Arno en Zwangere Guy
Arno en Zwangere Guy: ‘Ik had meer met mijn vader moeten praten. Ik heb ervan afgezien toen hij gestorven is’
De MIA’s zijn in aantocht, en dat leek ons een excellente reden om Arno Hintjens (68) en Gorik van Oudheusden (29) samen te zetten voor een uitvoerig gesprek over vroeger en nu.
Gorik is als Zwangere Guy, de artiestennaam waaronder hij in 2017 zijn solodebuut ‘Zwangerschapsverlof vol. 3’ uitbracht, genomineerd in de categorie Urban (‘Ik denk dat ze het niet hiphop durfden te noemen’). Arno is voor één keer niet genomineerd, waardoor hij de handen vrij heeft om een prijs uit te reiken aan ‘zijn’ Ancienne Belgique, winnaar van de Lifetime Achievement Award.
Beide heren vertegenwoordigen bovendien twee generaties Brusselaars. Arno werd afgelopen september geëerd als ereburger van de stad waar hij al meer dan dertig jaar woont. Gorik, jeugdhuiswerker en als Omar-G ook actief in hiphopcollectief STIKSTOF, woont er al zo lang als hij leeft.
We hebben afgesproken in Le Paon Royal, het stamcafé van Arno, die als laatste komt binnengewaaid. ‘Ik heb mijn regels,’ zegt hij. ‘Híj is zwanger, en ík heb mijn regels. Je kunt niet alles hebben, hè.’
We beginnen met thee, en ik vraag of ze awards belangrijk vinden.
Gorik van Oudheusden «Ik heb nog nooit een artiest beter zien worden na het winnen van een award. Maar het is zeker niet onaangenaam om erkenning te krijgen voor iets waar je passioneel mee bezig bent.»
Arno Hintjens «Ik heb ze allemaal al gewonnen, hè. In Frankrijk ook al drie. Ik ben er chevalier. Dat is één graad meer dan een trekhond. Een prijs winnen is iets abstracts, ik weet niet wat ik ermee moet. Maar als ze je een cadeau geven, zei mijn grootmoeder altijd, mag je dat nooit refuseren.»
Van Oudheusden «Exact. Ik ben één keer naar de MIA’s geweest – vorig jaar met STIKSTOF – en ik ben er buitengesmeten (lacht).»
HUMO Wat had je gedaan?
Van Oudheusden «Van alles. Joints zitten paffen, een schilderij meegenomen… Een groot schilderij, ik was er eerst in geklommen, geloof ik. Helemaal herinner ik het mij niet meer. Buitengegooid dus, maar wel terug binnen geraakt.»
Hintjens «Ik heb ook eens ergens een prijs gekregen voor de beste filmmuziek. Tijdens de uitreiking moest ik naar buiten om pipi te doen en ik heb de weg terug niet meer gevonden. Ik heb die award dus nooit gezien. Heel bizar.»
Van Oudheusden «De MIA’s, dat wordt ook uitgezonden op televisie, niet? Ik heb al tien jaar geen tv meer. Ik vond het fijn dat STIKSTOF vorig jaar genomineerd was, maar er is toch al veel langer goeie hiphop? Hetzelfde met de radio: het is heel aangenaam als ze je draaien, maar de erkenning komt doorgaans veel te laat. Ik denk dat de echt goeie dingen het vooral moeten hebben van waardering binnen het eigen milieu.»
Hintjens «In de jaren 70 was ik met Tjens Couter op tournee in Engeland, Duitsland en Frankrijk, en hier in België werden we uitgemaakt voor West-Vlaamse boertjes. Niemand wist dat we in het buitenland speelden. We hadden een Engelse platenfirma. Tjens Couter zat in de jukebox van CBGB, een punkclub in New York. Charlie Poel van Humo heeft mij dat toen verteld. Marc Didden is in de Londense club Dingwalls naar ons komen kijken. Hier speelden we niet. Maar alles is veranderd, met Facebook en Instagram en wat is het allemaal. Iedereen weet nu alles – ik ken zelfs mensen die op Facebook zetten wat ze eten. Ik heb Joy Division nog gezien in de Plan K in Brussel: daar was honderd man. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.»
Van Oudheusden «Weet je wat tegenwoordig een groot probleem is in Brussel: dat je nergens nog lawaai kunt maken. Heb je gehoord van de nieuwe geluidsnormen die vanaf 21 februari worden toegepast? In een café als dit mag je niet meer over de 85 decibel gaan. Dat is niks, hè, daar zitten wij nu aan. De tijden zijn veranderd, en het internet helpt wel – je kunt thuis snel en eenvoudig muziek maken en opnemen – maar wat voor mij nog altijd het belangrijkste is, is dat je het live moet kunnen uitvoeren, uitproberen, en laten pompen.»
Hintjens «Neem de AB. Als je daar vroeger op de planken stond, voelde je die tijdens het concert letterlijk vibreren. Nu hebben ze er beton onder gegoten en voel je niks meer. Pas op: dat is nog altijd een fantástische zaal, en ook een beetje mijn living, dus ik wil er eigenlijk niks slechts over zeggen. Maar ’t is overal zo. Er is één zaal die nog oldskool is: de KVS. Fantastische zaal voor muziek, maar ze geven er nauwelijks nog rockconcerten.»
Van Oudheusden «En als er dan eens een plek is waar we onze goesting kunnen doen en tot vijf uur ’s morgens kunnen doorgaan, moet die uiteindelijk dicht. De Recyclart hier in Brussel: moet weg. Die zaal ligt onder het station van Kapellekerk. De NMBS eiste investeringen in brandveiligheid: als er brand uitbreekt, moet het minstens twee uur duren voor die de sporen bereikt. Zoals een copain van mij zegt: dan moet je een oven bouwen, hè. Tja, als het binnen nergens meer kan, moeten we het op straat doen.»
Hintjens «Zoals vroeger op Portobello Road in Londen: sound systems op straat. Camionettes met PA’s erin. Rasta, Jah, reggae man (lacht).»
HUMO Kennen jullie elkaar eigenlijk?
Hintjens «Van zien. Op café.»
HUMO Tooghangers onder elkaar?
Hintjens «Ik niet. Ik zit graag neer, op een stoel.»
Van Oudheusden «Ik hang hard, ik ben een hanger. Eén keer zijn we samen iets gaan eten. Met de Jean erbij, Jan Paternoster van Black Box Revelation. Arno woont hier om de hoek, ik in de Marollen. Brussel is een dorp, hè, we passeren elkaar geregeld.»
Hintjens «Vroeger trok ik er vaak op uit, nu ben ik een ouwe zak die in zijn dorp blijft. Maar vroeger was hier niks, nu kun je hier de klok rond eten en drinken en alles wat je maar wilt.»
Van Oudheusden «Jij hebt heel de buurt rond de Vlaamsesteenweg zien veranderen, dat moet raar zijn.»
Hintjens «Er waren maar twee cafés: Le Coq en den Archiduc.»
Van Oudheusden «Le Coq is nog altijd een heel belangrijk café in Brussel. Daar zitten de militanten van ’t stad.»
HUMO Wat zijn de militanten van ’t stad?
Van Oudheusden «Strijders, hè. Mannen die niet zomaar laten begaan. Daar wordt van alles bekokstoofd. Van alles vergeten ook, van alles weggedronken, van miserie tot liefde. Een trefpunt voor zowel Frans- als Nederlandstalige jongeren. En ouderen.»
HUMO Ben jij een strijder, Arno?
Hintjens «Een strijder? (Denkt na) Er zit wel wat anarchie in mij, maar ik ben geen anarchist. Ik ben socialer. In 2006 heb ik nog mee de 0110-concerten voor verdraagzaamheid georganiseerd. Mijn vader was een syndicalist, mijn grootvader ook. Toen de nazi’s binnenkwamen, is mijn hele familie op een vissersboot naar Engeland gevlucht. Wij waren vluchtelingen. Mijn vader heeft zijn legerdienst gedaan bij de luchtmacht in Engeland. Ik kom uit een linkse familie, in een tijd dat links nog bestónd.»
Van Oudheusden (lacht) «Blij dat je het zegt.»
FUCK N-VA
Gorik is de eerste die een pint bestelt. Ik volg, Arno bestelt un vin rouge bien mouillé.
Hintjens «Ik snap dat niet, mensen die ‘een droge witte wijn’ bestellen. Dat moet toch nat zijn? Potverdomme, zeg.»
HUMO Maar links bestaat dus niet meer volgens jullie?
Hintjens «Er is meer links in de coiffeursalons dan in de politiek. Of in de rock. Rock heeft niks meer met revolte te maken, het is puur marketing geworden. Wie heeft zich afgezet tegen die muppetshow van Trump en gezegd: onze muziek mag je niet gebruiken? Allemaal ouwe zakken. Neil Young, The Rolling Stones, Led Zeppelin…»
Van Oudheusden «Ook een hoop rappers, hoor. Gevestigde waarden als Jay-Z, maar ook de minder bekende rapper YG, die een track heeft gemaakt die ‘Fuck Donald Trump’ heet. Een hit, maar de radio’s draaien het niet. Maar hij durft het wel te zéggen, en daar draait het om. Je hoort vaak: het is gemakkelijk om ‘Fuck den N-VA’ te roepen. Maar daar begínt het wel mee. Wij zeggen het met STIKSTOF op onze volgende plaat wél. Het zal ons zeker door een hoop mensen kwalijk genomen worden, want hier in Brussel gaat de N-VA veel stemmen halen. De N-VA en de PVDA, let maar op.»
HUMO Valt er iets te zeggen voor de PVDA?
Van Oudheusden «Als ik die Raoul Hedebouw bezig hoor… Soms is het van de pot gerukt, maar soms slaat hij ook de nagel op de kop. We gaan naar een situatie zoals in Oostenrijk, hè: extreemrechts met extreemlinks. En in ’t midden een hoop twijfelaars. Als jonge Brusselaar mis ik iemand met een voorbeeldfunctie. En ik ben niet de enige. Haal mij één jonge Brusselaar van de straat die de negentien burgemeesters van Brussel kent, of zelfs maar iemand die de negentien gemeentes kan opnoemen: bonne chance. Er is gewoon niemand om naar op te kijken.»
HUMO Het zijn wel verkiezingen dit jaar. Op wie moeten de jonge mensen stemmen?
Hintjens «I don’t know. Op wie moet ík stemmen? Geen idee.»
Van Oudheusden «Ik weet alleen op wie ze zeker níét moeten stemmen.»
Hintjens «Niet zeggen! Wat niet mag, is interessant: dan gaan ze het net wel doen.»
Van Oudheusden «Er moet hier in Brussel een nieuwe partij komen, een partij voor ’t stad.»
Hintjens «Londen, een stad met negen miljoen inwoners, doet het met één burgemeester. Parijs heeft meer inwoners dan heel België, en maar één burgemeester. Brussel: dik een miljoen mensen, en hoeveel burgemeesters? Negentien. Dat snap je toch niet.»
Van Oudheusden «In Antwerpen lukt het wel, hè. Ze stemmen er helaas wel op een ezel.»
HUMO De ezel is wel een slimme mens.
Van Oudheusden «Zou kunnen, maar ik ben niet zo’n fan van zijn beleid.»
Hintjens «Ik snap dat allemaal niet, jong.»
Van Oudheusden «Gelukkig maar, Arno, anders zouden we in de politiek zitten (lacht).»
HUMO Arno, je hebt onlangs de titel van Ereburger van Brussel ontvangen uit handen van Philippe Close van de PS.
Hintjens «Ik heb het mij afgevraagd: moet ik dat aanvaarden of niet? En toen herinnerde ik mij weer de woorden van mijn grootmoeder: nooit een cadeau refuseren. Respect voor andere mensen.»
Van Oudheusden «Je grootmoeder had gelijk.»
HUMO Wat als je die titel uit handen van iemand van de N-VA had moeten ontvangen?
Hintjens «Dat is een goeie vraag (lacht hard). Ik ga daar nog iets op drinken. Patron! La même chose, s’il vous plaît.»
CLEANE KOP
HUMO Hebben ze jou nooit benaderd om op een lijst te staan?
Hintjens «Jawel. Van links, hè. Mijn vader was syndicalist, en mensen als Achiel Van Acker (socialist en oud-premier van België, red.) kwamen thuis over de vloer. Maar mijn vader heeft op een bepaald moment afgehaakt. Ineens, klak, heel bizar. Ik heb hem altijd willen vragen waarom, maar ik heb het nooit gedaan. Ik had meer met mijn vader moeten praten. Ik heb ervan afgezien toen hij gestorven is.»
HUMO Wanneer was dat?
Hintjens «Twee jaar geleden. Hij was 90.»
Van Oudheusden «Die van mij is 48.»
Hintjens «Mijn moeder is gestorven toen ze 44 was.»
Van Oudheusden «En toen heb je ‘Les yeux de ma mère’ geschreven?»
Hintjens «Nee, dat was lang nadien. ‘Les yeux de ma mère’ heb ik geschreven voor mijn zoon. We zaten in Griekenland, hij was gaan zwemmen en had salmonella opgedaan. Ik denk dat hij 5 jaar was. Hij werd ’s nachts wakker, doodziek. Ik wilde hem een suppo steken, maar dat wilde hij niet. Ik moest zijn moeder gaan halen. Toen hij uiteindelijk in slaap viel, heb ik dat nummer geschreven. ‘Quand je suis malade, elle est la reine du suppositoire’.»
Van Oudheusden «De muziek had je al?»
Hintjens «Nee, alleen de tekst.»
Van Oudheusden «Chapeau. Tekst schrijven zonder muziek, dat lukt mij niet.»
Hintjens «Ik doe dat de hele tijd. En de meeste inspiratie heb ik als ik net wakker ben.»
Van Oudheusden «Dat heb ik ook! Van zes uur ’s ochtends tot elf: dat is mijn productiefste periode. Als ik de avond ervoor tenminste niet te zwaar op de lappen ben geweest.»
Hintjens «Cleane kop, dat werkt het beste. Ook in de studio.»
HUMO En op het podium?
Hintjens «Ook.»
Van Oudheusden «Dat heb ik van Arno geleerd. Op tournee drinkt hij bijna niets.»
Hintjens «Ik heb dan ook geen goesting om te drinken.»
Van Oudheusden «Ik drink nog af en toe een glas, maar smoren doe ik niet meer.»
HUMO Helemaal niet?
Van Oudheusden «Jawel, maar niet meer als ik moet optreden. En alleen maar joints, hè, sigaretten rook ik niet meer.»
Hintjens «De laatste joint die ik gerookt heb… toen bestond Cola Zero nog niet. In de vorige eeuw. En met sigaretten ben ik twaalf jaar geleden gestopt. Bam, van de ene dag op de andere, zonder hulpmiddelen.»
HUMO Terwijl Arno jarenlang zowat een synoniem was voor sigaret.
Hintjens «Amai. Weet je wanneer ik niet rookte? Als ik sliep. Zelfs onder de douche rookte ik gewoon verder (lacht). Ik ben gestopt door mijn zoon. Ik koop een pakje sigaretten, hij pakt dat vast, bekijkt het, en zegt: ‘Papa, hier staat op dat je daar dood van kunt gaan. Waarom koop je dat dan? Zou je een pakje boter kopen waarop staat dat je er dood van kunt gaan?’ Hij was 8 jaar toen. Ik ben meteen gestopt.»
HUMO Hoe zit het met andere drugs?
Hintjens «Lsd heb ik geprobeerd. Amai, vint.»
Van Oudheusden «Met dit regenweer, in ’t stad: niet doen.»
HUMO Jij hebt dus ook al lsd genomen?
Van Oudheusden «Ik heb alles geprobeerd. Maar nu doe ik niks meer, alleen nog joints.»
Hintjens «Coke heb ik één keer genomen (vertrekt zijn gezicht): bèh. Wat drugs betreft, was ik vooral een voyeur. Mensen zien kapotgaan, talenten zien opbranden. Nee, je moet daarvan afblijven. Nergens goed voor.»
HUMO Laten we het eens over muziek hebben. Gorik, luister jij naar andere dingen dan hiphop?
Van Oudheusden «O ja: soul, funk, jazz… En Can.»
Hintjens «Ken jij Can?»
Van Oudheusden «Ik heb daar vijf, zes vinyls van.»
Hintjens «Ik heb nog een plaat gemaakt met Holger Czukay, de bassist van Can (Czukay was de producer van ‘Charlatan’ uit 1988, red.).»
Van Oudheusden «Weet ik. Holger Czukay is één van mijn grootste voorbeelden.»
Hintjens «Holger is dood. De gitarist ook, Michael Karoli, en de drummer, Jaki Liebezeit. Allemaal dood.»
HUMO Hoe komt een hiphopper bij Can terecht?
Van Oudheusden «Als je gepassioneerd bent door muziek en geen oogkleppen hebt, ga je op zoek en kom je vanzelf bij goeie bands terecht. Ik heb samengewoond met een copain die veel naar krautrock luisterde. Dat was joints paffen en trippen op Can.»
Hintjens (lacht)
Van Oudheusden «‘Cool in the Pool’ van Holger Czukay: één van mijn lievelingsnummers.»
Hintjens «Holger heeft eens een speech van de paus genomen en daar een beat onder gezet. Dat moet je eens proberen te vinden: fantastisch. Weet je trouwens wat één van de favoriete groepen is van Kraftwerk? Telex. Brusselaars! En ZZ Top: die kwamen naar Brussel om te zien hoe Telex in de studio werkte. Dan Lacksman en Marc Moulin van Telex waren elektronicapioniers. Bij muzikanten is Telex bekend in de hele wereld, hier in België kent bijna niemand ze nog. De studio van Dan Lacksman, hier in Laken, dat is een museum. Dat staat daar vol met synthesizers uit de jaren 70. De mensen weten niet wat hier allemaal gebeurd is. Marvin Gaye heeft in Oostende gewoond, ‘Sexual Healing’ opgenomen in Opwijk. Miles Davis heeft in Brussel gewoond, de zangeres Barbara heeft een tijd in de Rue de Flandre gezeten. Baudelaire heeft hier gewoond, Rimbaud…»
Van Oudheusden «Rambo? (lacht)»
Hintjens «Nee, vint, Rimbaud, de dichter. Georges Moustaki is hier begonnen, Ian Curtis van Joy Division had hier een madam zitten, Karl Marx heeft hier zijn manifest geschreven. De gasten van Wire... zelfs Lemmy van Motörhead heeft hier nog gewoond.»
Van Oudheusden «En Arno!»
Hintjens «Jaja, en Jezus Christus (lacht). Er is hier zoveel gebeurd, vint, de mensen weten dat niet meer.»
Van Oudheusden «Dat zou een goeie titel zijn: ‘De mensen weten dat niet meer’.»
Hintjens «Neem nu in den Archifuck…»
Van Oudheusden (lacht) «Ga je daar niet meer of zo?»
Hintjens «Jawel, maar ik noem dat gewoon den Archifuck. Tijdens de oorlog was het hier in Brussel verboden om nog Amerikaanse muziek te draaien. Maar in één café deden ze het toch: de Archiduc. De Hitlerjugend is eens gekomen om er de boel kort en klein te slaan, maar aan de deur werden ze tegengehouden. Weet je door wie? Door Duitse officieren. Want die gingen in de Archiduc stiekem naar Amerikaanse jazz en swing luisteren. Nat King Cole kwam daar, hè, en Mal Waldron, de pianist van Billie Holiday. Een café met een ongelooflijke histoire.»
RELSCHOPPERS
HUMO Gorik, jij was erbij toen in november hier op het Muntplein rellen uitbraken tussen jongeren en de politie.
Van Oudheusden «Toevallig. Ik had een workshop hiphop gegeven in de Muntpunt-bibliotheek.»
HUMO En?
Van Oudheusden «Triestige zaak.»
HUMO Heb je het zien beginnen?
Van Oudheusden «Ja, ik heb zes, zeven flikken zien chargeren op jongeren die een auto in brand aan het steken waren. En toen zijn er een paar honderd jongeren mee op gesprongen. Waaronder een paar idioten.»
Hintjens «Ik denk niet dat dat iets typisch van deze tijd is. Vroeger bestond dat ook. Als wij vroeger op het Muntplein speelden, waren er ook altijd vechtpartijen. Tussen de rockers en de mods. Heavy stuff, hoor. In de AB werd er gevochten tussen de rockers en de punkers, fucking hell.»
Van Oudheusden «Was rock dan rechts?»
Hintjens «Dat had daar allemaal niets mee te maken. Dat waren gewoon gasten die wilden vechten. Je koos een kant en dan ging je ervoor. En dat is altijd zo geweest. Af en toe krijgt het een andere naam, maar in wezen is het hetzelfde. In Oostende vroeger: de ene bende had een doodskop op hun jas, de andere een tijgerkop. Gewoon om op elkaar te kunnen motten.»
HUMO Bij de hooligans is het nog duidelijker en banaler: blauw tegen rood, groen tegen geel…
Van Oudheusden «Ik ben naar aanleiding van die rellen in ‘De afspraak’ geweest, en dat is precies wat ik daar wilde zeggen – ’t is me niet gelukt, tv is een stresserend medium. Ik wilde erop wijzen dat er twee weken eerder driehonderd relschoppers waren opgepakt tijdens Club Brugge – Antwerp. Dat wordt minder opgeklopt omdat het ‘maar’ over voetbal gaat. We vergeten dat er wékelijks twee- tot drieduizend flikken worden ingeschakeld voor voetbalmatchen. En de ingesteldheid van die amokmakers is dezelfde als die op het Muntplein. Het enige wat we over Brussel kunnen aanstippen, is dat de mensen die ons hier komen vertellen hoe we moeten lopen, pissen en kakken, hier zelf niet wonen. Drie op de tien flikken wonen in Brussel, één op de tien ís van Brussel. Niemand voelt zich hier thuis. Ik kak niet op de flikken, ik kak op het systeem. Ik zat daar in ‘De afspraak’ met minister van Justitie Koen Geens – ik heb hem graag. Hij heeft mij toen uitgenodigd op zijn kabinet, maar ik heb gezegd: ‘Nee, ik ga ú uitnodigen.’ We zijn nu bezig met het organiseren van een debat in De Beurs, tussen politici en verschillende Brusselse jeugdhuizen en organisaties die met jongeren werken. Noteer het: 2 mei. Op zoek naar oplossingen.
»Arno, iets totaal anders: heb jij eigenlijk tattoos?»
Hintjens «Ik heb er eentje, op mijn kont. Un sapin de Noël, een kerstboom. Ik ga ’m nu niet tonen, hè. Er hangen ook lichtjes in, en één keer per jaar gaan die branden: op kerstavond om twaalf uur (lacht).»
Van Oudheusden (trekt zijn shirt naar beneden) «Hier, dit was mijn allereerste tattoo: Bruocsella, de oorspronkelijke naam van Brussel. Onlangs hebben ze mij gevraagd wie ik nog op mijn lijf zou willen tatoeëren, en ik heb toen in alle eerlijkheid gezegd: Arno op mijn linkerbil, Marc Didden op mijn rechterbil, en Yvan Mayeur in mijn reet, want daar hoort hij thuis.»
Hintjens (lacht hard) «Zullen we daar nog een laatste op drinken? En dan wil ik jullie nooit meer zien (lacht). Patron! La même chose.»