humoOpen Venster
‘Op het Waalse platteland gunnen de meeste mensen elkaar het licht in de ogen niet’
Mijn dochter en ik wonen al jaren in een klein Waals grensdorp op het platteland. Toch hebben wij nog altijd niet veel gezien van die Waalse levensgenieters die hier volgens PS-voorzitter Paul Magnette zouden wonen. Ik zal kort proberen onze bevindingen te beschrijven.
In onze streek zijn zeer veel inwoners afstammelingen van Vlamingen die hier honderd jaar geleden of langer zijn komen wonen. Geen van hen kent Nederlands, zelfs al spreekt in bijna iedere familie de (over)grootmoeder of (over)grootvader nog één of ander Vlaams dialect.
In onze streek blijf je altijd een buitenstaander, zelfs al probeer je je zo goed mogelijk te integreren en spreek je de Franse taal goed. Er is een onderhuidse vijandigheid die wordt gemaskeerd met ‘vriendelijke’ begroetingen.
De dorps- en streekmentaliteit is die van de jaren 50 van vorige eeuw in Vlaanderen: de tijd staat hier stil. Paternalisme alom, van #MeToo hebben ze nog nooit gehoord: alleenstaande vrouwen (nieuwkomers, jong en ouder) worden ongelijkwaardig en vol minachting behandeld en zijn enkel goed om hen geld af te troggelen of te koppelen aan een streekbewoner.
Vrouwen moeten hun plaats kennen: ze moeten aan de haard blijven, het huis schoonmaken, voor de man zorgen en vooral hem het hoge woord laten voeren, zelfs al heeft hij geen greintje verstand van het besproken onderwerp. De man is superieur en zal geen huishoudelijke klussen op zich nemen. Vrouwen die zonder een man door het leven gaan, zijn naar hun mening ofwel lesbisch, ofwel hebben ze een doorslecht karakter, waardoor geen enkele man hen wil hebben.
De enige moderniteit hier is de drone: wanneer buurtbewoners nieuwsgierig zijn naar wat een ander doet in zijn tuin, gebruikt de plaatselijke hobbyist zijn drone om dat te ontdekken. Zijn kompanen en hij hebben het reuze naar hun zin terwijl ze dat tussen pot en pint doen! Wanneer men ethische en legale bezwaren heeft tegen die hobby, sturen ze een oude gezaghebbende matrone, die alle bezwaren wegwuift onder het mom van ‘Boys will be boys’. Het zijn kwajongensstreken en je verzet je er beter niet tegen, of anders zal het hele dorp zich tegen je keren.
De boeren hier zijn harde werkers en combineren het bewerken van hun gronden en het vetmesten van koeien vaak met een andere job. Onderling zouden ze graag elkaar de hersens inslaan als er een stuk grond vrijkomt. Vetes over dergelijke geschillen worden van generatie op generatie doorgegeven.
Ze behandelen hun dieren hardvochtig en wreed en zien hen enkel als zakken geld op vier poten. Bomen worden (voor het hout) gekapt zonder vergunning. Ondanks wettelijke beperkingen op dierlijk mest dumpt men alles ongestraft op de weiden en velden. Het riviertje dat in Frankrijk niet ver van de grens stroomt, is daardoor vervuild. In de droge zomers pompen de boeren illegaal water uit het riviertje om aan hun dieren te geven.
Het waterpunt met de voorziene reserve aan water dat de brandweerlui in geval van brand kunnen gebruiken, is meestal leeg, want dat water hebben de boeren gebruikt. Bij een woningbrand is er enkel het bluswater dat de pompiers zelf meebrengen – wat meestal onvoldoende is. Als ze überhaupt al op tijd aankomen.
Om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, wordt hier wel veel gewerkt, vooral in de zwarte economie. Vele mensen klussen bij: de vrouwen gaan poetsen, de mannen voeren karweien uit, renoveren interieurs of bouwen delen van huizen. De mankementen en gebreken moet je erbij nemen: ze zijn geen professionals, hè.
Alles is hier duurder dan in Vlaanderen, behalve de aankoop van een woning. Maar ook dat voordeel verdwijnt naarmate meer mensen zich hier vestigen. Duurder zijn ook de nutsvoorzieningen. De dorpelingen betalen dubbel zoveel voor kraantjeswater als in Vlaanderen. De watermaatschappij eist ook geld voor de zuivering van het afvalwater. Maar dat afvalwater gaat rechtstreeks naar het riviertje in Frankrijk. Er is geen zuiveringsstation. Is die facturatie dan geen oplichting?
Op het eerste gezicht lijkt iedereen hier vriendelijk en wordt iedereen gegroet en gekust. Maar de meeste mensen gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Jaloezie, afgunst en nijd zijn de voornaamste kenmerken, naast roddelen en kwaadsprekerij met de bedoeling mensen te schaden. Het lijkt hier geregeld op één of andere slechte televisieserie uit de jaren 80. Nederlanders die hier hun buitenverblijf hebben, vragen ons telkens meewarig wat de nieuwste ontwikkelingen zijn in de plaatselijke soap. De enggeestige mentaliteit van de streekbewoners lijkt me echt niet die van een levensgenieter.
Onze motorhome werd vorig jaar gestolen door een dorpsbewoner. Hij vond dat hij die mocht hebben omdat die nieuw was, veel geld waard was en hij niet langer bij ons mocht komen klussen, waardoor hij inkomstenverlies leed. We hadden namelijk ontdekt dat hij zijn facturen opblies en ons het dubbele aanrekende van wat hij werkelijk presteerde. Het heeft ons ze maanden gekost om onze wagen via gerechtelijke weg terug te kunnen vorderen. Als reactie zei die man dat hij ons huis in brand zou steken wanneer we dat het minst verwachten.
Men is hier bang van de politie, en politieagenten die hier wonen, worden met veel egards behandeld. Daardoor hebben sommige van die politiemensen het gevoel (zie '1985'!) dat de wetten voor iedereen gelden behalve voor henzelf. Ze doen zelf aan sluikstorten, stoken illegaal afval (zoals de meesten hier) en begaan ongegeneerd andere overtredingen. Ze wanen zich onaantastbaar en straffeloos omdat ze bijvoorbeeld commandant zijn in Charleroi.
De enige keren dat al die mensen ‘uit de bol’ gaan en genieten, is wanneer het kermis is op 15 augustus, op Bevrijdingsdag in september en wanneer het jaarlijkse fanfarefeest wordt georganiseerd. Dan komen de mensen bij elkaar in de gemeentelijke feestzaal, worden er tegen betaling zeer klassieke Belgische gerechten geserveerd en kan men dansen op Franse muziek die populair was in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Ongewenste intimiteiten, handgemeen en dronken achter het stuur kruipen horen er ook bij. Gelukkig rijden de handvol jongeren die hier wonen, na zulke feesten voornamelijk hun eigen wagen in de prak en blijft het daarbij.
Conclusie: Walen, levensgenieters? Hier helemaal niet. Het zijn nijdassen en ze misgunnen elkaar en de hele wereld iedere cent, waarschijnlijk omdat ze zelf chronisch geld tekortkomen. Ondanks die giftige sfeer blijven wij hier wonen voor de mooie natuur.
Paul Magnette lijkt ons wereldvreemd. Hij weet niet wat er leeft onder de bevolking. Daarnaast zijn vele Waalse vaklui heel kwaad op hem geweest omdat hij voor zijn prestigeproject Shopping Center Rive Gauche in Charleroi geen Walen aan het werk zette, maar koos voor Roemenen en Polen. Ik vind die boosheid terecht: hij laat zijn eigen kiezers liever in het uitzichtloze werkloosheidscircuit zitten om goedkopere werklui uit het buitenland te kunnen aantrekken. Propere socialist!
Als u deze brief publiceert, noem dan geen namen, noch het dorp en de streek waar wij wonen. Wij worden zo al genoeg gepest.
Naam en adres bekend.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: