ColumnMarc Didden
‘‘Tire-toi, gros cochon!’ riep de man op de step me nog toe eer hij tegen me aan botste’
Als ik bij mij thuis buitenkom en meteen naar rechts draai, sta ik in principe na een dagmars van een uur of tien in het centrum van de mooie stad Gent. Een nobele intentie van mij is dat ik die voetreis soms daadwerkelijk overweeg. Stappen is goed voor een mens en ik ken in Gent tenminste twee handvollen fijne mensen, op wie ik bovendien erg gesteld ben. Laat ik dus hier en nu aan God, die overigens niet bestaat, plechtig beloven dat als mijn twee benen en hetzelfde aantal daarbij horende voeten op een dag weer fulltime werken, ik dan sito presto de weg naar het Gravensteen aanvat.
Soms ga ik die richting zelfs uit, zoals een zaterdag geleden nog, toen ik me naar het uiteinde van mijn straat begaf om daar, met zicht op Molenbeek, een koffie te gaan drinken. So far so good, tot ik vanuit de tegenovergestelde richting een jongeman met lichtjes mediterrane inslag op een elektrische step (een trottinette voor snobs dus) met een rotvaart op me af zag stormen.
Ik liet de roekeloze rijder via een portie lichaamstaal weten dat ik niet van plan was uit de weg te gaan. ‘Tire-toi, gros cochon!’ riep mijn tegenligger me nog toe eer hij tegen me aan botste. Ik vond zijn opmerking beledigend maar beschikte niet meteen over de juiste woorden om hem op spitse wijze van antwoord te dienen. Dus deed ik helemaal niets.
Diezelfde avond laat hoorde ik iemand op France 2 nog zeggen: ‘Quand je vois un pedelec, je comprend le fascisme.’ Beetje sterk uitgedrukt, wellicht, maar niet helemaal naast de kwestie. Ik stapte café De Cisman binnen en bestelde een dubbele espresso. Die kreeg ik kort daarop geserveerd, zonder noemenswaardig probleem.