uit de platenkast van mauro
‘Country and western moet het vooral hebben van duidelijke communicatie en klare taal, zonder overbodige franjes’
Elke week diept Mauro één plaat uit zijn uitgebreide verzameling op. Deze week: ‘Somethin’ to Brag About’ (1971) van Charlie Louvin en Melba Montgomery.
De hoes van dit countrypareltje laat er voor alle zekerheid geen twijfel over bestaan, ingeval de consument een totale debiel blijkt te zijn: we bevinden ons hier wel degelijk in America the Beautiful. Stars and Stripes, Medals of Honor, dampende appeltaart, blinkende sporttrofeeën en instant nostalgie, terwijl je erbij staat te pissen na een avondje flauwe Budweisers hijsen. Maar tegelijk hebben we het hier over Charlie Louvin, de helft van de geweldige Louvin Brothers. Als ik de leek een tip mag geven, raad ik ‘Satan Is Real’ ten zeerste aan. Twee deftig in het pak gestoken, godvrezende heerschappen, maar tegelijk ook zwaar zuipende, ruige broers. Charlie werd hier gekoppeld aan Melba Montgomery, het archetype van de southern belle uit Alabama. Country and western moet het vooral hebben van duidelijke communicatie en klare taal, zonder overbodige franjes, rechtstreeks gericht naar de luisteraar. Wat op zich vanzelfsprekend lijkt, maar allesbehalve simpel is in het edele vak van songsmid. Waarop hier alvast een masterclass wordt gegeven.
Met briljante, op het eerste gezicht best simpele – wat dus niet het geval is – maar wel instant herkenbare songs als ‘Holding on to Nothing’, ‘We Must Have Been Out of Our Minds’ en mijn favoriet ‘Whatever Happened to Happiness’. Uiteraard voortvloeiend uit een lange oude folktraditie. Wat wij hier het levenslied noemen, maar dan wel met net dat beetje meer finesse en diepte in het ambacht. En verder zijn ruige, alcoholistische, godvrezende patriotten ook maar mensen, nietwaar?