ColumnMarc Didden
‘We bevinden ons in de covidversie van de no man’s zone van de tijd’
Normaal gaat het zo. Je komt in de eindejaarsdrukte iemand tegen op de roltrap van of naar de Fnac, je kruist iemand gauwgauw in het station, een oude vriend belt je op je bijna vergeten vaste lijn. Ja, het is lang geleden. Dat is waar. Ja, we moeten nog eens bijpraten. Maar voorlopig is het nog even drukdrukdruk. You know what I mean.
Maar kijk, die week tussen kerst en Nieuwjaar, dan is het traditioneel echt kalm en kunnen we toch wel eens samen een koffie drinken, nee? Waar? Kies maar. En wanneer? Maakt ook niet uit. Maandag? Nee, dan moet ik even naar de schoonouders. Dinsdag dan? Neen, dan kan ik weer niet. Woensdag? Boodschappen. Donderdag dan maar? Nee, ook niet, want dan is het eindelijk al eindejaar.
Ik vraag me af wat er dit jaar met die doorgaans lege week gaat gebeuren, nu er sowieso nergens iets gebeurt. Zullen we straks samen in het station rechtstaand zo’n slechte koffie van Starbucks gaan drinken, of mag ook dat al niet meer? Zullen we een broodje gegrilde Warme Hond halen bij de Burger King en die dan op een bank in het park opeten terwijl de kindjeskakachtige mosterd die erbij hoort in het rond spuit? Terwijl u dit leest, bevinden we ons in de covidversie van de no man’s zone van de tijd. Te laat voor 2020, te vroeg voor 2021. Niemandstijd.
Ik sla er me wel door en ik hoop van u hetzelfde. We komen mekaar aan de overkant vast weer tegen. Ingeënt en wel.