lesgevers. De motivatie zal alvast toenemen. En ten slotte: een leesverplichting voor onderwijzers en leraren, met een jaarlijkse controle. Het is zwaar werk om die tanker alsnog te keren. Ronald Verheyen, Mortsel
***
‘Hopelijk slaagt meneer Vanneste erin uit te leggen waarom zoveel leerkrachten het onderwijs vaarwel zeggen’
Veel buitenstaanders blijven, zelfs in tijden van een nijpend lerarentekort, hardnekkig beweren dat het lerarenberoep alleen maar voordelen heeft. Dat het zonder discussie het makkelijkste en het comfortabelste beroep ter wereld is. Wat houdt hen dan tegen om zelf voor de klas te staan? Of anders geformuleerd: waarom kiezen steeds minder mensen voor een carrière in het onderwijs?
Graag had ik daar, als gepensioneerde leraar, eens een eerlijk en eenduidig antwoord op gekregen. Niet van vitterige onderwijspedagogen die het altijd beter weten. Noch van opportunistische politici, die nooit zelf voor een klas hebben gestaan en bezwaarlijk als ervaringsdeskundigen kunnen worden bestempeld. Wel van de betrokkenen zelf. Al die mensen die kozen voor het onderwijs en er ook voor werden opgeleid, maar uiteindelijk toch voor een andere job opteerden. Maar ook van al die anderen die gemotiveerd en met veel enthousiasme begonnen, maar na een tijdje ontmoedigd afhaakten.
Alvast bedankt, meneer Vanneste, om in het gelijknamige VRT-programma deze problematiek aan te snijden. Hopelijk slaagt u erin de ware redenen en de echte oorzaken te onthullen waarom de jongste jaren zovelen het onderwijs de rug hebben toegekeerd.
Ondertussen is één ding zeker. Wie alleen voor de vakantie, de uurtjes van vijftig minuten of enig ander voordeel naar het onderwijs trekt, houdt het niet lang vol. Zelfs geen semester, zoals meneer Vanneste wil proberen op tv. Michel Van Uytfanghe, Wetteren
***
‘Volgens GO!-topman Koen Pelleriaux heeft een leerkracht geen ambitie en wil hij kennelijk niet al te veel maken van zijn leven’
Dit is een open brief aan Koen Pelleriaux, afgevaardigd bestuurder van het gemeenschapsonderwijs
Geachte heer Pelleriaux,
U bent de grote baas van het GO! - niet mijn onderwijsnet, maar voor een lesgever speelt de club waartoe hij behoort niet zo’n rol. In een interview dat vorige week vrijdag verscheen bestaat u het te stellen dat klassen van 60 leerlingen moet kunnen voor sommige vakken: als dat in het hoger onderwijs kan, zo zegt u, dan kan het ook in het middelbaar onderwijs. Ook over leerkrachten doet u een aantal uitspraken die we minstens twijfelachtig kunnen noemen.
Wanneer ik aan de talloze gesprekken denk die ik als leerkracht en daarnaast al heb gevoerd over onderwijs, met collega’s vooral, maar ook met andere wijze mensen, kinderen en jongeren, ouders, kan ik me amper iemand voor de geest halen die tijdens zo’n gesprek een lans zou hebben gebroken voor klassen van 60 pubers. Pubers zijn geen jongvolwassenen van de hogeschool of de universiteit, alsof alles wat jonger is dan 25 jaar één pot nat is. Pubers zijn mensen die in de eerste grote bocht van hun leven zijn aanbeland. Met lichtsnelheid verandert alles voor hen in die korte periode van hun bestaan. Hun lijf, armen en benen groeien à rato van bijna 5 centimeter per jaar. Ze rukken zich los van hun opvoeders en ouders. Met vallen en opstaan zijn ze op zoek naar zichzelf, hebben ze ’t zot in hun kop. Ze zijn dwalende, en dus niet altijd het gemakkelijkst handelbare publiek.
60 pubers aan een bank zetten in één klas en hopen dat zij dan net zo goed les kunnen volgen als hun rijpere en oudere generatiegenoten in het hoger onderwijs, zoiets kan alleen maar een mooie droom zijn. Terwijl het hoger onderwijs zelf het werken in kleinere groepen al heeft omarmd en afgestapt is van louter grote aula’s met veel volk. Bovendien komt verre van elke scholier in het hoger onderwijs terecht.
Een ander schitterend idee om het lerarentekort te bestrijden, lijkt u het schofferen te zijn van de mensen die lesgeven. U zegt letterlijk: ‘Dat ambitieniveau kunnen we proberen op te trekken door een ander profiel van leerkrachten aan te trekken. Mensen met ambitie die wat meer willen bereiken in het leven.’ Een tweede quote: ‘Het beeld dat er vandaag is, wordt voor een stuk gemaakt door de leerkrachten die er vandaag zijn.’
Wat de eerste quote betreft: daarmee krenkt u wie nu lesgeeft diep - ik heb geen idee hoe je het anders kunt noemen. Een leerkracht leeft vandaag blijkbaar zonder ambitie en wil kennelijk niet al te veel maken van zijn leven: het vertelt ons welke dunk u over ons heeft. Bovendien, waar gaat u die paar duizend bijzonder ambitieuze mensen uit de o zo verheven industrie halen en hoe gaat u ze belonen? Anders dan die zogenoemde niet-ambitieuze leerkrachten?
En dan de tweede quote: behoeft die nog interpretatie? Er zijn 200.000 leerkrachten in Vlaanderen. Die mensen mogen dus allemaal naar dat erbarmelijke stuk in zichzelf gaan kijken, want al die stukken samen vormen het blijkbaar onfraaie beeld van het onderwijs dat er vandaag is. Je door je hoogste baas gerespecteerd en gehoord weten - twee basisprincipes voor goed onderwijs, trouwens - zal voor velen weer net iets moeilijker zijn wanneer over anderhalve week de scholen weer opengaan.
We zijn het er allemaal over eens, we wéten het, degelijk onderwijs is de basis voor elke mens en elke vooruitgang in een samenleving, dus ook in Vlaanderen. Maar het beleid fundamenteel daarop afstemmen, nee, dat is vandaag lang geen zekere zaak meer. Liever blust men brandjes door te pas en te onpas ideetjes en voorstelletjes de wereld in te sturen, zoals de visser die zijn lijn in het water gooit en alleen nog maar kan wachten en hopen dat er gebeten wordt.
Dat de ideetjes die u in de wereld instuurt, mijnheer Pelleriaux, buiten het onderwijs min of meer op applaus onthaald worden, dat kan ik me best inbeelden. Of dat ook binnen het onderwijs zo zal zijn, is een andere vraag. Maar zo te zien gelooft u in vooruitgang via polariserende voorstellen. Daarmee stelt u zich op als een klinische manager met grote ambitie en komt u over als een beetje een koele cijferkikker. Het lijkt zelfs alsof u met de bril van de rationele CEO aan de ziel van het onderwijs wilt rommelen. Als kersverse topman van het GO! betreedt u het onderwijs zoals een olifant een porseleinwinkel. Op die manier laat u uitschijnen dat het rationele en marktgerichte denken met een paar ferme hamerslagen in het gevoelige onderwijshout moet en kan geslagen worden.
Hoe kun je in godsnaam kijken naar kinderen - want elke min-18-jarige is nog een kind - als een gegeven dat je moet managen? Leren moet managen zijn, opvoeden moet managen zijn, studeren moet managen zijn, groot worden moet managen zijn. Allemaal in functie van een grote nog te ontwikkelen ambitie, voor láter, voor wanneer die kinderen groot zijn en zullen kunnen meewerken aan óns project - niet dat van hén.
En zo kunnen we weer alle gevraagde oplossingen voor onze maatschappelijke problemen doorschuiven naar het onderwijs. Maar ook dat zullen leerkrachten weer klasseren bij alle nog te verwezenlijken doelen die door hogerhand óf door onze samenleving al bedacht zijn, terwijl iedereen weet dat elke lesgever jaar na jaar verzuipt in een oceaan van administratie en andere zijdelingse opdrachten.
Nu, dat we verzuipen in het onderwijs is niet moeilijk: we zijn tenslotte met 200.000 halve watjes.
Voor een loonsverhoging ga ik niet gemakkelijk staken, zeker niet in deze voor iedereen barre tijden. Tegen een aanval op mijn beroep en het affronteren van mensen die dat beroep uitoefenen misschien wel.
Toch hoop ik, geachte heer Pelleriaux, dat we elkaar op een dag zullen kunnen vinden en dat u en andere beleidsvoerders de managersbril vaak genoeg nog zullen ruilen voor de pedagogische. Misschien voorgoed. Manu Vanhaverbeke, leerkracht, Berchem
***
‘Zou het niet interessanter zijn om het over de financiering van het onderwijs en de benoemingsprocedures te hebben?’
GO!-topman Koen Pelleriaux meent dubbel werk van leerkrachten te kunnen verminderen door eenheidsworst te fabriceren: ‘Duizenden leerkrachten wiskunde stellen een verschillend examen op’, terwijl ze hetzelfde leerplan gebruiken.
Vreemde redenering. Alle leerkrachten hanteren dezelfde eindtermen: waarom dan niet filmpjes opnemen en die vanuit één of ander onderwijskabinet afspelen? Win-winsituatie: schoolgebouwen kunnen voor andere doeleinden gebruikt worden, de overheid betaalt maar één loon uit aan de medewerker die, koffie lurkend en patience spelend, op de juiste toets drukt, opdat alle leerlingen van thuis uit onderwijs kunnen genieten. Laat ze daarna een digitale meerkeuzetoets afleggen en dan kan de ICT-dienst van het departement nog eens aan het werk.
De eindtermen en de leerplannen zijn zo opgesteld dat elke leerkracht haar of zijn eigen klemtonen kan, mag en moet leggen. Die duizenden leerkrachten wiskunde geven op duizenden manieren les, gebruiken duizenden lesvariaties en brengen kennis en vaardigheden over op duizenden heterogene groepen in duizenden scholen die, afhankelijk van hun ligging, duizendmaal van elkaar verschillen. Want is lesgeven niet juist dat wat een leerkracht tot een leerkracht maakt: de aanpak, het materiaal, de achtergrondkennis, het publiek?
Is het niet de kerntaak van de leerkracht om kennis én vaardigheden over te brengen en in te laten studeren? Om volgende generaties managers, automonteurs, kleuterleid(st)ers, verpleegkundigen te kneden en te inspireren? Daarnaast moet de leerkracht oog hebben voor de individuele problemen waarmee elk schoolgaand kind thuis leeft en naar school gaat. Lukt dat in een lokaal voor zestig pubers? Een cursus sociologie afratelen in een aula is iets anders dan 14-jarigen begeleiden in hun wordingsproces.
Zou het niet interessanter zijn om het over de financiering van het onderwijs en de benoemingsprocedures met al de aberraties te hebben? Niet over de verloning uiteraard, wel over financiële structuur van het onderwijsbestel. Op dat vlak bleef meneer Pelleriaux oorverdovend stil.
Hij heeft mensen nodig die ‘misschien wat meer ambitieus zijn, die eigenlijk wat meer willen bereiken in het leven’, ‘die inkomen belangrijk vinden’ en ‘die vooruit willen gaan in het leven’. Als kaakslag aan zijn eigen personeel kan dat wel tellen. Ambitie is meer dan kapitalistisch fetisjisme.
Deze brief is een uitnodiging om rechtstreeks met leerkrachten in gesprek te gaan, en zeker met diegenen die direct getroffen zijn door het nijpende lerarentekort en door zijn voorstellen. Want de leerkracht staat wél met beide voeten in de realiteit. Voor de leerkracht is de leerling geen cijfer, maar een mens die begeleid, gekneed en gevormd wordt door gedegen onderricht.
Veerle Damm, Dorien Deluyker, Mieke Garcia Y Vilar, Kathleen Gommers, Vicky Hazen, Bart Jacobs, Ada Minnella, Hanne Schaekers, Eef Vandecraen, Karin Vissers en Wim Lemmens, gemotiveerde en gedreven leerkrachten.
***
‘Blijkbaar is de enige ambitie die ertoe doet, steeds meer geld verdienen’
Beste meneer Pelleriaux, uw interview in het VRT-journaal heeft heel wat kwaad bloed gezet bij mijn collega’s en bij mij. Over uw inhoudelijke voorstellen zal ik kort zijn. Experts komen, experts gaan, dat zijn we gewend in het onderwijs. De voorstellen van die zogenaamde experts staan meestal zo ver van de realiteit (klassen van zestig leerlingen, really?) en verdwijnen even snel als ze zijn gekomen, dat wij eens de wenkbrauwen fronsen en voortwerken.
Dat u mensen uit de privésector wilt overtuigen om naar het onderwijs over te stappen, is niet nieuw. Dat u hen probeert te overtuigen door het lerarenkorps steeds opnieuw te beledigen, te kleineren en te vernederen, is dat wel. Want wij zijn, in tegenstelling tot de mensen ‘uit de privé’, niet ambitieus, wij willen niet vooruitgaan in het leven.
Is het dan niet ambitieus om er elk jaar weer naar te streven leerlingen die een hekel hebben aan mijn vak, toch te motiveren? Is het dan niet ambitieus te blijven proberen ouders die onbereikbaar zijn, toch te bereiken? Is het dan niet ambitieus leerlingen die zich niet goed in hun vel voelen te laten openbloeien? Is het dan niet ambitieus een cursus samen te stellen waarin alle leerplandoelen aan bod komen en die tegelijk ook actueel, boeiend, haalbaar en uitdagend is?
Blijkbaar is de enige ambitie die ertoe doet, veel en steeds meer geld verdienen. Ik hoop dat wij onze leerlingen een andere boodschap kunnen meegeven.
Als klap op de vuurpijl schuift u de schuld van het slechte imago waaronder wij al jaren lijden in onze schoenen. Dat ik zulke dingen moet horen aan de toog of op Facebook moet lezen, dat ben ik intussen al gewend. Dat mijn eigen baas zoiets zegt, dat doet simpelweg pijn.
Laat de geldwolven wegblijven uit onze klassen. Ik maak me trouwens weinig zorgen, ze zullen niet staan springen. Of zullen zij meer loon krijgen dan wij? Krijgen zij hun verplaatsingskosten en onkosten wél terugbetaald? Krijgen zij wél maaltijdcheques, een tankkaart, een gsm met abonnement en pen en papier? Krijgen zij wél de luxe zich te concentreren op het lesgeven, zodat ze geen waardevolle tijd ‘verliezen’ met toezichten, springuren en nutteloze administratie? Time is money, nietwaar?
Ik ben ambitieus, meneer Pelleriaux, het is mijn ambitie dagelijks kwaltiteitsvol onderwijs aan te bieden aan mijn leerlingen, ondánks alle wilde voorstellen van zogenaamde experts. Ik nodig u graag uit bij mij in de klas om samen na te denken over de toekomst van het onderwijs, vanuit de basis, vanuit de leerkrachten én de leerlingen. Want ondanks alles geloof ik wel dat dat nog steeds onze gedeelde ambitie is. Nele Leroy, leerkracht Frans-Spaans, via mail
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: