Open Venster
‘Waarom gunt Serge Simonart reggae, cannabis en rastafari geen plaatsje onder de zon?’
Ik ben een fan van Serge Simonart, een leeftijdgenoot. Geen andere Belgische journalist heeft meer internationale pop- en rocksterren geïnterviewd dan hij, altijd goed geïnformeerd en met een gezond relativeringsvermogen. Maar als het over reggae, ganja (cannabis) en rastafari gaat, vervalt hij in dezelfde gemeenplaatsen als zijn collega’s door de jaren heen.
Reggae zou volgens hem een nichegenre zijn ‘dat je nog amper ergens hoort’. Nee, allicht niet op de redactie van Humo, waar reggae altijd in het verdomhoekje heeft gezeten, tenzij er een Marley-label op zat. En toegegeven: ook op de nationale radiozenders is reggae als vanouds een ondergeschoven kindje. Maar die niche of subcultuur is wel springlevend. Overal in het land bouwen jonge crews indrukwekkende soundsystems. Muzikanten creëren hun eigen sounds en ritmes. Dub heeft dancehall vervangen als dominante stroming binnen de reggae. Artiesten als Pura Vida en Unlisted Fanatic brengen platen uit die wereldwijd gekocht worden (maar jammer genoeg nooit besproken in Humo). Nieuwe bands als Camel’s Drop zetten een lange livetraditie voort. Vinyl is in het genre nooit weggeweest, onafhankelijke labels maken er de dienst uit. In vele andere landen, op alle continenten, is reggae een vaste waarde in het muziekaanbod.
Los daarvan heeft reggae ook een bepalende invloed gehad op de populaire muziek van vandaag. Zoals Massive Attack en drum & bass in de jaren 90 oude dub een update gaven, zo borduurt afrobeat nu voort op de digitale beats van de dancehall. Zelfs Ed Sheeran scoorde zijn grootste hit, ‘Shape of You’, met een nummer dat muzikaal gezien pure dancehall is, de clubvariant van reggae.
Over ganja dan: het blijft mij verbazen hoe intelligente, ruimdenkende mensen als Simonart zich nog altijd bedienen van dubieuze, reactionaire argumenten om cannabis af te keuren. Je zou nog gaan twijfelen of hij de voorbije twintig jaar echt in de Verenigde Staten is geweest, waar cannabis intussen een miljardenindustrie is.
Dat de voormalige Ethiopische keizer Haile Selassie (aka Ras Tafari) een ‘ordinaire megalomane dictator’ was, heeft Serge Simonart allicht uit het ene boek dat in het westen over hem verschenen is, ‘De Keizer’ van Ryzsard Kapuscinski. Wie de biografie van de Poolse journalist heeft gelezen, weet intussen dat hij een actief was voor de Russische inlichtingendienst KGB en dat zijn boek waarschijnlijk een satire was op de politiek in zijn vaderland. In Afrika staat Selassie bekend als de oprichter van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid en langdurig staatshoofd van het enige land op het continent dat nooit gekoloniseerd werd. En zoals Ziggy Marley zelf terecht zegt: de keizer was in de eerste plaats een symbool. Ik weet dat Humo en Simonart niet gediend zijn van spiritualiteit en maatschappelijk engagement in de muziek, maar rasta’s en reggaemuzikanten hebben uit dat symbool de kracht en inspiratie geput om een heel eigen muziekgenre en dito levensstijl te ontwikkelen die wereldwijd navolging vinden. Alleen in Jamaica is de protestsong altijd springlevend gebleven, alleen in de reggae zijn thema’s als rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en Black Lives Matter al decennialang een vanzelfsprekendheid. Dat is de rastaboodschap die Bob Marley wilde verspreiden via zijn muziek, iets wat Simonart ‘onkies’ noemt. Ik vind het vooral onkies dat hij en zijn collega’s in de media reggae en rastafari nog altijd geen plaatsje onder de zon gunnen. Het is een vorm van racisme die ook hiphop (en vroeger disco) lange tijd te beurt is gevallen, een gebrek aan respect voor een muziekgenre dat niet beantwoordt aan de criteria van witte pop en rock zoals dat hier in de jaren 60 en 70 gedefinieerd werd.
Karel Michiels.
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: