Alicja Gescinska Beeld Gert Verbelen
Alicja GescinskaBeeld Gert Verbelen

InterviewAlicja Gescinska

‘Politici mogen onwaarheid spreken, als ze maar waarachtig zijn’

De Pools-Belgische filosofe Alicja Gescinska pleit voor meer vertrouwen in de politiek. Dat vraagt om een filosofischer levenshouding, waarin vragen belangrijker zijn dan antwoorden.

Laura Molenaar

Ons tijdperk wordt vaak getypeerd door een ‘ontwaarding van waarheid’, constateert Alicja Gescinska. Het is bijna een cliché om onze tijd een post-truth era te noemen waarin ‘alternatieve feiten’ het debat vervuilen. Gescinska denkt dat er iets anders aan de hand is.

Ter gelegenheid van de – inmiddels naar juni opgeschoven – Maand van de Filosofie schreef ze het essay ‘Kinderen van Apate’ – publicatie óók uitgesteld. Sinds Pandora’s doos geopend is, zijn wij allemaal kinderen van Apate geworden, stelt Gescinska in haar essay. Apate is in de Griekse mythologie de personificatie van misleiding en bedrog, die door het openen van Pandora’s doos vrijkwam. Misleiding en bedrog bestaan kortom sinds mensenheugenis en zullen niet zomaar verdwijnen. Hoe wij met de erfenis van Apate omgaan, daar hebben we wél invloed op, denkt Gescinska.

Tijdens een videogesprek, vanuit een tot werkkamer omgeturnde slaapkamer, vertelt Gescinska dat het begrip ‘waarheid’ vaak verkeerd begrepen wordt. ‘Wij denken nog altijd: iemand die niet de waarheid spreekt is aan het liegen. Het klinkt misschien aannemelijk, maar je hoeft helemaal niet zo lang te reflecteren om te weten dat dat niet zo is.’

Waarom is liegen iets anders dan niet de waarheid vertellen, volgens u?

Alicja Gescinska «Als iemand gelooft dat de aarde plat is, dan is dat geen leugenaar. Het is niet wetenschappelijk wat hij of zij allemaal verkondigt, maar liegen is het niet. Om echt van een leugen te kunnen spreken moet die persoon ook weten dat hij of zij foute informatie verstrekt met het doel te misleiden of te bedriegen.»

De intentie waarmee iemand een leugen vertelt is dus belangrijk. Omgekeerd geldt ook: als de intentie goed is, hoeft een leugen niet moreel verwerpelijk te zijn, zegt Gescinska. «Stel dat politici nu zouden zeggen: ‘Ga niet naar de apotheek, want de mondmaskers zijn allemaal uitverkocht.’ Terwijl ze in werkelijkheid nog niet uitverkocht zijn. Ze helpen dan een leugen de wereld in, maar dat doen ze zodat mensen geen mondmaskers opkopen die de ziekenhuizen hard nodig hebben.»

Een leugen wordt niet gekenmerkt door onwaarheid, maar door onwaarachtigheid, zegt Gescinska. Waarheid toets je aan de feiten, waarachtigheid toets je aan de intenties die iemand heeft wanneer die zijn uitspraak doet.

In plaats van uitspraken van politici te factchecken moeten we die dus toetsen aan hun overtuigingen?

Gescinska «Nee, ik heb niets tegen factchecken. Maar we moeten geen factcheckers op de leugenaars afsturen en daarmee denken dat we de wereld gaan redden. We moeten ook kijken: waar staan die mensen voor en waarom zeggen ze de dingen die ze zeggen? Wat zijn ze gebaat bij een leugen?»

Hoe kunnen we dan weten wat iemands overtuigingen zijn? Of waarom ze zouden kunnen liegen?

Gescinska «Uiteraard zul je nooit met volle zekerheid iemands intentie kennen. Je kunt niet in iemands geest kijken. Maar de opdracht blijft wel om te oordelen wanneer een leugen wel of niet gerechtvaardigd was. Het zou goed zijn om allereerst te zien dat de leugen niet het tegenovergestelde is van waarheid, en ten tweede dat waarachtigheid essentieel is. Dat als we een uitspraak tegenkomen – in de krant, in een boek, in de politiek – dat we dan nadenken: waarom zegt hij of zij dat? En dat het niet uitgesloten is dat iemand in de politiek waarachtig kan handelen.»

Geloven we te weinig in de waarachtigheid van politici?

Gescinska «Wel, ik vind het onze taak als burger om politici met een kritische of zelfs sceptische blik te volgen. En ook de media moeten op de vingers van de politici kijken, om te zien of ze zich aan hun woord houden. Maar dat is nu doorgeslagen. Mensen geloven politici helemaal niet meer. Gezonde scepsis is ongezond wantrouwen geworden.»

Gescinska ervoer dat in haar eigen politieke carrière. In 2019 stond ze voor de verkiezingen van het Europees Parlement als nummer drie op de lijst van de liberale partij Open VLD. “Mensen zeiden tegen me: Nu ga je moeten liegen, nu ga je geen eigen beslissingen meer kunnen nemen. Alsof ik alleen nog maar een pion zou worden van de liberale Europese partij.” Omdat Open VLD maar twee zetels kreeg in het Europees Parlement werd Gescinska niet verkozen.

Zonder vertrouwen is democratie onmogelijk, zegt Gescinska. “Als je naar de bakker gaat en zegt ‘Ik wil graag een glutenvrij brood’, dan ga je ervan uit dat het brood glutenvrij is. Je gaat niet eerst nadenken, je begint gewoon te eten en gaat ervan uit dat je geen buikpijn zult krijgen.”

null Beeld Gert Verbelen
Beeld Gert Verbelen

Ze sluit daarmee aan bij de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995). “Levinas zegt dat waarachtigheid van de ander voorafgaat aan menselijke interactie. Als je er niet van op aankunt dat een ander meent wat hij zegt, dan kun je geen communicatie beginnen.”

Dat geldt ook voor de politiek, zegt Gescinska. “Net zoals je je bakker gelooft als je een glutenvrij brood koopt, zo moeten we ook politici geloven die bijvoorbeeld verklaren dat ze meer banen willen creëren. Daarmee wil ik uiteraard niet zeggen dat je niet sceptisch moet zijn.”

Gescinska verzet zich tegen het bij voorbaat wantrouwen van politici. “Ik denk dat we politiek al snel reduceren tot simplistische patronen. Daarmee doen we de politiek veel geweld aan.”

Merkt u dat ook nu de overheid onze vrijheden inperkt om de effecten van het coronavirus in te dammen?

Gescinska «Maatregelen die de overheid neemt zijn nu voor iedereen voelbaar. Als de politiek zegt: je mag niet naar buiten, dan ga je niet naar buiten. Als de politiek zegt: de winkels moeten dicht, dan zijn ze dicht. In een liberale democratie voelen we de werking van bovenaf niet zo vaak.»

Zorgt dat ervoor dat we de politiek meer vertrouwen dan anders?

Gescinska «Dat de meeste mensen gehoorzamen aan de richtlijnen toont dat ze de noodzaak ervan inzien en dat ze de informatie die de overheid geeft vertrouwen. Als we helemaal niet meer in de politiek zouden geloven zouden we gewoon onze eigen gang blijven gaan. Aan de andere kant: de maatregelen in België zijn verscherpt omdat mensen, ondanks de vraag om thuis te blijven, toch gingen winkelen in Nederland.

»Maar ik weet niet of er meer vertrouwen is in deze tijd. We weten ook nog niet wat het resultaat gaat zijn van de maatregelen. Misschien krijgen we het aantal doden helemaal niet zo snel onder controle en krijgen we een nieuwe economische crisis. Dan zullen mensen misschien zeggen: jullie hebben ons thuis doen blijven en niet alleen zijn er mensen dood maar onze economie is ook naar de maan. Als we wel snel het virus onder controle hebben en geen financiële crisis krijgen zullen we misschien zeggen, goh, onze politiek heeft het goed gedaan. Het is denk ik nog heel moeilijk te voorspellen hoe dat zich gaat ontwikkelen.»

Aan de andere kant merken we nu beter hoe flexibel politici zijn. Ze laten zich leiden door advies van experts, en in Nederland gingen de scholen dicht na kritiek op het handelen van de overheid. Wekt dat geen vertrouwen?

Gescinska «Daarom moeten we ook feedback blijven geven op de politiek. We moeten zeggen: dit werkt wel, dit vinden we goed, dit vinden we niet goed, daar zijn we tegen. We zijn ons in coronatijden misschien meer bewust van onze invloed, maar dat gebeurt al non-stop.

»Rutte hoeft maar honderd handgeschreven brieven te krijgen voordat hij denkt, oei, ik ga dit misschien eens onder de aandacht brengen. Politici zijn ontzettend gevoelig voor hun reputatie, en hoe hun burgers leven.»

We kunnen ons elke dag met politiek bezighouden?

Gescinska «Zeker. Ik vind het heel gek als mensen zeggen dat politiek ze niet interesseert. Dan zeg ik: waarom zeg je dan niet gewoon dat drinkbaar water je niet interesseert? Dat de vraag of we ouderschapsverlof betalen je niet interesseert? Politiek is niet alle kabinetten van buiten kennen en weten welke dingen laatst in het parlement zijn gezegd. Om eerlijk te zijn: ik volg het circus ook niet op de voet. Ik heb andere dingen te doen, dat is prima.

»Maar zeggen dat je geen interesse in politiek hebt is zeggen: ik ben niet geïnteresseerd in mijn medemens. Dat vind ik een heel onvolwassen houding. Het is onze verantwoordelijkheid dat er goede mensen in het parlement zitten.»

In uw essay pleit u voor een meer filosofische levens­instel­ling om de onwaarachtigheid in de politiek te bestrijden. Hebben we meer filosofen in de politiek nodig?

Gescinska «Er is een grote noodzaak aan filosofie in de politiek. Daarmee bedoel ik niet dat we handboeken met Kant en Aristoteles moeten uitdelen en dat we dan de wereld gaan redden. Het gaat om het filosofische inzicht dat vragen belangrijker zijn dan antwoorden. Uiteraard hebben we ook antwoorden nodig. In de politiek moet je kunnen handelen en niet verlamd worden door nieuwe vragen. Maar een echt filosofische houding neemt de arrogantie weg van het altijd beter weten. Ik denk dat we dat nodig hebben, of dat nu in de ­migratiecrisis is of in coronatijden.

»Er is niets mis mee als een politicus bekent: ik heb zus en zo gehandeld omdat ik toen dacht dat die beslissing de juiste was. Maar met de kennis van nu denk ik dat ik beter anders had kunnen handelen. En dat diegene dan de getroffen maatregelen bijdraait. Het rare is, dat willen we helemaal niet van politiek. We straffen politici af die twijfelen. Ik snap dat niet. Ik vind het een gebrek van ons, van burgers, om een politicus niet in zijn menselijkheid te laten. Fouten maken is menselijk.

»Dat is natuurlijk geen oproep om fouten te maken, maar je moet mensen afstraffen als ze nalatig zijn, of als ze een verkeerd eigenbelang nastreven. Dat zie je nu heel goed met het coronavirus. Als je probeert een crisis op te lossen en onder grote druk moet handelen, dan moet je een beslissing nemen met de kennis die je op dat moment hebt. Die kan drie maanden later al heel anders zijn.»

Wederom telt de intentie, zegt Gescinska. «We zouden ons veel meer moeten bekommeren om de intentie van politici. Als iemand niet de waarheid heeft gezegd maar dacht dat de waarheid te spreken, is dat een heel ander verhaal dan iemand die je iets wijs probeert te maken voor eigen gewin. Zorgwekkender dan de crisis van waarheid door toedoen van populisme en leugenachtige politici als Trump is de crisis van waarachtigheid. Ons tijdperk is er niet louter een van post-waarheid, maar ook van post-waarachtigheid.»

De Maand van de Filosofie zou in april beginnen, maar door de maatregelen rondom het coronavirus is die uitgesteld naar juni. De publicatie van het essay van Gescinska, ‘Kinderen van Apate’ (Uitgeverij Lemniscaat) is ook opgeschoven naar begin juni.

(Trouw)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234