Open Venster
‘We hebben méér democratie nodig, Bart De Wever, niet minder’
Bart De Wever lijdt aan selectief geheugenverlies. In Humo 4236 beweert hij dat Engie nooit een cent van hem heeft gekregen, maar zijn regering heeft in 2015 wel meer dan 200 miljoen euro belastingkorting gegund aan het toenmalige Electrabel. Toen John Crombez (Vooruit) hem op 10 januari 2016 in ‘De zevende dag’ meermaals vroeg waarom hij dat cadeau had gegeven, antwoordde hij uiteindelijk: ‘Om de prijs te drukken.’ Humo-lezers kunnen aan de hand van hun eigen energiefacturen nagaan of dat gelukt is.
Wat later in diezelfde aflevering van ‘De zevende dag’ verklaarde De Wever boudweg dat de prijs voor elektriciteit te laag was. Vijf jaar later verwijt hij de groenen dat de energieprijzen sterk stijgen.
In Humo 4236 ontkent hij dat de klimaatjongeren hetzelfde zeggen als de klimaatwetenschappers, zoals de interviewer opmerkt, maar dat is een doorzichtig retorische trucje: het is nu eenmaal veel gemakkelijker om activistische meisjes als hysterisch weg te zetten dan oerdegelijke wetenschappers. Dat hij elk klimaatalarm platrelativeert, mogen we stilaan dogmatisch noemen.
De Wever verklaart in het interview ook welk dogma hem inspireert: dat van het naïeve vooruitgangsoptimisme. Blijkbaar kent hij het boek ‘De onzichtbare hand’ uit 2018 niet. Daarin verklaart de Nederlandse historicus Bas van Bavel hoe markteconomieën opkomen én neergaan. Aanvankelijk stuwen markten de welvaart op, maar zodra er markten ontstaan voor grond, arbeid en geld, ontstaat een marktelite die de politieke macht naar zich toe trekt en op den duur alleen nog zichzelf bedient, desnoods met dwangmiddelen. Tegen die tijd is er al een grote kloof tussen arm en rijk, is de welvaart en het welzijn van de gewone mensen gedaald, en gaan zelfs het gemiddelde inkomen en de economie in haar geheel achteruit. Dat het welvaartsniveau nu nog zal stijgen, ligt dus allerminst voor de hand – tenzij De Wever doelt op de welvaart van de economische elite.
Een andere retorische truc die hij hanteert is de drogreden van de stroman: hij verdraait het standpunt van zijn tegenstanders (die hij in een emotioneel moment ‘de vijand’ noemt, ook dat geeft te denken) om het vervolgens belachelijk te kunnen maken. ‘Volgens Anuna De Wever moeten we inzien hoe geprivilegieerd we zijn en hoe schadelijk het kapitalisme is,’ zegt de interviewer. Waarop De Wever zegt: ‘Ja, we moeten allemaal een gat in de grond graven en daarin kruipen.’ Maar dat beweert toch niemand?
Het is ook nooit zijn schuld. De interviewer citeert opnieuw Anuna, die stelt dat de politici moeten zeggen wat de klimaatrampen zullen kosten, want zo kunnen ze een draagvlak creëren voor klimaatmaatregelen. In plaats van het over dat onderwerp te hebben, valt hij haar aan. Alweer zo’n retorische truc.
Ik geloof hem wel waar hij beweert dat zijn partijgenote Zuhal Demir als Vlaams minister van Omgeving en Energie alles doet wat hij van haar had verwacht: ze heeft de bouw van zes windturbines in Mol getorpedeerd, hoewel haar eigen administratie en de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie een gunstig advies hadden geformuleerd. Haar argumenten houden geen steek, maar ze dwarsboomt er het federale energieplan en een groene energietransitie wel mee, natuurlijk, en daar is het de N-VA wellicht om te doen.
De Wever gaat ook de Trump-toer op waar hij federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) een denigrerende bijnaam geeft. Is dit nu het niveau van de burgemeester van Antwerpen, van de voorzitter van een partij die zich niet extreem noemt? Dat hij federaal in de oppositie zit, is te wijten aan zijn overmoed. Hij heeft de liberalen een keer te veel geschoffeerd tijdens de formatie.
Ik heb het moeilijk met zo veel aandacht voor een politicus die al heeft verklaard dat de democratie hem niet interesseert, als hij maar aan de macht kan zijn. In juli verklaarde hij in de Krant van West-Vlaanderen dat we weer een coup nodig hebben zoals in Loppem in 1919.
We hebben méér democratie nodig, niet minder. De Wever geeft toe dat politici (hijzelf dus vermoedelijk ook) geen maatregelen meer durven nemen die kunnen leiden tot een verkiezingsnederlaag. Sinds het meer dan degelijke essay ‘Tegen verkiezingen’ van David Van Reybrouck weten we dat er een echt democratisch alternatief bestaat voor verkiezingen: loting. Kunnen we het daar alstublieft eens over hebben?
Koen Develter, Roeselare
Hebt u ook een brief in de pen zitten? Mail naar openvenster@humo.be of vul onderstaand formulier in: