Humo’s Rock Rally 2022de halve finale in Gent
‘Beter dan eender wat ik twee jaar geleden heb gezien’
Gek toch hoe sommige groepen die zich in de preselecties als favorieten voor de eindwinst opwierpen in de halve finale de pedalen verliezen, en hoe andere boven zichzelf uitstijgen en over de concurrentie heen met de vingers in de neus naar de finale springen. Het complete deelnemersveld voor de grote apotheose op 24 april in de AB kunnen we u uiteraard pas verklappen na de tweede halve in Antwerpen, maar wie het begrijpend lezen onder de knie heeft, komt uit wat volgt al heel wat te weten: het verslag van de eerste halve finale in De Vooruit!
LANI
Had Lani – een kwartet aangevoerd door de 24-jarige zangeres Lani Pelligrini – ‘Pink Lemonade’ van James Bay gekozen omdat het een guitige knipoog was naar hun eigen ‘Pink Champagne’, de song uit de preselectie die ze in Gent lieten vallen? Of wilde Lani iets bewijzen omdat Klaus haar in het verslag van die preselectie een ‘niet fenomenaal krachtige stem’ had toegedicht? Het tegendeel is dan bij dezen aardig bewezen, maar toch, Lani: kalm, doe rustig. Lang geen slechte cover, dat ‘Pink Lemonade’, en zeker de beste song uit hun set, maar die doorgedreven vocale bewijsdrang, die ook in de eigen songs de kop opstak, bracht Lani bij momenten voorbij de grens van de aanvaardbare pathos. Van de eigen songs was de eerste de beste, de tweede kon je er bezwaarlijk één noemen. Waardoor een finale er met andere woorden voor 2022 wellicht niet meer in zit.
NEBBIA
Raar hoor, hoe je alle quotes uit het jurylokaal over Nebbia in de preselecties gewoon kon omdraaien om de waarheid over hun setje op de halve finale in De Vooruit te vertellen. Zo fris en verrassend als Nebbia in Turnhout was, zo flets en onbegrijpelijk rommelig was het in Gent. Van de complete groep was geen spoor meer, geen haar op ons hoofd dat er nog aan dacht om van een hechte ritmesectie te spreken, en waar we het solomoment van frontman Lucas Nevelsteen een paar weken eerder nog gewaagd en geslaagd hadden genoemd, geraakte hij in Gent in meer toonaarden verstrikt dan er volgens Klaus bij de Kamer van Toonaarden geregistreerd staan. De cover van ‘Saturday’ van Soulwax waarmee werd afgesloten – wellicht gekozen omdat het in Gent te doen was – was ook al niet om over naar huis te schrijven. Raar dus, maar vooral ook erg jammer.
BLUAI
Opmerkelijk: gitariste Ilayda Cicek, die er in de preselectie in Antwerpen anderhalve song lang niet bij was vanwege een kapotte gitaarkabel, was in Gent volledig afwezig door een keelontsteking. En toch was het beter dan toen. Misschien omdat technische problemen sowieso nefast zijn voor de beleving en concentratie, misschien omdat BLUAI zich uit elke situatie wel weet te redden, misschien omdat sommige groepen beter worden naarmate het podium groter wordt. Terwijl BLUAI het er in Antwerpen goed van afbracht, zat er nu een gouden randje rond. ‘Beter dan eender wat ik twee jaar geleden heb gezien,’ zei iemand. Gewaagd, maar hij leek het te menen. En Klaus vond het geen complete onzin.
FORESTER
Wat bij Forester duidelijker werd op het podium van De Vooruit, was dat het wellicht nooit echt wat zal worden met deze door Mumford & Sons geïnspireerde bende als zanger Wout Vantieghem niet dringend iets aan zijn uitspraak van het Engels gaat doen. Het enthousiasme waarmee zij hun degelijke songs brachten (ook hun cover van The Yardbirds’ ‘Heart Full of Soul’ was prima) werkte bijzonder aanstekelijk, maar de vreemde -oinks waarmee Vantieghem elke zin leek af te ronden, gingen al snel danig op de zenuwen werken. Goed in elkaar zat het wel, en ook al gaf achteraf in het jurylokaal iemand aan bang te zijn geweest dat er een banjo van zou komen, het bleef bij louter muzikale dreigementen. ‘Typisch zo’n groep voor de publieksprijs,’ zei een ander. Maar daarvoor moet je natuurlijk wel eerst naar de finale.
ENO
De cover die ENO bracht van ‘Boys Don’t Cry’ was iets te clever herwerkt, te krampachtig in een eigen jas gestoken, waardoor er van de klasse en catchyness van het origineel nog maar de helft overbleef. Iemand had Foo Fighters gehoord, in combinatie met eighties-coryfeeën Del Amitri en World Party. Hun tweede song, ‘Kim’, zou dan weer zo op een compilatie kunnen met het beste van de nineties. Een doorgewinterd musicus liet in het jurylokaal optekenen dat het misschien geen slecht idee zou zijn om in de toekomst de versterkers op het podium anderhalf streepje minder luid te zetten, zodat de stem iets prominenter in het groepsgeluid gemixt kan worden. ‘Trip Around the Sun’ tot slot, een bescheiden hitje op de voortreffelijke radiozender Willy, speelden ze al voor de tweede keer op rij niet. Mag Klaus vragen waarom?
TUFF GUAC
Ween, Butthole Surfers, King Gizzard, Dead Kennedys: allemaal dingen die we hoorden in Tuff Guac, een bijzonder goed op elkaar ingespeeld gezelschap met ondanks – of misschien wel dankzij – een karrevracht aan invloeden een volstrekt eigen smoelwerk. Als Tuff Guac speelt, verveel je je niet, omdat er in elke noot een overschot aan dadendrang schuilt, omdat er onvoorspelbaarheid en een tikje gevaar van uitgaat, omdat ze – toch in Gent – van een absolute klassieker als ‘Sittin’ on the Dock of the Bay’ behalve de akkoordenprogressie geen spaander heel laten, zonder dat iemand ook maar een seconde overweegt om moord, brand of verkrachting te roepen. Klaus is doorgaans een meester in de geheimhouding, maar dat het hier voor Tuff Guac niet zal eindigen, zult u al wel begrepen hebben.
ISAAC ROUX
Isaac Roux zou de teleurstelling van de avond genoemd kunnen worden. Niet dat het zo slecht was, maar misschien waren de verwachtingen na zijn prestatie in Genk gewoon te hoog gespannen. De 25-jarige Louis De Roo en het driespan in zijn rug hadden toen de concurrentie het nakijken gegeven, maar wisten op het podium van De Vooruit nooit echt hun draai te vinden. De Roo leek dan maar voor zichzelf te gaan spelen, en je zag dat hij er van alles bij voelde wat je als luisteraar ook hoorde te voelen, maar dat kwam er slechts heel af en toe van. In Gent grossierde Isaac Roux in emo die niet aankwam, en gewichtigheid die te zwaar woog. En hun cover, ‘Nooit meer naar nergens’ van Yevgueni, was ook al niet de spannendste van de avond.
SUNCREEK
Tussen de grotere talenten in de halve finale kwam Suncreek uit Ieper een beetje belegen over. Een teveelvoud aan stijlen, veelal uit de eighties, met gitaren. De één had een collectief gehoord, de ander een allegaartje. Ze begonnen met ‘Caught in Crime’, een song die we nog niet eerder van hen hadden gehoord, en die we niet noodzakelijk hoeven terug te horen. ‘Ordinair gelukkig’ van De Kreuners was geinig maar gewoontjes, en tegen dat ze afsloten met hun beste song, ‘Bars in the Door’, was het vanwege Suncreek al te lang te weinig geweest om nog echt indruk te kunnen maken.
SGT. LESLEY
Goeie ritmesectie, inventieve keyboardpartijen, twee zangers met een eigen karakter, en meer dan degelijke songs: Sgt. Lesley maakte de beloftes van de preselectie meer dan waar en leek in Gent een beetje boven zichzelf uit te stijgen. Mocht dat stijgen blijven duren, dan zullen ze wel op de uitkijk moeten staan voor de advocaten van MGMT, want de outro van hun ‘Treefriends’ lag wel heel erg dicht bij die van ‘Electric Feel’. Hun cover van ‘Seven Horses in the Sky’ van The Pebbles was niet meer dan leuk, maar als ze het groepsgeluid nog wat meer in evenwicht weten te krijgen, ligt er voor Sgt. Lesley wellicht nog wat in het verschiet.
TIM MARTYR
Toegegeven: Tim Martyr had in de preselectie slechts het hart van één jurylid weten te veroveren, maar ook hij/zij hoorde en zag in de hellere spotlights van de legendarische Vooruit de trucjes waarmee Martyr probeerde te verbergen dat hij eigenlijk geen songs die naam waardig had. Zeggen dat zijn stem veelzijdig en krachtig was, is een understatement, maar puur op de kwaliteit daarvan kun je niet teren. Doseren was ook al niet zijn beste eigenschap, waardoor er na anderhalve song in de oren van de juryleden een soort misthoorn-effect ontstond. ‘Strange Fruit’ van Billie Holiday was een zeer gewaagde maar geslaagde cover. Dat wel.
Het was goed in Gent. Tot volgende week, voor het verslag van de tweede halve finale in Trix.