Concert★☆☆☆☆
Als Imagine Dragons op Rock Werchter een blik op de toekomst was, laat de apocalyps dan maar aanbreken
Het is met Imagine Dragons zoals met de populariteit van Andy Peelman. Het moet verborgen camera zijn, een list van sadisten, een wraakactie van Thomas uit de lagere school met wiens voorhoofd ik ooit één keer te veel heb gelachen.
Na vanavond wordt concertrecensent officieel opgenomen in de lijst van risicoberoepen. Imagine Dragons trotseren is een volwaardige Rudi Vranckx-missie – aan het front werd ik belegerd door kanonnen die sneller bombast spuwden dan Dries Van Langenhove kan weglopen van een bus migranten.
Imagine Dragons heeft het stadium van stadionvuller bereikt. Ze worden tegenwoordig gevraagd om op de Main Stage van Werchter een festivaldag af te sluiten, wat betekent dat zij als De Toekomst worden beschouwd. Positiviteitsgoeroes die ons proberen wijs te maken dat het universum altijd weer in evenwicht komt, kunnen opflikkeren. In aanraking komen met Imagine Dragons, maakt van elke optimist een fatalist. Als zij de toekomst zijn, laat dan morgen de apocalyps maar aanbreken.
De niesaanval tijdens ‘Believer’ – een wereldwonder in de ogen van mensen die geld uitgeven aan Imagine Dragons – was een symptoom van een allergie voor het patsergedrag van de Amerikaanse groep die elke song op krèk dezelfde manier benadert: ze steken tien batterijen drums, laten elke halve minuut gitarist Wayne Sermon uit zijn kooi voor een solo en een dansje, en frontman Dan Reynolds, de gedroomde posterboy van Basic Fit, schreeuwt graag onder het mom van zingen.
Ik zou er een nier op durven te verwedden dat tussen ‘Thunder’ en ‘Whatever It Takes’ zes keer hetzelfde nummer werd gespeeld – een verdienstelijke poging om De Kampioenen van de troon te stoten als Koning van de Herhaling. En ja, ze hebben aanstekelijke hits (‘Radioactive’, ‘Demons’, ‘Believer’) die tot op Pluto in de charts zijn beland, maar kan iemand mij verder het succes van deze oetlullen verklaren?
‘Amsterdam’ was identiek aan een ondermaatse song van Two Door Cinema Club – een groep die is afgegleden naar de tentenkampen aan de oevers voor artiesten die ooit iets hebben voorgesteld. Wat maakt dat Imagine Dragons wél in de villawijk is terechtgekomen? En nu het vragenuurtje toch is aangebroken. Heeft de Internationale Popmuziek een ombudsdienst? Hoeveel mensen moeten een trauma registreren alvorens slachtofferhulp kan worden ingeschakeld?
‘Music is a great uniter’, ‘tonight is a celebration of life’, ‘be present in the moment’: Fabrizio is de lifecoach van Dan Reynolds. Bij het ontbijt mengt hij zijn Frosties met steroïden, bij de lunch krijgt hij drie hoeveelheden pathos toegediend, en bij het vallen van de avond drinkt hij komboecha terwijl hij een zonnegroet doet en zichzelf in slaap trommelt. Reynolds is een connard buiten categorie; meer Ingeborg dan Chris Martin, aan tienduizenden euro’s per uur uit zijn nek kletsend. ‘Lulkoek boven kwaliteit’ is de spreuk die rechtsboven Reynolds’ trampstamp pronkt.
Dan Reynolds is de sekteleider van mensen die coupons verzamelen en winkelen in functie van de promo’s, hij is de Jezusfiguur voor zij die Colruyt uitspreken als Kolroojt. De grote massa eet uit zijn hand als een uitgehongerde hond, en de interesse in de industriële bombast van Imagine Dragons lijkt in de nabije toekomst niet te minderen. Zeg mij alstublieft dat zij niet de Coldplay van nu zijn. Zeg mij dat dit een nare droom is, dat Imagine Dragons binnen dit en tien jaar helemaal niet het Koning Boudewijn gaan afhuren.
Anderhalf uur hetzelfde liedje, een transparante tanktop, een zeurpiet met het lichaam van een olympische zwemmer en ecologisch onverantwoord veel confetti: subtiliteit is niet aan Reynolds en zijn personeel besteed. Imagine Dragons leidt een colonne met verder ook Twenty One Pilots en The Script in het peloton, waarvan ik alleen maar kan hopen dat de rit in de vergetelheid eindigt.
Volg al het festivalnieuws via onze Rock Werchter liveblog