de gouden geschiedenis vanHumo's Rock Rally
Bierdouches, spookrijders en onvindbare parochiezaaltjes? 40 jaar Humo's Rock Rally (1): de pioniersjaren
Humo’s Rock Rally bestaat veertig jaar, en dat vieren we met de 21ste editie, de aankoop van een moto én een driedelige reeks over – uit de weg, El Clásico! – de Wedstrijd der Wedstrijden. ‘Als we weer eens door een besneeuwd weiland aan het ploeteren waren om bij een zaaltje te komen, dacht ik: dit is een heilige missie.’
Zaterdag 8 april 1978, een eind na middernacht. Ter hoogte van Koekelberg kiest een Volkswagen-camionette de autosnelweg richting Gent. In het busje: jongens die glunderen. Op hun gezichten is sterrenstof geland.
'De finalisten legden bussen in voor hun aanhang. Zo'n finale begon 's middags, dus tegen de uitreiking was iedereen zat'
Alain Tant «Miljaar, wat waren we content. De gastjes uit Ieper hadden gewonnen!»
Alain Tant is de frontman van Once More, de groep die in 1978 triomfeert in de eerste editie van Humo’s Rock Rally.
Tant «We kwamen uit West-Vlaanderen en we wilden het maken. Onmogelijk, was toen de heersende teneur: een grote groep kon in die tijd alleen maar uit Antwerpen of Brussel komen. Dat waren steden met een slotgracht errond. Toch zat er onderhuids bij ons veel ambitie en geldingsdrang: ‘Allemaal uit de weg!’»
Once More heeft een ticket voor de finale verzilverd op de preselectie in Izegem, waar Erik Van Neygen – die van Sanne, ja – de presentator van dienst is.
Tant «Ik hield in die tijd nog een dagboek bij. ‘Joepie, we mogen naar de finale,’ schreef ik daarin.
»We wisten dat we een kans maakten, als we maar op ons scherpst speelden. We hadden twee dingen voor op de rest van het deelnemersveld. Eén: we bestonden al relatief lang – vijf jaar, weliswaar niet in dezelfde bezetting. En twee: we hadden in West-Vlaanderen al op élke omgekeerde zeepkist gespeeld. Dat mag je letterlijk nemen: op veel plaatsen waar we optraden, moesten we zélf een podium meebrengen. We zijn vaak creatief geweest met planken en bierbakken (lacht).
»Enfin, het liep goed in de finale. En ik kan nog altijd de euforie voelen die ons overspoelde toen Guy Mortier op het podium bekendmaakte dat wij gewonnen hadden.
»Een jaar of twee geleden ben ik nog eens in de Beursschouwburg geweest. Iemand liet me de zaal zien waar het indertijd allemaal is gebeurd. In mijn herinnering hadden we daar opgetreden voor duizenden enthousiaste mensen, maar het bleek een zaaltje voor een man of driehonderd te zijn. Toch een kleine desillusie (lacht).»
DE KING EN DE KREUNER
In die eerste finale spelen de acht groepen die de negen preselecties hebben overleefd. Die vonden plaats in Jette, Koekelare, Peer, Leefdaal, Buggenhout, Izegem, Aalst en Deurne. En in Herenthout, in de legendarische zaal Lux, waar niet veel later internationaal moois als U2, Dire Straits en The Cure zal spelen. ‘Gust Spruyt heet de man die die zaal toen bezielde,’ herinnert Marc Didden zich. Didden is in die jaren muziekjournalist bij Humo, en is een vast lid van de jury in de eerste Rock Rally-edities. ‘Gust stond erom bekend dat hij voor alle artiesten stoofvlees met patatten en sla maakte – ook voor Bono, ook voor Mark Knopfler, ook voor Robert Smith.’
En dus ook voor Walter Grootaers en Guido Belcanto, die er in 1978 aantreden in de preselectie van de Rock Rally.
Guido Belcanto «Ik speelde er met Speedy King And His Feetwarmers. En ja, ik herinner me die man nog, en zijn stoofvlees.»
Walter Grootaers «Ik deed mee met De Kreuners. Ik weet nog dat dat voor ons – een nog pril groepje – een nerveuze bedoening was.»
Belcanto wordt vlotjes naar de finale gesommeerd, bij Grootaers is het met de hakken over de sloot.
Marc Didden «Ik heb De Kreuners toen door die preselectie gesleurd. Want ze waren niet zo goed die dag. Maar ik zag het potentieel, en sowieso ben ik gecharmeerd door groepen die in het Nederlands zingen. En ik had Walter al een beetje in mijn hart gesloten. Je moet weten dat hij indertijd bode was bij Omroep Antwerpen – ‘Lode de bode’ was zijn bijnaam, en ook het pseudoniem waaronder hij naar Uitlaat in Humo schreef. Op concerten kwam hij vaak naast me staan, om flauwe moppen te tappen. ‘Zeg Marc, ken je die van die twee apen in dat vliegmasjien?’
»In de finale hadden De Kreuners nog niet genoeg impact voor een podiumplaats. Maar ze stonden er wel op hun plaats – later hebben ze Sportpaleizen gevuld, hè.»
Grootaers «Wij waren beginners, met onze luizige versterkerkes, tegenover het professionele materiaal van de andere finalisten. Ik kon mezelf nauwelijks horen. Maar het was heel plezierig, hoor: sowieso dreven wij toen hoofdzakelijk op inzet en energie.»
Belcanto «Ook bij ons ging het om het pure spelplezier. We waren vijf wilde jonge gasten die erg bedreven waren in lol trappen. Technisch stelden we niet veel voor. En we waren de enige retroband in de finale: we speelden rock-’n-roll uit de fifties, onze god was Chuck Berry.»
Grootaers «Van de finale herinner ik me uiteraard Once More – Alain Tant was een gewéldige zanger. En ook nog een Limburgs groepje dat symfonische rock speelde, met een Italiaanse muzikant.»
Grootaers heeft het over Clown, dat brons pakt.
Pino Guarraci (keyboardspeler) «We bestonden pas sinds september 1977, en hadden nog nooit live gespeeld: de preselectie in zaal Ima in Peer was ons allereerste optreden. We hadden op dat moment ook nog maar drie nummers. Maar we haalden de finale: een opwindende dag. We waren zenuwachtig en nieuwsgierig toen we in ons busje naar Brussel reden. En vooral: we dichtten onszelf geen enkele kans toe. Wij speelden progrock, en de populariteit van dat genre was aan het smelten. New wave was het nieuwe snoepje, hè. Toen we groepen als Once More en Stage Beast zagen, die pal op de tijdgeest zaten, gingen we ervan uit dat we kansloos waren.
»De prijsuitreiking was een magisch moment: tot onze eigen verbazing werden we derde. We vlogen in elkaars armen, en in die van onze familie en vrienden – want er was een bus met supporters ingelegd. Er is toen uitgebreid gevierd, het blijft een prachtige herinnering. Je moet ook weten dat ik blind ben – ik heb geleerd om op gevoel keyboard te spelen – en dus geen visuele herinnering heb aan die dag. Maar het feestelijke geluid, de geur, hoe het allemaal zo heerlijk voelde: dat kan ik nog zó oproepen.»
Levert die eerste editie de finalisten iets op, naast een zorgvuldig ingeduffelde herinnering?
Guarraci «Wij mochten dat jaar met Clown op Jazz Bilzen spelen – de editie met Blondie, James Brown, The Kinks en The Jam. Fenomenaal dat wij daartussen mochten staan. En daar bleef het niet bij: na de Rock Rally was het land plots te klein voor ons! Overal mochten we gaan spelen. Clown heeft tot juni 1983 bestaan, en in die tijd hadden we meer dan 400 optredens. Zonder dat we een manager of impresario hadden, want ik deed alles zelf. En vooral: zonder een officiële back catalogue. Want we speelden principieel alleen eigen werk, maar dat is nooit ergens uitgekomen. Eén officiële single hadden we, en verder niets.»
Grootaers «Het was een moeilijke tijd voor beginnende muzikanten. Er was níéts in Vlaanderen. Die finaleplaats was een duwtje in de rug voor De Kreuners: ‘Misschien loont het tóch de moeite om verder te doen.’ En zo is het voor ons stilletjesaan in beweging gekomen.»
Belcanto «Wij kwamen ook zonder de Rock Rally aan minstens één optreden per week, omdat we ook op fuiven terechtkonden – onze muziek was heel dansbaar. Die finaleplaats heeft ons wel een platencontract opgeleverd. We hebben toen een elpee uitgebracht op vijfhonderd exemplaren, en die raakten allemaal verkocht. Maar ik heb vooral een innige vriendschap overgehouden aan die eerste editie van de Rock Rally: met Willy Willy, die tweede werd met Stage Beast. We ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens die finale, en waren vertrokken voor jaren.»
Ironisch genoeg is het net de winnaar die er enigszins bekaaid vanaf komt.
Tant «We kregen tien optredens in Vlaanderen: mooi! Maar door onze overwinning koesterden de mensen hoge verwachtingen. En wij hadden geen fatsoenlijk materiaal, dus huurden we een dure PA. Maar voor die optredens kregen we maar 3.000 of 4.000 frank: we staken eraan toe in plaats van er iets aan te verdienen. En dan was er nog iets. Door onze overwinning kwamen we weleens op televisie en stonden we in de boekskes. Dat was de plaatselijke RVA niet ontgaan: ‘Jullie komen op tv, dus jullie zijn sterren, dus jullie zijn rijk.’ Terwijl ik in werkelijkheid niets verdiende met de muziek. Maar ze waren onverbiddelijk: ik vloog van den dop. Ik had Humo’s Rock Rally gewonnen, maar ik moest wel aankloppen bij het OCMW.»
NAAR DE BEURS
In zijn verslag van de finale van 1978 heeft Marc Didden een kordate beginselverklaring gemonteerd. ‘Omdat in 1978 de rock weer lijkt te leven, omdat wij van nature nieuwsgierig zijn, omdat wij altijd geweten hebben dat er in België talent zit, maar omdat we ook weten dat opkomend talent vaak schuchter is, hebben wij besloten één en ander te forceren. Door bijvoorbeeld het land in te trekken en met eigen oren en ogen te gaan vaststellen wat waar leeft.’
Guy Mortier «Marc heeft dat toen perfect verwoord: dáárom zijn we met de Rock Rally begonnen. Het was tijd om iets te doen voor de Belgische pop. We voelden dat er van alles borrelde, maar dat het niet aan het oppervlak kwam. Voornamelijk omdat er in die tijd nog geen concertcultuur was, en veel te weinig gelegenheid voor muzikanten om zich te tonen aan een publiek. Dus dachten wij: we geven die jonge mensen de kans om op te treden.»
Didden «Ja, onze intentie was heel zuiver, maar natuurlijk zat er ook een stukje eigenbelang bij. Humo had niet echt promotie nodig, want we verkochten goed in die tijd. Maar wat extra street credibility mocht wel. De punk was komen opzetten, en het was goed om aan te tonen dat Humo óók met z’n voeten in het slijk stond, en niet alleen achter keurig gecoiffeerde vedetten aanliep.
»De volgende kwestie die dan altijd aangesneden wordt: wie heeft ’m uitgevonden? Nu is het absoluut zo dat ik op m’n graf ‘Marc Didden – Hij vond Humo’s Rock Rally uit’ wil, omdat het dan toch lijkt alsof ik íéts gepresteerd heb in m’n leven. Maar eerlijk: er is niet specifiek één iemand die de Rock Rally heeft uitgevonden. Het idee hing in de lucht, en we plukten het er samen uit.»
Mortier «Ons plan is gegroeid uit de vele gesprekken die Marc en ik – tussen heel veel gelach en onzin door – hadden over pop en rock en wat we daar voor Humo mee konden doen. Het zou een wedstrijd in etappes worden, en zo kwamen we uit bij een rally.»
Didden «De alliteratie was vervolgens evident: Humo’s Rock Rally.»
Mortier «De promotiedienst van Humo ging achter prijzengeld aan, en omdat we wisten dat de praktische organisatie een hele klus zou zijn, sprak Marc zijn vrienden van de Brusselse Beursschouwburg aan.»
Didden «Ik was bevriend met Johan Wambacq en Dirk Vercruysse, de artistieke leiding van de Beursschouwburg. Zij hadden een zaal, een telefoonboek én het talent om iets op poten te zetten. Voor mij was de Rock Rally in de beginjaren evenzeer van de Beursschouwburg als van Humo. Maar het heette natuurlijk wel Humo’s Rock Rally. Gelukkig werkten bij de Beursschouwburg geen types die bij elke beslissing dachten: ‘What’s in it for us?’ Neen, ze bezielden die eerste edities met een ontroerend enthousiasme.»
Op 8 april 1978 is de balans positief. ‘De Beursschouwburg en Humo vinden dat de Rock Rallye ‘78 een sukses geworden is,’ meldt Didden in zijn verslag. ‘Zowel wat de opkomst van publiek en deelnemers betreft alsook en vooral omdat de uiteindelijke geboden kwaliteit vrij hoog lag.’
Mortier «Er waren 71 deelnemende groepen. Dat zegt wel iets, hoor, want die kwamen echt uit het niets. En het was niet zo dat er plots een reus naar boven kwam die de Belgische muziekgeschiedenis naar een nieuw hoofdstuk stampte, maar ik vind Once More nog altijd een uitstekende winnaar.»
Didden «Voor mij is die eerste finale één van de mooiste momenten uit de geschiedenis van Humo’s Rock Rally. We wisten niet precies waar we aan begonnen, laat staan dat we beseften dat we de eerste steen van een monument gelegd hadden. Maar wat we wel voelden: er was iets gebéúrd.»
VERRUKKELIJKE KOORTS
Een koude zondagmiddag in 1980. In zaal Cercle in Gent kondigt Luk De Koninck – ja, die van ‘Familie’ en ‘Thuis’ – een groepje magere jongens in modkostuums aan – net Britse humaniorastudenten. De Koninck presenteert en organiseert dat jaar alle preselecties. ‘Ik heb Guy Mortier er toen fijntjes op gewezen dat de ‘e’ in ‘Rock Rallye’ – zoals het in 1978 consequent geschreven werd – daar niet thuishoorde.’
Het groepje dat De Koninck aankondigt, heet The Machines, en in de zaal maakt een verrukkelijke koorts zich meester van Marc Didden.
Didden «Ik had er die dag geen zin in. Gent zat toen – en nu nog, eigenlijk – vol matige groepjes die in het Gents-Engels zongen. Ik had al een paar keer overwogen om op te stappen, maar als jurylid kon dat natuurlijk niet. En toen kwam de voorlaatste groep, en die had álles. The Machines zagen er goed uit, de gitaar klonk als The Beatles en The Shadows, en ze hadden drie echt goeie nummers – dat was uitzonderlijk. Ik kreeg het warm en koud tegelijk: het was zo’n flash die een mens doet inzien hoe mooi en opwindend en levensreddend muziek kan zijn.»
Joris Angenon is die dag de gitarist die naast de in 2013 overleden frontman Paul Despiegelaere staat.
Joris Angenon «We speelden toen zes maanden in die bezetting, en het begon stilaan te lopen – we kregen zelfvertrouwen, we voelden dat we uit het ei aan het kruipen waren. Ludo Mariman van The Kids was op die preselectie, en zei ons dat The Machines zijn favoriet was. Toch konden we het nauwelijks geloven toen we hoorden dat we naar de finale mochten.»
En al helemaal niet als ze die finale in april 1980 vervolgens ook winnen.
Angenon «Wij waren nogal nuchtere jongens. We reageerden eerder verdwaasd dan euforisch. De folie kwam er pas de dag daarna, toen we ons thuis realiseerden dat we gewonnen – gewónnen! – hadden.»
Mortier «Ik vond The Machines een zéér goeie winnaar: het is altijd één van mijn lievelingsgroepjes uit de Rock Rally gebleven.»
Toch heeft de jury meer dan twee uur nodig om tot een consensus te komen. En zodra het verdict wordt uitgesproken, ontstaat er hommeles in de Ancienne Belgique – voor het eerst de thuishaven van de finale. Het verslag in Humo vermeldt zelfs de diefstal van een microfoon van Marc Bisaerts, in die jaren de onvolprezen technicus van Humo’s Rock Rally.
Angenon «Onder de artiesten was de sfeer heel goed: het was één groot feest. We leerden er Willy Willy kennen, die met Revenge 88 in de finale zat, en Ben Crabbé, die de tweede plaats haalde met The Singles. Maar in het publiek werd heibel gemaakt, ja. Dat had te maken met de tweedeling in het deelnemersveld. Je had enerzijds de punks, bij wie alles chaotisch en heavy was. En je had de groepen die mooi afgewerkte, new wave-achtige nummers brachten. Wij gingen meer die poppy richting uit – in die periode dweepten we in de groep erg met Talking Heads. En de jury koos óók voor die strekking: de nummers één, twee en drie kwamen allemaal uit de tweede categorie. Dat vond de helft van de zaal, euh, niet zo heel fijn (lacht).»
Mortier «De finalisten legden bussen in voor hun aanhang. Zo’n finale begon ’s middags, dus je kan je voorstellen hoe het ’s avonds was, wanneer het juryverdict werd bekendgemaakt: iedereen zat. In 1980 bleef het niet bij roepen en tieren, maar werd er voor het eerst ook met bier gegooid naar mij, de boodschapper, en de jury achter mij. Later werd die bierdouche zowat een traditie. Dat hoorde erbij, vond men blijkbaar, maar eigenlijk was het vooral vervelend. Er zijn edities geweest dat ik droop van het bier.»
Didden «Ik stond daar niet graag. De spanning in de zaal werd tastbaar tijdens zo’n prijsuitreiking – het neigde soms naar agressie.»
Mortier «Eigenlijk was dat fantastisch: die mensen leefden geweldig mee met ‘hun’ groepen. Enerzijds had je altijd de aandoenlijke vreugde-explosie van de winnaar, dat prachtige jonge geluk – er bestaat niets mooiers. Anderzijds had je de teleurstelling van de groepen die niet wonnen, en de woede van hun fans. En in mijn geval kwam daar in latere edities nog de angst bij om de prijs aan de verkéérde te overhandigen. Die jonge mensen lijken immers allemaal zo op elkaar (lacht).»
PLATEN DRAAIEN
Dat begint lekker te lopen, concluderen Humo en de Beursschouwburg na de tweede editie.
Mortier «Een verdubbeling van het aantal deelnemers in vergelijking met 1978, 2.000 toeschouwers voor de finale, en vooral: heel veel goeie groepjes. De Brassers en Red Zebra (toen nog The Red Zebras, red.) haalden zelfs het podium niet. Het was allemaal nog niet reusachtig, maar wel genoeg om te beseffen dat we ermee moesten doorgaan. Dat was ook de muziekindustrie niet ontgaan: in 1980 stonden er al veel concertorganisatoren in de zaal. Het leek wel een beurs.»
Angenon «Dat herinner ik me nog: ze waren netjes in een rij gaan staan. Een kameraad heeft toen voor ons alle afspraken voor optredens gemaakt. In het eerste jaar na onze overwinning speelden we 150 concerten. We werden van derde naar eerste klasse gekatapulteerd: dat gewicht moet je kunnen dragen.
»Niet veel later kwamen de platenfirma’s aankloppen. Gelukkig was Paul Despiegelaere een grote, wijze broer voor de rest van de groep. Hij was nuchter, hield de boot een poos af, peperde ons in dat we pas op het juiste moment ‘ja’ mochten zeggen. Uiteindelijk werd het EMI. Onze eerste singles hebben we daar uitgebracht, net als ons eerste album ‘A World of Machines’, dat we opnamen in de Abbey Road Studios. Dat is me nog altijd heel dierbaar.»
Twee jaar eerder is Once More wél te snel gegaan, herinnert Alain Tant zich.
Tant «Na onze overwinning tekenden we meteen bij EMI, waar we nogal onder druk werden gezet: ‘Breng snel die eerste elpee uit, voor de buzz gaat liggen.’ We kregen er ook een ruim budget voor – dat was ongezien. Maar toch hadden we moeten wachten. Er is niets goeds aan die plaat. Of toch: de hoes, en de productie van Jean-Marie Aerts.
»Onze ambitie was onze sterkte, maar ook onze achilleshiel. Als je iets héél erg nastreeft, drijf je er vaak net van weg. En dat is een beetje gebeurd met Once More. De Kreuners haalden het podium niet, maar zij hadden een plan, én nummers. Onze songs waren te veel een samenraapsel, omdat de groep als los zand aan elkaar hing. Nu goed, na de naamsverandering (Once More werd Luna Twist, red.) liep het wel beter. Al denk ik dat we misschien beter hardrock waren blijven spelen, zoals in onze begindagen, vóór de Rock Rally. Die scene heeft een traditie van trouwe fans, hè. Dan waren we groter geworden, en hadden we nu misschien een cultstatus gehad. Maar goed: dan waren we nu allicht ook zestigers met een stevig over de broeksband hangende buik die niet helemaal meer bedekt wordt door dat afgewassen T-shirt van AC/DC (lacht).»
LIMOUSINES EN BROODJESDIEVEN
In 1982 laat de organisatie op de preselectie in Borgerhout te wensen over. ‘Podium moest nog gemaakt. Broodjes en drank te laat, geen service. Jurytafel? Amateuristisch.’ Dat weten we niet dankzij het olifantengeheugen van een zwaar getraumatiseerd jurylid, wel dankzij de bewaarde notities van Koen Van Kerkhoven, die dat jaar als gewetensbezwaarde zijn dienstplicht vervult bij de Beursschouwburg. Hij is er technicus, maar wordt ook verantwoordelijk voor de productie van de Rock Rally-edities van 1982 en 1984.
Koen Van Kerkhoven «Ik bracht mijn weekends door in jeugdhuizen en parochiezalen, te midden een mierennest van backlines, sporttassen, rommel én zenuwachtige jonge muzikanten. Ik ontving de groepen, deed de loting, en dan begon de charmante chaos waarin ik elke groep tijdig het podium op moest krijgen. Het was elke keer weer een logistiek wonder. Maar: het was héérlijk.»
Mortier «Het was steeds nieuwsgierig afwachten hoe ernstig de plaatselijke organisatie het had aangepakt. We ontmoetten in die tijd geëngageerde mensen die van een simpel zaaltje een muziektempel hadden gemaakt. Maar net zo goed waren er zaalverantwoordelijken die zelfs niet de moeite hadden genomen om de affiches die ze van Humo hadden gekregen op te hangen. Die dorpen reden wij met steeds grimmiger opeen geklemde kaken binnen.»
In Zedelgem, leren de nota’s van Van Kerkhoven, is het weliswaar ‘zeer vochtig en tropisch’, maar alles is er ‘goed georganiseerd’. In Maaseik is men dan weer ‘een beetje lam’, in Wetteren helpen ‘zatte helpers’ de boel niet vooruit. In Tielt spelen de bands in een ‘cinemazaal met balkon’, in De Haan in een ‘opgekalefaterde oude schuur met zelfgebouwd podium’, en in Evergem in een ‘parochiezaal (moeilijk te vinden)’. Het eten dat de jury onder de neus geschoven krijgt? ‘Broodjes gekapt’ in Tielt, ‘hotdogs’ in De Haan, ‘zoete broodjes en koffie’ in Heusden-Zolder. Het enige manco aan het nijvere archiveerwerk van Van Kerkhoven: zijn doktershandschrift. Daardoor zal het voor altijd onduidelijk blijven of er in Maldegem tijdens de pauze een broodjesdienst dan wel een broodjesdief langskomt.
Van Kerkhoven «Toen Luk De Koninck – die ook als gewetensbezwaarde bij de Beursschouwburg terechtgekomen was – ermee stopte als presentator, nam ik die taak er ook bij. Daar ben ik mee opgehouden toen een krantenrecensent schreef dat de presentator ‘het jongere broertje van Luc Appermont kon zijn.’ Toen heb ik Guy Mortier toch maar gevraagd om het voortaan zelf te doen.»
De jury zit in die tijd nog zeer zichtbaar te wezen achter een heuse jurytafel.
Didden «Dat was niet echt handig. De mensen kwamen kijken wat we noteerden, of ze vroegen verontwaardigd waarom we nooit eens iets over AC/DC schreven.»
Charlie Poel (recordhoudend jurylid, meervoudig juryvoorzitter en later TTT-chef) «We zaten erbij als scribenten: dat is om flauwe plezanten en dronkenlappen vrágen. Al was het vooral Guy die ermee te maken had: hij was het bekende gezicht.»
Didden «Nu goed, vaak kwamen mensen ook zeggen dat ze Humo een geweldig blad vonden.»
Om bespuwd dan wel gecomplimenteerd te worden, moet de jury er wel eerst ráken.
Mortier «Als we weer eens door een weiland aan het ploeteren waren om bij een zaaltje te komen, de sneeuw knerpend onder onze schoenen, dacht ik: dit is een heilige missie.»
Didden «Alleen Dirk Vercruysse van de Beursschouwburg had in die tijd een eigen auto. Vaak moesten we om middernacht nog een goederentrein of een stoptrein zien te vinden die van pakweg Kortrijk naar Brussel reed. Ik wilde eens een taxi nemen met Marc Mijlemans, maar er was in het dorp alleen een man die het vervoer tijdens bruiloften verzorgde. Die werd uit zijn bed gehaald, en hop: we werden in een trouwlimousine naar Brugge gereden.»
Poel «Nadat we weer eens de laatste trein hadden gemist, ben ik met Mijl een keer een hele nacht achtergebleven in een terneerdrukkend, kil dorpsstation, tot de eerste trein de volgende ochtend. In de barre winter, hè! En maar blijven praten over voetbal en The Scabs, om elkaar wakker te houden. Juryglamour!»
Didden «Een andere keer zouden we meerijden met Dirk, maar die voelde zich plots onwel. Ik had geen rijbewijs, maar Dirk zette me die namiddag achter het stuur van zijn witte Saab, en legde me uit hoe je dat nu doet, autorijden. Op de terugweg van de preselectie draaide ik om twee uur ’s nachts in Brussel de Belliardstraat in, en dacht: tiens, hier zijn veel spookrijders.»
Poel «Bleek dat Marc zich vergist had: hij was de Wetstraat ingereden. Langs de verkeerde kant. Mijl in de passagierszetel had het niet eens gemerkt, en ik lag te pitten op de achterbank. Memorabel ritje, ja.»
Er wordt ook nog gemusiceerd in 1982: The Chrome (‘een explosie van jong talent’) wint, 2 Belgen (‘met zijn tweeën eigenlijk een heel orkest’) eindigt met zilver.
DE WAUTLOPER
1984 is het Jaar van de Vrouw: vijf van de tien finalisten hebben een leading lady, een genderneutraal unicum in de geschiedenis van Humo’s Rock Rally. De groepen heten Gabriella & The Professionals, Mensen Blaffen, The Beauty Trap en Chow-Chow, met Bea Van der Maat. En er is Elisa Waut.
Elsje Helewaut (frontvrouw Elisa Waut) «Het was de tijdgeest: de new wave zat in die tijd ook vol vrouwen. En je had Eurythmics, Blondie, de beginnende Madonna, Pretenders, Siouxsie and the Banshees...
»Mijn broer Hans en ik hadden alle songs geschreven, maar we zagen het niet zitten om deel te nemen aan een wedstrijd. Dat veranderde toen Chery (Derycke, red.) bij de groep kwam: ‘Wij gaan meedoen aan de Rock Rally!’ We lieten ons overtuigen, maar met winnen waren we nog altijd niet bezig. Wij hadden nul ambitie.»
Onterecht, vindt de jury al vanaf de preselectie in De Groene Meersen in Zedelgem: ‘Elisa Waut is een mooi en tragisch kind dat aandoenlijk in donkere diepten peilde. Blijkbaar wordt er binnen de groep echter wel een boete opgelegd voor elke bewogen millimeter: een paar kwakken duivenstront op hun hoofden en men had kunnen aannemen dat zij zo reeds eeuwen weer en wind trotseerden.’
Na de halve finale in Nieuwpoort is de loftrompet nog beter geolied: ‘Présence houdt meer in dan een mooie navel, en dat had Elisa Waut goed begrepen, want die bracht ronduit klasse. Impressionante stem, een zondoorstoofde muzikale sfeer en de beste cover van de avond, met Dave Berry’s ‘This Strange Effect’. Dat had Elisa Waut, en dat mocht ze van ons in Brussel komen overdoen.’
Helewaut «Telkens als we een ronde verder mochten, belde Poesie, de legendarische secretaresse van Humo, naar mijn moeder. Ik was net het huis uit en had nog geen eigen telefoon. Mama kwam dan telkens op haar fietsje naar mijn huis gereden: ‘Ze hebben weer gebeld van den Humo!’ (lacht)»
De finale in de Ancienne Belgique wordt georganiseerd op 8 april en valt – in die jaren een mooie traditie – samen met Parijs-Roubaix. Op het moment dat Sean Kelly wegflitst uit de kopgroep, toont Marc Lauwrys – veel later Charles Ruiters in ‘Code 37’ – zich de beste frontman van deze editie: ‘Een rubberen robbie met gevoel voor timing en humor.’ Maar de winnaar is een groep met een frontvrouw.
Helewaut «Het scheelde niets of we waren al terug naar Brugge vertrokken vóór Guy Mortier de naam van de winnaar had bekendgemaakt. We maakten toch geen kans, dachten we, en mijn broer moest de dag erna naar school. Maar Chery vond dat we moesten blijven. Twintig minuten later hoorde ik Guy onze naam uitspreken. De tien minuten daarna zijn de enige in mijn leven die ik in slow motion heb beleefd. Er werd bier naar me gegooid – en één bloem – en er werd ‘awoe!’ geroepen, maar ik onderging het allemaal wezenloos. Ik zweefde een paar centimeter boven de grond.
»Er zijn zo van die deuren in je leven die je, als je ze doorstapt, in een andere wereld brengen. Voor ons was dat Humo’s Rock Rally. Ook al omdat Chery en ik in de week voor de finale een koppel waren geworden. Achteraf hebben we nog jarenlang, telkens als het even niet meezat, tegen elkaar gezegd: ‘Maar we hebben toch de Rock Rally gewonnen!’ En dan konden we weer verder.»
HEMDJE EN PLASTRON
In 1986 eindigen The Wolf Banes op drie, Passion Of A Primitif op twee, en The Peter Pan Band op één. In het verslag ziet Humo’s Marc Mijlemans de deelnemers een zelfbewuste evolutie inzetten: ‘Hardnekkig proberen zij te ontsnappen aan de slipstream van hun helden en idolen om trots bij de tijdgeest aan te kunnen pikken. Deze groepjes zijn – en dat onderscheidt hen van vele van hun voorgangers – niet langer tweedehands óf: ze weten tenminste dat ze niet tevreden mógen zijn met schatplicht en namaak.’
Luidens het verslag van de eerste editie is het Humo en de Beursschouwburg er in de eerste plaats om te doen ‘de grond wat om te woelen om talent dat iets te ver van de big city woont aan bod te laten komen en in goede omstandigheden op een podium neer te poten.’ Tien jaar later, in 1988, vullen The B-Tunes die ambitie gewillig in. De groep met Ronny en de betreurde Robert Mosuse wordt derde, na Ze Noiz en The Romans.
Ronny Mosuse «Ik wist in die tijd niet eens wat Humo wás. Robert en ik waren in een tehuis in Sint-Amands opgegroeid, en als tiener hield ik me vooral bezig met het uit elkaar halen van brommermotoren, al de rest interesseerde mij geen reet. Maar een kameraad wees ons op het bestaan van de Rock Rally, en vertelde ons dat er geld mee te verdienen viel: dat interesseerde me dan weer wel (lacht).
»We waren hoop en al tien maanden aan de slag als The B-Tunes, op dat moment nog met geleende instrumenten en zonder repertoire: we speelden hoofdzakelijk nummers van The Beatles. Uiteindelijk hebben we toch maar een cassette opgestuurd naar Humo: twee eigen nummers en een cover van The Ronettes, ‘Be My Baby’.»
Tot hun grote verbazing mogen ze naar de preselecties, tot hun nog grotere verbazing daarna ook naar de halve finale. In de Manhattan in Leuven spreken de zenuwen een woordje mee. Het verslag: ‘Ter hoogte van ‘Because of You’ leken The B-Tunes een te vroeg geplukte bloem, talentrijk maar hopeloos onervaren.’
Mosuse «Ik herinner me de Manhattan vooral als een soort rare tempel met veel licht. Toch mochten we naar de finale in de Ancienne Belgique. Absurd. Een aardverschuiving. Ik was voorheen nog nooit verder dan 20 kilometer buiten ons dorp geweest. Ik wist in die tijd zelfs amper wat Brussel precies was.»
Het is een mooi bevolkte finale, met onder meer The Lionhearts van Pieter-Jan De Smet en Citizen Kane van Daan Stuyven. Noordkaap, dat twee jaar later de hoofdvogel zal afschieten, heeft de preselecties niet overleefd.
Mosuse «Vooraf dachten we: een serieuze wedstrijd, we moeten proper gekleed zijn!’ En dus trokken we een plastron en een hemdje aan. We zagen er nogal sixties uit, en dat paste toevallig goed bij de harmonieën die we zongen. Veel mensen – en vermoedelijk ook de juryleden – moeten gedacht hebben: ‘Goed bedacht van die jongens. Mooi concept!’ Maar met een concept had dat niets te maken, met naïviteit des te meer.
»Er hing voor de rest wel een rare sfeer. De zanger van Ze Noiz zweefde zo’n beetje boven alles uit, en ik zag veel muzikanten die om de vijf botten hun haar goed moesten leggen. Enfin, dat mág natuurlijk, maar toen snapte ik dat niet zo goed. In mijn ogen waren dat allemaal ‘speciale kunstenaars’. Ongetwijfeld heb ik dat toen ook gedacht van de jonge Daan.»
‘Dit was een geboorte, de rest van hun leven moet nog beginnen,’ schrijft de jury, om vervolgens de derde plaats aan The B-Tunes te schenken.
Mosuse «We snapten er niets van: we vonden onszelf maar een flutgroepje. We bleven maar herhalen: ‘Hoe kan dat nu?!’ Tegen die tijd waren we ook al wel een beetje dronken.»
Er volgt nog meer levensveranderends.
Mosuse «Hugo Matthysen was aanwezig op de finale, en achteraf moet hij zijn maat Bart Peeters over ons verteld hebben. ‘Mooie stemmen, grappige mannekes’ – zoiets. Niet lang daarna kregen we telefoon van Bart. Of we eens konden afspreken. Wij dachten: ‘Pfff, Bart Peeters.’ We kenden hem van televisie, maar we gingen liever naar de kermis. Een paar weken later stond hij aan het tehuis waar mijn broer en ik woonden. Met gitaar, taperecorder en zijn lief. Hij speelde ons wat liedjes voor en vroeg wat we ervan vonden. Wij dachten natuurlijk dat we het beter konden, en zeiden dat we het eerder zo en zo zouden aanpakken. En vanaf toen, ja, waren Robert en ik The Radios.»
The Radios worden in het begin van jaren 90 een immens populaire groep. En later wordt Mosuse, ook al via de Matthysen-link, onmisbaar bij The Clement Peerens Explosition als Aertbeliën Sylvain.
Mosuse «Ik overdrijf niet als ik zeg: Humo’s Rock Rally heeft mijn leven op zijn kop gezet.»