technologie
8D-audio: een revolutie of een tijdelijk speeltje?
Dankzij popster Billie Eilish en haar song ‘Ilomilo’ hebben miljoenen luisteraars het ‘buitenlichamelijke’ effect van 8D-audio ontdekt. Hoe werkt het? En wordt dit het geluid van de toekomst?
De naam Billie Eilish viel natuurlijk vaker, de afgelopen maanden. De meest besproken artiest ter wereld domineert het entertainmentnieuws, ook (of juist) in bange dagen. Maar drie weken geleden kreeg de aanwezigheid van Eilish iets griezeligs. De zangeres kroop in het hoofd van iedereen die met een koptelefoon haar nummer ‘Ilomilo’ hoorde. Eilish ging bij het linkeroor naar binnen, surfte een eindje over de hersengolven, daalde nog even af van de schedel richting onderbuik en floepte vervolgens bij het rechteroor weer naar buiten. Zo voelde het in elk geval. Sensationeel. En ook een tikje angstaanjagend.
‘Ilomilo’, een nummer van Eilish’ plaat ‘When We All Fall Asleep, Were Do We Go?’ (2019), was verschenen in een speciale uitvoering: een audioformaat dat door het leven gaat als 8D, waarbij de D staat voor dimensie. Nu bestaat dat formaat al even, maar dankzij het nummer van Eilish én de crisis die ons opsluit in huis, ging 8D ineens als nieuw fenomeen de wereld rond. ‘Ilomilo’ werd in een paar dagen miljoenen keren beluisterd en feitelijk brak 8D dus nu pas door bij het grote, verder niet overdreven audiofiele publiek.
Hoog tijd dus voor wat achtergrondkennis. Want wie heeft dit in vredesnaam bedacht? En waarom precies? Hoe werkt het en wordt dat rare geluid soms de norm in de aanstaande afstandsmaatschappij?
Waar komt 8D vandaan?
De oorsprong van het audiofenomeen is schimmig, vooral omdat 8D begon als online experiment van een aantal geluidsfreaks. 8D is dan ook een term die eigenlijk niet bestaat, in de archieven van de voorname geluidsstudio's. Eigenlijk is 8D een vorm van driedimensionaal of ‘binauraal’ geluid en zoeken we op de geschiedenis van dát fenomeen, dan is de geschiedenis wat beter te herleiden.
In 1881 bouwde de Franse uitvinder Clément Ader een geluidsinstallatie met microfoons op een rand van een podium. Het publiek kon daar met een primitieve koptelefoon naar luisteren. Sensatie: het geluid in de koptelefoon leek van meerdere kanten te komen. In de jaren 70 werd opnieuw gerommeld met dezelfde geluidstechniek. Het geluid werd toen ‘driedimensionaal’ of ‘holofonisch’ genoemd: niet plat, maar ruimtelijk. Lou Reed experimenteerde met driedimensionaal geluid op de plaat ‘Street Hassle’, uit 1973. En het geluidseffect deed het om begrijpelijke redenen ook leuk in de bioscoop.
In 2017 dook de term 8D op. Die bleek afkomstig van geluidsknutselaars die bestaande nummers door een geluidsmolen haalden en hetzelfde ruimtelijke effect gaven. Ze vonden ‘8D’ stoer klinken en de liedjes die ze online hadden gezet werden misschien ook om die reden vaak aangeklikt. Maar achter de term zat verder geen logica. Er zijn helemaal geen acht dimensies. In 2018 begon een student geluidstechniek in Medellin, Colombia het YouTube-kanaal 8D Tunes. Dat sloeg zo aan, dat het kanaal inmiddels bijna zeven miljoen abonnees heeft. Vrijwel wekelijks verschijnen er oude liedjes in nieuwe 8D-jasjes.
Hoe werkt het?
De machinale techniek is niet eens zo vernuftig: wie geluid apart opneemt voor een linker- en een rechterkanaal, en dat geluid nog allerlei informatie meegeeft zoals echo en volume, kan een stem, een gitaar of een synthesizer vrijelijk door het hoofd van een luisteraar laten zweven. En dat kan dankzij de wél vernuftige communicatie achter de techniek, die tussen de oren en de hersenen.
De mens vindt het fijn om te weten waar een geluid, hoe klein ook, precies vandaan komt. In prehistorische tijden was dat handig want dan wisten we waar dat opgejaagde konijn zat (of waar die leeuw vandaan ging komen). Zoemt een geluid in 8D via een koptelefoon langzaam van rechts naar links, dan horen we dat geluid ergens in het midden. Klinkt het zacht, dan lijkt het ver weg. En horen we echo, dan lijkt het of het geluid weerkaatst wordt. En precies zo werkt driedimensionaal geluid. Het bedondert de hersenen waar we bij staan.
Ons brein zet een geluid op de plek waar de maker van het geluid het geplaatst had, met slimme software die soundpakketjes in een ruimte kan prikken. Professionele studio’s die driedimensionaal geluid produceren, maken vaak gebruik van een nagebouwd hoofd, waarin van voor naar achter en van links naar rechts kleine microfoontjes zijn geplaatst. Het kan tegenwoordig veel minder gecompliceerd, met een programmaatje op een laptop.
Wat is er zo leuk aan?
Wie voor het eerst naar een liedje in 8D luistert, zal een zekere gewichtloosheid ervaren. Dankzij de stemmen en instrumentale geluidsgolven die vrijuit die door het hoofd zweven – althans, zo lijkt het dus – voelt het eigen lichaam ook minder zwaartekracht. Alsof je even in een zwembad drijft. Of zoals sommige 8D-luisteraars het in de commentaren onder al die 8D-tracks op YouTube omschrijven: als een ‘buitenlichamelijke ervaring’.
‘Ilomilo’ van Eilish werd begin deze maand een kleine hype op sociale media, in de eerste plaats natuurlijk omdat het ging om de gehypte popster Billie Eilish. Maar ook omdat de wereld in thuisisolatie naarstig op zoek was naar ervaringen die de beperkingen van de huiskamer wat teniet doen. En ook natuurlijk omdat iedereen uit verveling constant op zijn telefoon zit te kijken.
En dan is er nog een plotselinge succesfactor voor 8D, die we danken aan onze huidige ramptijd. Luister eens in 8D naar het nummer ‘Stairway to Heaven’ van de rockband Led Zeppelin, uit 1971. Dat tokkelende gitaargeluid van Jimmy Page en die ijle zang van Robert Plant die van rechts komt aanwaaien en dan langzaam overtrekt naar links, dat lijkt haast wel het geluid op een festivalweide, als er een windje opsteekt. Of het geluid in een popzaal, als je even rechts achterin de zaal bier staat te bestellen.
Inderdaad: 8D-geluid geeft de suggestie van ruimtelijkheid en dus ook van een livesound. Je lijkt bij 8D eindelijk weer eens bij een liveshow te staan, een ervaring die we al anderhalve maand moeten missen. We weten niet hoe lang de crisis gaat duren en dus ook niet hoe lang het festival- en concertloze tijdperk aanhoudt. We weten wel dat ondernemers met 8D handig zouden kunnen inspringen op de wereldwijde hunkering naar levende, driedimensionale muziek.
Waarom gaat 8D het dan toch niet worden?
En om dat voorzichtige optimisme gelijk maar weer de kop in te drukken: muziek in 8D is niet de toekomst. Het audioverschijnsel gaat onze muziekconsumptie niet radicaal veranderen. En dat zal iedereen beamen die even de moeite neemt en achter elkaar een liedje of tien in 8D op de koptelefoon afspeelt.
Het is namelijk best vermoeiend. Na een paar tracks en steeds zo’n zwevende stem tussen de oren smeek je die stem om halt te houden en de mededelingen weer op de normale manier te doen, liefst ergens tussen het linker- en het rechteroor in. Het irriteert een beetje, je kunt er zelfs licht zeeziek van worden, en je kunt je afvragen wat nu precies de toegevoegde artistieke waarde is van zo'n ronddansende stem.
Op de plaat ‘The Final Cut’ van Pink Floyd uit 1983 experimenteerde de psychedelische band ook met driedimensionaal geluid, eigenlijk op precies dezelfde manier als de 8D-pioniers van nu. Maar de geluidseffecten dienden een doel. ‘The Final Cut’ was een aanklacht tegen oorlog, en het geluid van de explosies en overvliegende straaljagers op de plaat leek de luisteraar te omringen. Het maakte de teksten over de Koude Oorlog extra beklemmend.
Maar wat is het doel van een remix van een stem die eerst in het linker- en dan in het rechteroor zingt? Het betekent meestal niets: de kern van het formaat 8D is trucage, en die artistieke oppervlakkigheid maakt 8D voor popmuziek die niet per se voor 8D is gemaakt niet lang houdbaar. Alle nummers met zwevende stemmen gaan op elkaar lijken. Het effect voegt niet toe, het leidt af.
Muziek in 8D is opzienbarend en grappig, en leuk speelgoed om de tijd mee te doden. Laten we dat doen en daarna weer gewoon een plaat opzetten. In stereo. Of in good old mono natuurlijk, want ook dat kan geweldig klinken.
(VK)