‘Sinds kort wordt prostitutie gezien als culturele activiteit, als er voor of na de seks voorgelezen wordt’

Alle niet-EU burgers die zich in Vlaanderen willen vestigen en aldus zinnens zijn om een erkende Vlaming te worden, moeten een inburgeringsexamen afleggen. Door te slagen bewijzen ze dat ze op de hoogte zijn van de fundamentele waarden en normen die in Vlaanderen gelden. Dus je moet als Keniaan niet redeneren: ‘Weet je wat, ik ben Kenia zo beu als kouwe pap, met z’n maniok, z’n kamelen, en z’n stinkende achterbuurten, ik vertrek hier en ga me vestigen in Geraardsbergen, waarover ik veel goeds heb gehoord.’ Zo werkt dat niet, want je dient rekening te houden met wat de minister van Inburgering Bart Somers met je van plan is. Hij wil dat je kennis opdoet van alles wat Vlaanderen tot Vlaanderen maakt, en dat je door middel van een examen je plaats in onze maatschappij opeist. De vragen zijn opgesteld door serieuze professoren, en derhalve niet van de poes. Vele Vlamingen zouden ze fout beantwoorden. Eén van de vragen is bijvoorbeeld: ‘Jan is een werkloze marktkramer en op de koop toe is hij ziek geworden van te veel sigaren te roken, ook als z’n 3-jarige baby in de kamer aanwezig is. Op deze wijze heeft zowel Jan als de baby longkanker gekregen. Wie zal de Vlaamse dokter eerst proberen te redden: Jan of de baby?’ Het antwoord: ‘Geen van beiden. Jan heeft het zelf gezocht, en de baby was achterlijk geboren, dus ze mogen allebei naar de verdommenis.’ Een volgende vraag: ‘Marita heeft jarenlang gewerkt als poetsvrouw bij minister Crevits, maar omdat ze er de kantjes af liep, heeft Crevits Marita ontslagen, zeker nadat was gebleken dat Marita zes beha’s van Crevits had verdonkeremaand, wat raar is, omdat Marita veel grotere tieten heeft. Hoe dan ook is Marita haar baan kwijt, en om geld te verdienen om haar invalide man Jean-Jacques te verzorgen, gaat ze aan prostitutie doen. Kan Marita voor haar nieuwe beroep subsidies aanvragen?’ Het antwoord is: ‘Ja, dat kan ze, namelijk bij het ministerie van Cultuur. Sinds kort immers wordt prostitutie beschouwd als een culturele activiteit, op voorwaarde dat de hoer voor of na de seks (dat mag ze zelf kiezen) haar klant een paar paragrafen voorleest uit een Vlaamse roman, of een lied zingt van een Vlaamse zanger, of een paar minuten de boerinnetjesdans vertolkt.’ Nog een vraag: ‘Abdul wil een appartement huren. Toevallig heeft Piet er één te huur. Abdul belt Piet en vraagt hoeveel de huursom bedraagt. Piet ruikt onraad en vermoedt dat Abdul van buitenlandse afkomst is. Aan zo iemand wil hij niet meer verhuren, want de vorige huurder van het appartement, Muharem, heeft het als een krot achtergelaten en zelfs in een hoek gescheten. Piet vraagt aan de telefoon aan Abdul hoe hij heet. ‘Ik heet Abdul Abouioauoui,’ zegt hij. Zie je wel, denkt Piet, en hij zegt: ‘Jammer, maar het appartement is vijf minuten geleden verhuurd.’ Is hier sprake van discriminatie?’ Het antwoord: ‘Nee, Piet mag z’n appartement verhuren aan wie hij wil, en bovendien is het niet verbazingwekkend dat hij, nadat Muharem een hoop stront had achtergelaten, wel twee keer uitkijkt voor hij z’n eigendom opnieuw verhuurt.’ Ook een vraag: ‘Een fabrikant van zure beertjes, Jaak, zoekt een nieuwe secretaresse. Eén van de sollicitanten is Ollie, die vroeger Ella heette en transgender is. Jaak neemt Ollie niet aan. Is dit tegen de wetten van de gelijkheid?’ Het antwoord is: ‘Ja, eigenlijk wel. Maar terzijde kan opgemerkt worden dat Ollie toch wel even een mini-jurk had kunnen aantrekken voor ze naar het interview ging. Zo waren haar kansen op de job veel groter geweest.’ Dit zijn zeer lastige vragen, en daarom is het goed dat ook enkele outsiders vragen mogen stellen, om het examen een luchtig tintje te geven. Een paar voorbeelden. ‘Vind je mij net zoals iedereen de beste muzikant van de wereld?’ (Regi Penxten); ‘Vind je mij net als iedereen de beste komiek van de wereld?’ (Lieven Scheire); ‘Vind je mij net als iedereen de beste acteur van de wereld?’ (Rik Verheye); ‘Is Herman Brusselmans ook jouw favoriete onenightstand?’ (Olga Leyers); ‘Ben ik een parodie op mezelf geworden?’ (Jan Vertonghen) en ‘Als het regent, worden dan ook de druppels zelf nat?’ (Sabine Hagedoren). Wie op het inburgeringsexamen minstens 82 procent haalt, mag zich een erkende Vlaming noemen, en dus gaan behoren tot het allerbeste volk ter wereld.