Stomerij Lanoye
Tom Lanoye: ‘De Boekenbeurs werd gekidnapt naar Kortrijk. Die piste is een misbaksel. Qua timing, opzet én vooral locatie’
Twee jaar geleden voorspelde ik het al in dit prachtblad. Als we niet uitkeken, zou de Antwerpse Boekenbeurs – ooit een massafestijn dat heel Europa ons benijdde – uitgroeien tot een dooie mus die geen kat meer lokte. ‘Ook vóór corona wankelde onze beurs al op haar sokkel,’ schreef ik, ‘haar bezoeken was meer plicht dan plezier geworden.’ De hele boekensector bibberde: na covid was een make-over nodig, zo niet verdween een traditie van bijna een eeuw.
De werkelijkheid pakte echter nog grotesker uit. De Boekenbeurs dreigde niet te worden opgedoekt. Ze werd gekidnapt naar Kortrijk. Na gekonkelfoes van slechts een handvol uitgevers. Zonder vooruitzicht op een ware volkstoeloop en met een geschatte levensduur van slechts enkele edities. ‘Boektopia’, zo doopten de initiatiefnemers hun vervangmonster. Aan de dufheid van zijn woordspelingen herkent men de minkukel. Alsook de waandenkbeelden die hij zichzelf en zijn vakvreemde partners heeft aangepraat.
PASSERPUNTEN
Als auteur, literair ondernemer en boekenfanaat zweer ik u dat die Kortrijkse piste een misbaksel is. Qua timing, opzet én locatie. Pas op, dat is geen oordeel over de stad. Die heeft de afgelopen decennia een culturele inhaalbeweging gemaakt. Die was ook broodnodig, maar desalniettemin: bravootjes! Toevallig bevindt het mooiste boekenhuis van België, Theoria, zich zelfs in haar centrum. Ik kom er graag voor lezingen. Net als bij mijn collega’s worden die druk bijgewoond en verlopen ze allerhartelijkst. Maar wat zegt dat over Kortrijk als centrale boekenstad voor ons taalgebied? Geen ruk.
Neem een landkaart, prik een passerpunt in downtown Kortrijk en trek met de andere punt een cirkel van vijftig kilometer. Hoeveel Nederlandskundige kopers wonen in die perimeter? Consumenten die raprap kunnen binnenspringen voor gelegenheidsaankopen? Die vormen nochtans de basis van om het even welke beurs. Antwerpen telt 530.000 van zulke potentiële klanten, Kortrijk net geen 80.000… Als wafelbakker zou ik wel weten waar ik mijn kraam moet opzetten tijdens het piekseizoen van mijn branche. November, pakjesperiode vóór kerst en nieuw.
Het hinterland, dan? Kortrijk ligt in een hopeloze uithoek. Vijftien kilometer verderop begint Frankrijk al, tien kilometer naar het oosten lonkt de taalgrens. Op zich is dat natuurlijk super chouette. Maar het betekent wel een halvering van je reeds beperkte cliënteel. Tenzij je een tweetalige boekenbeurs wilt opzetten. Ikzelf zou daar blind voor tekenen, maar ik zie het niet snel gebeuren. Dat in de stad van de Guldensporenslag een tweetalig boekenevenement wordt gesteund door de bestuurlijke elites van Vlaanderen. En ook die van Kortrijk zelf. Een paar jaar geleden werd een lokale friturist door het schepencollege aangemaand om zijn tent (‘Friture Grand Place’) te herdopen in ‘Patatkraam Grote Markt’ of zoiets.
De voornoemde inhaalbeweging was niet op elk terrein succesvol. Ook daarvan is Boektopia helaas een goed bewijs.
CULTURELE HOOFDSTAD
De eerste editie, vorig jaar, werd door de organisatoren een doorslaand succes genoemd. ‘Elfduizend bezoekers in drie dagen!’ Stel dat die cijfers kloppen – iedereen uit het vak lachte zich een bult – so what? Elfduizend is nog geen tiende van de magerste Boekenbeurs in Antwerpen van de afgelopen twintig jaar. Elfduizend? Zoveel Hollanders komen er elke week winkelen op de Meir en de Vogelenmarkt. Sommigen van hen pikten vroeger de Boekenbeurs mee, als ze dan toch aan het shoppen waren. Maar welke inwoner van Rotterdam, Amsterdam of Groningen weet überhaupt waar Kortrijk ligt? Met de trein raak je er amper, met de wagen ben je uren extra reistijd en een fortuin aan benzine kwijt. Geen enkele Henkie krijg je zó gek. Volgens de Kortrijkse utopisten vormt dat echter allemaal geen probleem. Zij richten zich naar eigen zeggen op Oost- en West-Vlaanderen, en daarmee zijn ze al dik content. Vroeger noemde je dat provincialisme, vandaag de dag nog steeds. En dan nog. Welke Bruggeling, Sint-Niklazenaar of Gentenaar reist voor zijn plezier naar Kortrijk? Niet alleen Antwerpen wordt scheef bekeken om zijn dikke nek.
Wraakroepend genoeg gaat de kaping niet eens om boeken. Kortrijk wil zich, desnoods ten koste van een literair monument, naar boven pimpen. Het werpt zich al een tijdje op als ‘kandidaat Europese Culturele Hoofdstad in 2030’. Alle pepmiddelen en kunstgrepen zijn goed. Onder het motto: wat je niet bezit, kun je met poen scheefslaan. Alleen al wegens de hautaine manier waarop Kortrijk omspringt met ons boekenfeest, na twee corona-rampjaren, zou het zijn bod moeten verliezen.
Wat hoe dan ook zal gebeuren, want Brussel is eveneens in de running voor 2030. Een feestjaar waarin België zijn tweehonderdjarige bestaan viert. Denken de Kortrijkse hotemetoten echt dat Europa zijn eigen zetel zal blameren door in 2030 níét voor Brussel te kiezen? Maar wel voor een niet onsympathiek Nergenshuizen in hetzelfde land? De uitverkiezing daarvan zou, als Guldensporennest, onvermijdelijk ook een treiterige opsteker betekenen voor de separatisten die België, een centrale lidstaat, al jaren doodverklaren. En uitgerekend Europa zou zich daarvoor laten lenen? Je zou meer realisme verwachten van een gemeente die zich de navel acht van het Texas van Europa. En ook van haar inwoners, wier geld over de balk wordt gegooid voor een onhaalbaar project.
BOEKENBALLEN
Maar wat zit ik hier te stomen over een stad? De organisatoren van Boektopia, die verdienen de grootste blaam. Temeer omdat het warempel een kliek van uitgevers betreft. Ze zijn niet aan hun scandaleuze proefstuk toe. Een tijd geleden hielden diezelfde laffe ballen in het Vlaams Parlement een pleidooi tegen de vaste boekenprijs. Tégen, dat leest u goed. De steenezels wierpen zich op als officiële spreekbuis van een koepel, genaamd Groep Algemene Uitgevers (GAU). Nog tijdens hun pleidooi rolde een protestbrief binnen namens een groep bínnen die groep. Collega-uitgevers die wel achter de vaste boekenprijs stonden en die fulmineerden dat ze niet waren geconsulteerd. In elk parlement, ja zelfs het Vlaamse, trek je na zo’n blamage door de eigen aanhang je conclusies en treed je af. De steenezels bleven zitten. Terwijl steeds meer leden van de GAU-koepel voor het lidmaatschap bedankten.
Dat GAU-restant levert nu zowel de organisatoren als de meeste kraamwerkers van Boektopia. Met alle risico’s van dien op belangenverstrengeling, favoritisme, het verbloemen van ware bezoekersaantallen en het terugschroeven van winstpercentages, behalve die voor henzelf. Het meest onthutsende gevolg is nog dat ze de Antwerpse Boekenbeurs niet meer zien als een monument voor het hele vak, maar als een concurrent voor de eigen zak. Vandaar dat Boektopia zich mordicus dezelfde periode wil toe-eigenen: de herfstvakantie rond 1 en 11 november. Verhuizen naar de lente? En zo een nieuwe traditie beginnen die mooi zou sporen met de Boekenweek in Nederland? ‘Vergeet het!’
Over het armworstelen met hun tegenstanders doen intussen de wildste verhalen de ronde. De minister van Cultuur, tevens minister-president van Vlaanderen, nodigt hen uit voor overleg op zijn kabinet? De steenezels zouden gewoon niet zijn opgedaagd. Wel zouden ze ermee gedreigd hebben ‘hun’ buitenlandse auteurs af te raden naar Antwerpen te reizen. De boeken die zij verdelen, zouden in Antwerpen niet worden geleverd met recht op retour, wat op beurzen een evidente noodzaak is. En achter de schermen zouden ze zelfs exorbitante sommen hebben geëist van het Antwerpse schepencollege om het Kortrijkse college alsnog een mes in de rug te ploffen. Er zou dit en er zou dat…
Het resultaat blijft even tragisch. Op een moment dat de rest van de boekensector – ja, zelfs alle boekhandelaren en alle literaire organisaties! – voor het eerst in lang zonder gekissebis op één lijn staan en bereid zijn om samen onze Boekenbeurs nieuw leven in te blazen, wordt die alsnog opgeblazen door toedoen van slechts enkelen. In het voordeel van een beurzenkneus die zelf wordt opgedoekt zodra Kortrijk toch geen Hoofdstad van de Europese Cultuur blijkt te zijn.
HET BETERE BAL
Stop! Doorstomen heeft geen zin. Reiniging is zoveel beter. Temeer omdat het deze keer feestend kan gebeuren. Ik zal u zeggen hoe. De Antwerpse Boekenbeurs moet gewoon doorgaan. Voor de negentigste keer, maar ditmaal lekker tegen de keer en de verwachtingen in. Dus met een aura van verzet en trotse koppigheid. Altijd cool!
Het aloude Bouwcentrum aan de Jan van Rijswijcklaan heeft forfait gegeven? Niet getreurd, want laten we eerlijk zijn: dat ís geen beursgebouw. Dat is een overslaghangar voor kunstmest en beestenvoer. Aan de Meir ligt de prachtig gerestaureerde Handelsbeurs. Een écht aloude parel. Met desnoods de Boerentoren als annex, nu die ook wordt gerestaureerd. Daar blazen wij verzamelen. Tijdens krek dezelfde periode als Boektopia.
Mijn collega’s zou ik willen smeken om onder geen beding Boektopia te boycotten. Ga! Maar vraag een dubbele gage en een driedubbele kilometervergoeding. Laat je snuit ginds even zien en ga vervolgens signeren in één van de betere boekhandels in Oost- of West-Vlaanderen. Er zijn er genoeg. Doe voor de rest je eigen goesting, maar ontbreek niet op één gebeurtenis in Antwerpen. De opening van onze Verzetsbeurs aan de Meir. Die vindt uiteraard plaats op exact hetzelfde moment als de opening van Boektopia. Maar alle camera’s en verslaggevers zullen present zijn waar wij present zijn. Wij zijn Het Boek. Niet een klad amateuristische managers die zich uitgevers noemen.
Voor alle zekerheid evenwel – de media zijn wispelturig – moet onze opening een onuitgegeven knaller zijn. Ons eigen Boekenbal! Dresscode: zo opvallend mogelijk. Hoeden: verplicht. En voor de openingsdans wil ik mij desnoods opofferen. Voor één keer ga ik een symbolische tango met een hoge politicus niet uit de weg. Opgegroeid tussen de fijne vleeswaren heb ik geen problemen met een minister van Cultuur die Jambon heet. Om onze wederzijdse politieke gêne te maskeren kunnen hij en ik ons desnoods verkleden. De ene als panda, de andere als zingend konijn. Alles voor de Kunst! Zolang onze Boekenbeurs maar wordt gered. ‘Vlekje weg? Boel weer proper. Dank u, Stomerij Lanoye!’