null Beeld

Concert★★★★☆

Arno in de AB: de kortste weg naar een mentale erectie

Chevalier Arno werd vorige lente zeventig, maar naar het eerste van zijn drie uitverkochte concerten in de AB te oordelen, vindt hij dat geen reden om op de rem te gaan staan. Samen met zijn band raasde de Oostendse Brusselaar als een hevig onweer door veertig jaar repertoire.

Dirk Steenhaut

De 'chanteur de charme bien coiffé', zoals hij zichzelf omschrijft op zijn jongste plaat, geldt zonder twijfel als de meest Belgische aller artiesten. Arno ( Hintjens) is een je-m’en-foutist van de hoogste orde: een man die veel talen spreekt, maar er geen enkele beheerst, en over een subversief gevoel voor humor beschikt, dat het midden houdt tussen surrealistisch en absurdistisch. Dat laatste illustreerde hij in de AB met ‘Les saucisses de Maurice’, over een vrouw die voor 85 procent vegetarisch is, maar het aanlegt met een slager, gereputeerd om zijn worsten. Le plus beau beweert dat hij dit perfecte scenario voor een kortfilm kreeg aangereikt in een droom, maar ook als song, voortgestuwd door een zware dubbas en een deraillerende gitaar, bleek het prima te werken.

Vaak lijken Arno’s teksten lukraak aan elkaar gerijmeld, maar tegelijk zeggen ze veel over wie hij is en wat hem bezighoudt. Bovenal blijft hij een vrijbuiter met rebelse trekjes. ‘Moi, j’aime dieu, mais je fais que je veux’, onderstreepte hij in ‘Je veux nager’ (de banjo huisde helaas in een synthesizer’), terwijl hij in opener ‘They Are Coming’ de machtshonger van religieuze fanatici en ‘right wing zeroes’ op de korrel nam. Arno is veel dingen tegelijkertijd, zowel European Cowboy als Lonesome Zorro, een kleurrijke figuur die, dank zij zijn uitstraling en compromisloze attitude, zijn eigen genre is geworden. In Brussel vormde zijn jongste langspeler ‘Santeboutique’ (West-Vlaams voor ‘rommeltje’) de rode draad door een twee uur durende set van een rocker die vastbesloten was te sterven met zijn laarzen aan.

null Beeld

Arno’s muziek, een bonte mengeling van rhythm & blues, leftfield rock, chanson en kermisdeuntjes, klinkt nog altijd rauw, grofkorrelig en onopgesmukt. Zijn grommende stem schuurt zoals die van Tom Waits, Howlin’ Wolf of Captain Beefheart en zijn songs steunen doorgaans op een lach en een traan. Soms ging hij er even bij zitten, doorgaans het signaal dat er een gevoelig nummer op komst was. Het druilerige ‘Oostende Bonsoir’ bijvoorbeeld. Of het ingetogen ‘Court-Circuit dans mon esprit’, over de depressies die in zijn geest soms een kortsluiting veroorzaken. Op het podium had hij het ook over zijn strijd met ‘Lady Alcohol’, waarin de sinistere gitaar van Bruno Fevery suggereerde dat de uitslag voorlopig onbeslist bleef.

Zoals bekend huist in Arno een stripfiguur die trouw blijft aan zijn eigen clichés, type: ‘zingen is voor de vogeltjes’. Ook wil hij zijn bindteksten per se in de drie landstalen brengen, waarbij opvalt dat het Duits van Jean-Marie Pfaff in vergelijking met het zijne ronduit academische allure heeft, en dat ook zijn Frans hoogst potsierlijk aandoet. De zanger is er echter in geslaagd zijn verbale gestuntel tot een handelsmerk te verheffen. En toegegeven, soms waren Arno’s uitweidingen op het podium écht geestig. Zo deelde de Charlatan mee dat ‘mannen die last hebben van prostaat pissen zoals ik pra-pra-praat’ en dat hij ooit in Hamburg een vriendin had die hem consequent ‘mein kleiner Grizzly’ noemde

In de AB varieerden de songs van zelfrelativerend (‘Je suis con mais content’ luidde het in ‘Naturel’) tot knagend en bluesy (‘Funky You’re Not’); van frivool (die huppelende piano in ‘Chic et pas cher’) tot stuiterend (het in funk gedrenkte swaffellied ‘Whoop That Thing’, waarin Arno eindelijk zijn smoelschuiver nog eens boven haalde). In ‘Tsjip Tsjip c’est fini’ citeerde hij zijn grootmoeder over het gebrekkige uithoudingsvermogen van de heren der schepping tussen de lakens, terwijl ‘Il est tombé du ciel’ voorzien was van een ritme waarbij je je automatisch een stel dansende kozakken voorstelde.

Wat concerten van Arno echter vooral onvergetelijk maakt, is het niveau van zijn superstrakke band. De muziek piepte en knarste naar de aloude traditie van TC Matic en er prijkten dan ook heel wat nummers van die groep op de setlist: een kort aangebonden ‘Parrot Brigade’, een gruizig ‘Que Pasa’ en een minimalistisch ‘Middle Class and Blue Eyes’ (compleet met slangenbezweerdersmotiefje uit de snaren van de altijd fenomenale Fevery). Ook de killer riff uit ‘O La La La’ bleef onverslijtbaar, en dat gold evenzeer voor de rollende bas van Mirko Banovic en het betere houthakkerswerk van drummer Laurens Smagghe.

null Beeld

Tussendoor verzocht Arno het publiek te zingen ‘pour Mireille Mathieu et nôtre gouvernement’, becommentarieerde hij de kapsels van Donald Trump en Boris Johnson en vroeg hij zich af waarom een Vlaams-Nationalist als Jambon niet als Ham door het leven ging. Dat het poëtische en het prozaïsche bij de chevalier soms dicht bij elkaar liggen, bleek nog eens uit ‘Les yeux de ma mère’, sober gebracht met enkel Tomas Vanderplaetse aan de piano. Arno ademde hier in de nek van Brel, maar saboteerde wél iedere vorm van sentimentaliteit met verwijzingen naar zweetvoeten, okselgeur en zetpillen.

De finale was ons net iets te voorspelbaar, al viel er op ‘Putain Putain’, dat als vaderlands volkslied ‘De Brabançonne’ een eeuwigheid geleden al verdrong, natuurlijk iets af te dingen. Arno dirigeerde als een soort Von Karajan de massaal meebrullende toeschouwers en liet weten dat ze hem ‘een mentale erectie’ bezorgden. Ook het van Adamo geleende ‘Les filles du bord de mer’, met voor de gelegenheid een strofe in het Oostends, kon op de nodige publieksparticipatie rekenen. Tussen de bissen hoorden we tot slot het op ska-benen dansende ‘Viva ma Liberté’, al ruim een kwarteeuw Arno’s lijflied. Voor slechte verstaanders: jawel, de flopstar schittert nog altijd hoog aan de hemel.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234