ColumnMarc Didden
Skype? Zoom? J’en ai marre!
Als een brave idioot ben ik de afgelopen vier maanden vooral thuisgebleven.
Ik heb er mijn tenen uitgekuist en mijn geld geteld. Met het tweede was ik sneller klaar dan met het eerste. Daarna heb ik een week lang overwogen of ik mijn werkkamer niet eens zou opruimen, maar de week daarop heb ik beslist dat toch maar niet te doen. De vorige keer dat ik daartoe overging - het sneeuwde toen nog in dit land, Jean-Luc Dehaene was er nog briesend de baas, Helmut Lotti stond met drie lp's in de top drie - was dat slecht afgelopen. Ik had namelijk alle rommel die links op mijn tafel lag naar rechts verhuisd en vond de weken daarna dus nooit meer iets terug. Waarna ik God ging vervloeken alsook het feit dat ik ooit geboren was.
Tijdens de zogenaamde 'lockdown' durfde ik ook wel eens televisie te kijken. Met één oog, zoals de uitdrukking het wil. Zonder volle aandacht. Zonder volle zin. Zonder enige voldoening ook, moet ik bekennen, want het stoorde me mateloos dat in ongeveer elk programma dat ik bekeek allerhande presentatoren, praatgasten en experten mekaar toespraken via van die ridicule computerschermpjes. Noem het Skype, noem het Zoom, noem het Video Link, noem het wat u wilt, maar ik zeg: 'J'en ai marre!'
Het meest storend van alles vond ik nog dat al die thuispraters voor al die interviewettes pal voor hun boekenkast gingen staan om aan de tand gevoeld te worden. Niet voor hun drankvoorraad, niet voor hun lingeriekast, niet voor het hondenhok, maar voor hun thuisbibliotheek! Alsof ze wilden zeggen: 'Ik zie er misschien wel dom uit, maar opgepast: ik lees!'
Ik ben niet van de straat, maar van de boekenkaste.
Marc Didden